uitgetrokken moet worden. Als het basisbedrag uitgelegd wordt als een honger
loon dan zal men andere oewoordingen moeten gebruiken zoals bij voorbeeld "een
heidstarief". De differentiatie die daartussen betracht wordt naar graad van
invulling terwijl geen doelgericht onderwijs gegeven wordt, kan hij niet met
elkaar in overeenstemming brengen. Temeer daar er meerdere activiteiten
zijn waarvoor misschien ook gegadigden zijn, dieeenbepaaldebevoegdheid hebben
en een minimale of geen vergoeding krijgen. Om die reden zegt zijn fractie
dat men een bepaalde eenheidsprijs moet hanteren. Wat hem betreft doch
hoeft het geen "hongerloon" te zijn.
De heer Lodewijks zegt bij interruptie dat hij een aanvulling wil geven op
de term "eenheidsprijs". Misschien kan het vervangen worden door "fooi".
De heer Dirven zegt dat hij de afkorting D.O.P. verschrikkelijk goed kent want
in België wordt het nog steeds gebruikt. Het is geen erenaam en daarom wil
hij er ook wel een andere naam aan geven als een en ander ook inderdaad
geconcretiseerd zal worden, want dat is nog niet zeker. Het is niet zo dat
er een Diensten Onderwijscentrum Prinsenbeek is opgericht. Het is nog in onder
zoek dankzij deze nota. Over de professionele werkkracht zal in het komende
halfjaar nóg wel worden gesproken. De zelfbewuste tijdsbesteding is inderdaad
een ondergrond waar men naar toe groeit. Al die cursussen zijn geen doel
op zichzelf maar eerder het leren vertrouwd raken met het leren en leven
met de tijdsinvulling en tijdsbesteding. Voor men het antwoord hierop heeft
zal men wei een aantal jaren verder zijn want het is een levensgroot probleem.
Inzake de concurrentievervalsing is het college er voorstander van om een
toetsingscommissie in het leven te roepen, die dat soort projecten gaat bekijken.
Eerstdaags zullen burgemeester en wethouders met een voorstel komen. Tenslotte
vindt het college dat iemand die werkt daar ook voor beloond moet worden
in die mate die normaal daarvoor ook zou gelden.
De heer Jansen zegt nog steeds geen antwoord te hebben gekregen op zijn
vraag ten aanzien van de welzijnsraad.
De heer Dirven zegt dat dit in de welzijnsraad uitvoerig besproken is. Het
verslag van de welzijnsraad is nog niet in de vergadering van het college ge
weest, dus hij gaat er nu niet concreet op in eventueel wel in de volgende
raad.
De heer Jansen zegt dat het met een advies van de welzijnsraad terzakeniet zo veelte
maken heeft, doch met de uitvoering van een raadsbesluit.
De heer Dirven zegt er in de volgende raadsvergadering op terug te zuilen
komen.
De voorzitter zegt dat het college de nodige bouwstenen heeft gekregen, die
meegenomen zullen worden in de verdere detaillering van deze nota.
Vervolgens wordt de nota van burgemeester
en wethouders voor kennisgeving aangenomen.
9. Voorstel tot verkoop van gemeentegrond gelegen aan het Vogelbos in het
bestemmingsplan De Staart I.
De heer Oosthoek kan akkoord gaan met het voorstel tot verkoop gezien de
ligging van het stukje groen. Hij wil echter opmerken dat men in het algemeen
v - zeker in jonge wijken met jonge gezinnen - erg zuinig moet zijn op groen
en speel voorzieningen.
De heer van der Kopij zegt dat intertijd gesproken is over dit stukje grond
in combinatie met de speeigeiegenheid die ligt tussen Staart I en Staart II.
Hij wil daarbij de woorden van de heer Oosthoek volledig ondersteunen. Hij
heeft geen bezwaar tegen de verkoop gezien de ingeklemde ligging van het
veidje, maar een verdere aantasting van speeigeiegenheid zou problemen op
gaan leveren.
I De heer Nagelkerke heeft geen problemen met dit voorstel, maar hij wil wijzen
op het feit dat een aantal mensen nog niet weten dat dit gaat gebeuren. Ais
het eenmaal verkocht is, kunnen er altijd nog kinderen komen spelen die niet
-10-