-27-
zowel het opstellen van rampenplannen als van rampenbestrijdingsplannen ter
hand kunnen nemen.
Het Stadsgewest moet conform het ontwerp Rampenwet ook zelf over een rampen
plan beschikken - als het ware een overall-plan - en wel op het moment, dat
de B.B. wordt opgeheven. Het takenpakket van de B.B. dient dan in dat van
de Stadsgewestelijke brandweer te worden geïntegreerd.
Tot zover, mevrouw, mijne heren, mijn bijdrage in de beantwoording van burge
meester en wethouders op de door uw raad gehouden algemene beschouwingen
in eerste termijn.
Wethouder Houtepen vangt zijn betoog als volgt aan:
Veiligheid - verkeer - openbaar vervoer.
I. Voorrangskruisingen.
Om te beginnen wil ik mij wenden tot de fraktie "Gemeenschapsbelang" die tijdens
de algemene beschouwingen de wens naar voren heeft gebracht om alle voor
rangskruisingen binnen deze gemeente op te heffen. Het was niet de eerste keer
dat deze fractie daarvoor pleitte, maar net als bij eerdere gelegenheden moet
ik u er toch op wijzen dat voorrangskruisingen in lang niet alle gevallen zonder
meer opgeheven kunnen worden, sterker nog, in diverse gevallen zelfs onaanvaard
baar is omdat bij een plotselinge wijziging van gewende voorrangsregels extra
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Alhoewel de nadering van de voorrangs
kruising Westerkim/Zuidlaan duidelijk is aangegeven, is het ons bekend dat door
het verkeer dat op deze kruising voorrang heeft over het algemeen veel te snel
wordt gereden. Wellicht dat in dit geval waarschuwingslichten een extra bijdrage
zouden kunnen leveren bij het attent maken van de verkeersdeelnemers op de
gevaarlijke situatie ter plaatse. In een van de vergaderingen van de verkeers-
commissie het komende jaar ben ik voornemens de voorzitter van de commissie
voor te stellen om alle bestaande voorrangskruisingen kritisch en verkeerstech
nisch te beoordelen, mede in relatie met het verkeersstructuurpian. Openbare
werken is momenteel doende een overzichtskaart samen te stellen waarop alle
in het verleden genomen verkeersmaatregelen zichtbaar zullen worden gemaakt.
II. Sluiproute.
Ook een steeds terugkerend onderwerp, mijnheer de voorzitter. Sluiproute is
een verkeerd gekozen woord; er staan namelijk verkeersnaamborden geplaatst.
Reeds medio 1980 heeft het gemeentebestuur een eerste mondeling contact
gehad met vertegenwoordigers van de provincie - de provinciale waterstaat -
inzake de doortrekking van de Maasroute, namelijk het gedeelte tussen Wagenberg
en Rijksweg 17. Eenieder is er van overtuigd dat, om de verkeersproblematiek
in het gebied ten noorden van en rondom Breda op te lossen, het noodzakelijk
is om de Maasroute door te trekken en de omlegging bij Terheijden te realiseren.
In april 1981 vond er weer een gesprek plaats met de provincie ter voorbereiding
van het zogenoemde "Voorstel principeplan doortrekking Maasroute tot Rijksweg
16".
Tijdens dit gesprek werd reeds duidelijk, dat, de doortrekking van de Maasroute
niet verder zou gaan dan Rijksweg 16. In mei 1981 heeft men ons het principe
plan toegezonden en werd het in alle gemeenten ter visie gelegd. Na bestudering
van het plan hebben wij bij schrijven van 28 augustus 1981 ons standpunt aan
de provincie kenbaar gemaakt. Voor de volledigheid zal ik thans de inhoud van
dit schrijven citeren.
"Uw voorstel principeplan doortrekking Maasroute tot Rijksweg 16 houdt in
dat een doorgaande verbinding wordt gemaakt van de huidige Maasroute met
Rijksweg 16, richting Rotterdam en Belgische grens. Een rechtstreekse verbinding
met Zevenbergen c.q. Langeweg, ontbreekt geheel en is ook niet in uw planning
opgenomen. Dit heeft tot gevolg, dat het verkeer komende uit het z uiden en
te zijner tijd bij doortrekking van de Maasroute tot Rijksweg 16 het verkeer