uit 's-Hertogenbosch - richting Zevenbergen - het centrum van deze gemeente
blijft doorkruisen, waardoor ernstige hinder voor de betrokken gemeentenaren
nu en in de toekomst wordt veroorzaakt.
Wij mogen u dan ook met klem verzoeken de doortrekking Maasroute tot Rijks
weg 16 zodanig te construeren, dat alsnog via voornoemde aansluiting een verbin
ding wordt gemaakt met weg S 6 (Langeweg/Zevenbergen). Wij mogen u verzoeken
zo mogelijk op korte termijn uw reactie in deze te vernemen".
Afschriften van deze brief hebben wij gezonden aan de gemeentebesturen van
Terheijden en Zevenbergen. Aangezien een reactie van de provincie uitbleef
hebben wij deze opnieuw verzocht contact met ons op te nemen. Het resultaat
was een bijeenkomst die plaatsvond op 13 mei 1982. Tijdens het gesprek dat
toen volgde werd ons medegedeeld dat de reacties van de betrokkenen op het
"voorstel principeplan" voor zoveel nodig en mogelijk zijn verwerkt en aangeboden
aan Gedeputeerde Staten.
Tezelfdertijd echter, kreeg Gedeputeerde Staten te horen dat de indertijd door
Rijkswaterstaat ontworpen aansluiting eenvoudiger uitgevoerd moest worden
omdat in het andere geval realisering nog jaren vooruitgeschoven zou worden.
Ook de toenmalige minister van verkeer en waterstaat heeft medegedeeld de
doortrekking als zeer belangrijk te beschouwen.
Als reactie van onze kant hebben wij medegedeeld, dat de gemeente achter
het streven van de provincie staat om de doortrekking van de Maasroute te be
vorderen, doch dat wij een aansluiting van rijksweg 16 aan de S 6 van groot
belang achten in verband met de ontlasting van de locale wegenstructuur van
doorgaand verkeer zoals dat door de gemeente Prinsenbeek ook naar voren is
gebracht in onze reactie aan Gedeputeerde Staten op het principeplan. Zelfs
is door onze afdeling openbare werken een principe-schets uitgebracht waarop
aangegeven hoe die verbinding tot stand zou moeten worden gebracht. Volgens
de provincie is onze reactie onderwerp van studie en overleg geweest waarna
er echter de conclusie aan werd verbonden dat een dergelijke aansluiting tech
nisch niet mogelijk is, ruimtelijk zeer ingrijpend is en ook niet past in het verkeer-
ordend beleid van de provincie. Kortom, dit plan was niet aanvaardbaar.
Wij delen deze visie van het provinciaal bestuur echter niet.
Wij hebben de provincie dan ook medegedeeld het zeer teleurstellend te vinden
dat men geen oplossing heeft kunnen bewerkstelligen voor de Prinsenbeekse pro
blemen. Immers, de doortrekking van de Maasroute tot Rijksweg 16 levert na
genoeg geen bijdrage aan de oplossing van de verkeersproblematiek in deze ge
meente, terwijl de doortrekking van de Maasroute tussen de rijkswegen 16 en
17 nog zeer lang op zich zal laten wachten of mogelijk nooit zal worden uitge
voerd.
Gelet op de Prinsenbeekse problemen en gelet ook op de inhoud van het principe
plan voor de doortrekking van de Maasroute met welke inhoud Gedeputeerde
Staten naar verwachting zullen instemmen, heeft ons college een gesprek aange
vraagd met de gedeputeerde voor wegen en verkeer, drs. de Geus.
Na tot driemaal toe te zijn uitgesteld, kon uiteindelijk op 14 oktober 1982 dit
gesprek plaatsvinden.
Na ons standpunt nog eens uitvoerig te hebben toegelicht, kwam de heer de
Geus tot de conclusie dat een verbinding met de S 6 structureel en technisch
niet mogelijk was. Ondanks onze eigen verkeerstellingen, vond de heer de Geus
dat alleen een juist beeld te verkrijgen zou zijn door een kentekenonder zoek
met enquête in samenwerking met de provincie.
Zodra de omlegging rond Terheijden, tezamen met de doortrekking van de Maas
route naar rijksweg 16 voltooid zal zijn, zal de provincie maatregelen kunnen
nemen om zwaar vrachtverkeer richting Zevenbergen via Prinsenbeek te ver
bieden. Ter afsluiting van het gesprek is de afspraak gemaakt dat een ambte
naar van de provinciale afdeling verkeer zich ter plaatse zou gaan oriënteren
en zijn bevindingen aan de gemeente zou kenbaar maken. Hiertoe is een gesprek
belegd op 22 februari 1983, waaraan ook werd deelgenomen door Ir. Bueninck,
-28-