zeer zeker, als het kan binnen de begroting en anders met een kleine aanvul
ling daarop, bij de raad daarop terugkomen.
De heer Verstraten zegt dat in Oss een persoon zit die daar waarschijnlijk
alles vanaf weet. Als men daarin geïnteresseerd dan wil hij wel informatie
verstrekken.
De heer Dirven zou die informatie graag willen hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel van bur
gemeester en wethouders besloten.
6. Voorstel tot instemming met de ontwerp-nota Volksgezondheid van het
Stadsgewest Breda.
De heer van den Bliek zegt dat het concept een vrij lijvig stuk van ongeveer
100 bladzijden is. Er is dan ook veel tijd nodig om dit door te spitten. De
tijd die de raad toebedeeld is om deze nota door te nemen, is wel erg kort
geweest gelet ook op de overige raadsstukken die voorliggen. Hij is dan ook
gaarne bereid om van gedachten te wisselen over een betere spreiding van
de agenda over het jaar en in hoeverre dat in de praktijk mogelijk is. Door
het Stadsgewest is het nodige voorwerk verricht zodat de ontwikkelingen
en aspecten die met deze nota samenhangen duidelijk uiteengezet zijn in
deze lijvige nota. De nota is naar zijn mening een goede aanzet om zich
te bezinnen over ontwikkelingen van zaken die op je afkomen zowel in ge
meentelijk als in regionaal verband. Hij kan dan ook instemmen met deze
nota, vooral op hoofdpunten zoals die ook door het college zijn onderstreept.
Toch heeft hij nog een aantal bemerkingen.
Hij kan de financiële consequenties, die met de uitvoering van de nota ver
bonden zijn, nog niet overzien. Bij instemming van deze nota doet hij dit
onder voorbehoud van eventuele financiële ruimte die men als gemeente daar
voor in de toekomst kan reserveren.
Er wordt gesproken over het opstellen van een blauwdruk waarin de kavels
aangegeven zullen worden waarbinnen de gemeente haar plannen kan invullen.
Daarbij wordt nog opgemerkt dat de gemeenten vrij zijn hiervan af te wijken.
Hij hecht groot belang aan de ruimte die daarvoor gegeven wordt. Hij stelt
voor zo snel mogelijk te komen tot een overlegplatform die de doelmatigheid
en de onderlinge afstemming van de plaatselijke gezondheidszorg gaat beoor
delen, zodat men duidelijk de situatie in deze kwestie kan inkleuren en dat
men kan bezien in hoeverre het past binnen de blauwdruk. Hij is van mening
dat het voor Prinsenbeek zal neerkomen op de verzorging in de eerste lijn.
Tot slot zal het geen gemakkelijke taak zijn om de professionele zorg te
rug te brengen op de zelfzorg of mantelzorg. Hij is van mening dat dit een
hele mentaliteitsverandering zal vragen. Deze verandering zal dan ook slechts
in geleidelijke zin voltrokken kunnen worden maar desalniettemin zijn er
in de nota genoeg argumenten die ervoor pleiten.
De heer Lodewijks denkt dat zowel de nota als het voorstel dat voorligt moei
lijk toegankelijk is voor het gemiddelde raadslid. Waarschijnlijk heeft dat
erg te maken met het feit dat er in de nota betrekkelijk weinig concrete
zaken aan de orde zijn. Het klinkt allemaal alsof men bezig is met een ge
meentelijke infrastructuur te bedenken. Zo ziet hij ook de nota. Op bladzijde
3, punt e wordt gesproken over specifieke patiëntgroepen waarvoor ook op
lokaal niveau in vertegenwoordiging van de burgerij moet worden gerekend.
Het is hem niet erg duidelijk wat daar staat. Hoe komen die patiëntgroepen
tot stand en hoe is die vertegenwoordiging van burgers op lokaal niveau te
realiseren. Verder stemt zijn fraktie in met hetgeen het college voorstelt, zij
het met de opmerking dat dat instemmen voorlopig alleen betekent het voor
kennisgeving aannemen van een te ontwikkeien infrastructuur.
Mevrouw van Esch - Kuppens heeft het voorstel ook gezien als een ambtelijk
stuk. Er staat weinig concrete zaken in. Ze zou het graag vertaald zien naar
-4-