-14-
14. Algemene beschouwingen in le termijn naar aanleiding van de in de vergadering
van 27 oktober jongstleden aangeboden begrotingen 1984 (algemene dienst, grondbe
drijf, woningbedrijf, dienst lichamelijke opvoeding, sport en recreatie en de dienst
gemeenschapshuis Eikebos) alsmede de meerjarenramingen en subsidievoorstellen.
De voorzitter geeft het woord aan de heer Oosthoek.
De heer Oosthoek vangt zijn betoog namens de P.v.d.A. ais volgt aan:
"Voor ons liggen ter behandeling de jaarstukken van het jaar 1984 in de vorm
van de nota van aanbieding en de begroting.
Bij de bespreking van deze stukken is het een goed gebruik om even stil te staan
bij wat er in het voorbije jaar is gebeurd binnen het gemeentelijk apparaat en
vervolgens aandacht te geven aan de plannen voor het komende jaar en de komende
jaren. Mijn fractie zal dit doen met als uitgangspunt de programma-afspraken
voor de raadsperiode 1982-1986.
Bij de behandeling van de jaarstukken vorig jaar heeft mijn fractiegenoot de be
schouwing van onze fractie in haar geheel gepresenteerd. Voor de behandeling
van nu zijn wij tot een taakverdeling gekomen, waarbij elk van ons de portefeuilles
zal behandelen, waarmee we in het afgelopen jaar bezig zijn geweest. Wij volgen
daarbij, zover dit in ons kader past, de indeling van de nota van aanbieding.
Alvorens op de cijfers en wat daarbij hoort, in te gaan, wil mijn fractie haar
waardering uitspreken voor de goede en veelal constructieve wijze waarop in
het voorbije jaar met uw college en de collegae-raadsleden is samengewerkt.
Zeker waren er wel meningsverschillen, maar, om de inmiddels bekende en wijze
woorden van één onzer raadsleden aan te halen: "meningsverschillen ontstaan
als gevolg van nadenken." Overigens waren het meningsverschillen, die naar
onze mening, de samenwerking eerder verlevendigden dan schaadden. Mijn fractie
hoopt en verwacht dan ook dat de goede en constructieve samenwerking op alle
niveau's in dezelfde geest voortgezet zal worden.
Tot slot van mijn inleiding, mijnheer de voorzitter, een woord van waardering
voor de duidelijke en overzichtelijke opstelling van de jaarstukken, zowel wat
de cijfers als de beleidsvoornemens betreft.
Het eerste bedrag, waarnaar in een ontwerp-begroting vaak gekeken wordt, is
de sluitpost "Onvoorziene Uitgaven".
In de begroting van het jaar 1984 blijft voor deze post een bedrag over van afge
rond f. 340.000,— waarmede deze post in dezelfde orde van grootte is ais in 1982
en ongeveer f. 75.000,— ongunstiger dan in 1983.
In de nota van aanbieding wordt terecht vermeld dat ten aanzien van deze post
rekening moet worden gehouden voor 1984 met onzekerheden, omdat de hoogte
van de rijksuitkeringen nog niet vaststaat. Zeker is wei dat de algemene uitkering
van het rijk zal verminderen. Daarmede wordt het duidelijk dat de budgettaire
ruimte voor de komende jaren zal versmallen en mogelijk, zoals in de meerjaren
raming wordt aangegeven, negatief wordt.
In de post "Onvoorzien" is ai rekening gehouden met bezuinigingen, zoals die
in de raadsvergadering van 30 juni jongstleden zijn besproken. Bezuinigingen,
overeenkomstig de programma-afspraken door te voeren middels de procedure
van de zogenaamde drietrapsraket. Het bleek een raket te zijn met een beperkte
reikwijdte en zoals door mijn fractie in die vergadering opgemerkt, waren wij
met de bescheiden maat en omvang van die bezuinigingen niet ongelukkig. Ernstiger
bezuinigingen, die echt pijn zouden doen, waren ons inziens in dat stadium uit
den boze. Ook nu nog heeft mijn fractie de gedachte, dat alvorens verdergaande
bezuinigingen door uw college zouden worden voorgesteld, mijn fractie een betrouw
bare taxatie wil hebben, wat de slotregularisatie van het jaar 1983 bij benadering
te bieden zal hebben. Dit jaar in de maand juni werd de slotregularisatie van
het jaar 1982 door uw college voorgesteld en de financiële uitkomst ervan was
méér dan een presentje namelijk ruim f. 1.250.000,—. Vraag is of er op korte
termijn een redelijke taxatie te geven is van de financiële uitkomst van het jaar
1983 en dit gegeven te betrekken bij eventuele bezuinigingsvoorstellen.
Het is ook niet zo dat de financiële positie van de gemeente staat of valt met
de post "Onvoorzien". De financiële positie van de gemeente Prinsenbeek wordt