-18-
dan menen wij, gelet op het belang vandeze zaak en de vele uren die er tevoren
ai aan besteed zijn, tegen zo'n behandeling te moeten protesteren. Mijn fractie
heeft uit deze gang van zaken lering getrokken. Wij hebben ons voorgenomen
in de commissies geen definitief standpunt meer in te nemen ten opzichte van
zaken die, hetzij niet op de agenda van de komende raadsvergadering prijken,
hetzij om een finaal oordeel vragen bij het gelijktijdig ontbreken van de erop
betrekking hebbende stukken en de mogelijkheid die te bestuderen.
Het onderwijs, mijnheer de voorzitter, is op alle fronten in beweging, niet alleen
dat, het dreigt ook door bezuinigingen, schaalvergroting en teruglopende leerling
tallen in de knel te komen en - als ook wij niet oppassen - aan kwaliteit in te
boeten. Tegen deze achtergrond wil ik ten aanzien van dit onderwerp het een
en ander te berde brengen.
Wij achten het van groot belang dat de Voorlopige Medezeggenschapsraad van
de grond kan komen, nu de raad het hierop betrekking hebbende reglement heeft
goedgekeurd. Uit een elders uitgevoerd onderzoek naar het functioneren van
bevoegdheden en dergelijke van deze raden kan men afleiden, dat er reden is
om deze aangelegenheid ook in onze gemeente zorgvuldig te volgen en te stimu
leren. Gaarne zouden wij derhalve voor de betreffende portefeuillehouder nader
over het navolgende willen worden geïnformeerd:
Hoe verloopt de werving van leden voorde MZR?
Ontvangt de MZR een subsidie van gemeentewege, of zal zij die gaan ontvangen?
Tot welke hoogte en ten behoeve van welke activiteiten zal zo'n eventuele
subsidie worden verstrekt?
Wat zal de verhouding zijn tussen de MZR en de oudercommissie c.q. ouderraad?
In hoeverre werkt de opzet en de bekostiging van de MZR voor het openbaar
lager onderwijs door naar de bijzondere vormen van onderwijs?
In samenhang met de bevoegdheden van een MZR (bijvoorbeeld of er aan zo'n
raad veel of weinig instemmingsbevoegdheid is gegeven) kan het nuttig zijn te
overwegen of de bestuursvorm voor het plaatselijk openbaar onderwijs niet voor
verandering vatbaar is. De gemeente bevindt zich met betrekking tot het openbaar
onderwijs in een soms lastige dubbelrol. Enerzijds is de gemeente de hoedster
van het algemeen belang en is aan haar de zorg toevertrouwd ten aanzien van
zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs. Anderzijds vormt de gemeente
en meer in het bijzonder het college het bestuur van het openbaar onderwijs.
Deze twee functies kunnen, let wel: ik zeg kunnen, met elkaar in conflict komen,
zeker wanneer er tussen scholen van verschillende signatuur door de toenemende
externe druk waaronder zij staan een zekere concurrentieverhouding dreigt.
Los hiervan kan het ook om andere redenen dienstig zijn om de bestuurstaken
met betrekking tot het openbaar onderwijs te delegeren aan een commissie ex
artikel 61 van de gemeentewet. Aldus kan ons inziens het publiekrechtelijke karak
ter van het bestuur gehandhaafd blijven, zonder dat de gemeentelijke dubbelrol
tot problemen aanleiding behoeft te geven. Over deze kwestie, die wij ai eerder
in deze raad, maar ook in het kader van de programma-onderhandelingen aan
kaartten, verlangen wij noch van uw college, noch van deze raad al bij de eerst
volgende vergadering een standpunt, laat staan een definitief standpunt. Wel zouden
wij graag van u zien dat u deze kwestie eens aanhangig maakt binnen uw college
en binnen de betreffende raadscommissie. Het gebrek aan informatie waarvan
tijdens de programma-besprekingen nog sprake was, behoeft inmiddels geen belet
sel meer te vormen, omdat er inmiddels uitstekende publicaties ter beschikking
zijn waarin op deze kwestie vanuit verschillende (ook politiek) gezichtspunten
wordt ingegaan.
Over de manier waarop in deze gemeente over het schooladvies- en begeleidings-
werk is gediscussieerd heb ik mijn kritiek al laten horen.
Wij beschouwen het schooladvies- en begeleidingswerk, zo goed ais de rijksoverheid
dit doet en bijna alle gemeenten in dit land, als een basisvoorziening die ten dienste
staat van én de leerlingen én de onderwijsgevenden binnen het onderwijs. De moge
lijke dienstverlening vanuit de S.A.D. Breda ten behoeve van onze scholen achten
wij van zo groot belang, dat wij de discussie over deze zaak niet ais gesloten
wensen te beschouwen. Graag zien wij dan ook van u initiatieven tegemoet met