-17- de voorzitter, voorzien wij voor de nabije toekomst ernstige problemen die nooit de bedoeling zijn geweest van de fracties die tot een programma-akkoord besloten. In deze afspraken is immers uitgegaan van het instandhouden van de gemeente lijke dienstverlening, van het stimuleren en in ieder geval op peil houden van het bestaande rijke geheel aan gemeentelijke en andere gemeenschappelijke voor zieningen en activiteiten. Een te rigoureus gevoerd beleid van bezuiniging en profijt zal tot gevolg hebben dat sommige voorzieningen en activiteiten voor onze inwoners onbetaalbaar en dus onbereikbaar worden. Derhalve zullen de deelnemers aan die activiteiten afnemen en zullen vervolgens de verenigingen en stichtingen in moeilijkheden komen en - in het ergste geval - gedwongen zijn hun accommodaties af te stoten naar de gemeente. Per saldo is dan iedereen, en ook de gemeente, er uiteindelijk een stuk armer op geworden. En niet alleen dat; ook onze voorzieningen voor cultuur, welzijn, vorming, sport en ontspanning zullen dan een ernstig verschraalde aanblik geven. Als in de iandspoiitiek geldt ook hier wat ons betreft, dan moet worden gezocht naar een evenwicht tussen stimulering van het maatschappelijk ieven en het bewa ken van de financiële middelen. Wij betreuren, mijnheer de voorzitter, dat de portefeuille-verdeling binnen uw college anders is geregeld dan door deze raad is gewenst en in de programma afspraken is neergelegd. De redenen voor deze afwijking zijn ons evenwel genoeg zaam bekend en we kunnen niet anders dan die te respecteren, zij het voor een tijdelijke periode. Wanneer daartoe na afloop van zo'n periode aanleiding bestaat zullen wij gaarne met de raad en uw college nader van gedachten wisselen omtrent een meer definitieve en een meer bevredigende regeling van deze kwestie. Wij onderschrijven, mijnheer de voorzitter, hetgeen in de programma-afspraken is geregeld met betrekking tot de raadscommissies. Deze moeten worden opgevat als commissies van advies en bijstand aan de raad. Dat commissies ook al bij de voorbereiding van het beleid worden betrokken, zoals dat al jarenlang op het gebied van de ruimtelijke ordening de gewoonte is, heeft eveneens onze volledige instemming. Het zoeven gezegde impliceert in de eerste plaats dat wij in de commissies gaarne van gedachten willen wisselen over in ieder geval de zaken die op de raadsagenda voorkomen. Voor het overige willen wij ook graag met uw college meedenken en door uw college worden geïnformeerd omtrent zaken die nog in het verschiet liggen, en waarover u de mening van de raadsfracties eens wilt peilen. Dat is, zo menen wij, heel wat anders dan de wijze waarop u zich met de commis sies onderwijs en financiën heeft gemeend te moeten verstaan in de kwestie van de onderwijsbegeleidingsdienst. De wijze waarop aan het einde van een vrij uitvoe rige meningsvorming deze zaak in de commissies is afgehandeld heeft bij ons een bedorven smaak achter gelaten. Men mag toch van het college in deze zaken die van zo groot belang zijn verwach ten, dat men ook aan het einde van een lange procedure met een duidelijke en prudente handelwijze tot een eindoordeel (of liever eindadvies) probeert te komen. Men mag toch, neen men moet zelfs, aannemen dat het college wanneer misver standen dreigen de grondslag te gaan vormen voor zo'n eindoordeel er alles aan zal doen om die misverstanden te vervangen door argumenten die een eindoordeel werkelijk kunnen onderbouwen. Men kan de commissieverslagen erop na lezen om verschillende van de hier bedoelde onjuistheden op te sporen. Zo wordt de onwenselijkheid van het aangaan van een financiële verhouding met de S.A.D. Breda onderbouwd met argumenten als zou er gesjoemeld zijn met de cijfers, als zou de S.A.D. Prinsenbeek alleen maar nodig hebben om te voorzien in eigen werkgelegenheid en om Rijksgelden binnen te halen, als zou in onze gemeente reeds voorzien zijn in onderwijs-begeleiding door onze verbintenis met de stadsge westelijke gezondheidsdienst. Als het uiteindelijk zo is, dat de commissie zijn eindoordeel moet geven op grond van inmiddels gerezen misverstanden, als het Dovendien zo is dat zo'n advies tot stand moet komen op grond van slechts aan het einde van een vergadering vluchtig en mondeling gepresenteerd materiaal,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 234