-41-
zaak van een school hoort, om die dingen te doen die conform de wet aan de
schooi zijn toevertrouwd. Voor de gewone dingen zoals bijvoorbeeld lezen en
schrijven kunnen extra gelden van de overheid worden verkregen buiten de gel
den die men daarvoor al heeft en bij bijzonder onderwijs kan men bijvoorbeeld
godsdienstonderwijs als het verlengde zien. Het I.M.C. Breda heeft toen heel
ad rem geantwoord dat het niet ging om een vorm van godsdienstonderricht
maar dat het ging om een vorm van schoolbegeleiding en dat zorgde ervoor
dat de districtscatechese er door kwam. De heer Jansen heeft nog eens gewe
zen op het feit dat er nooit sprake geweest kan zijn van godsdienstonderwijs.
Hij denkt dat daarmee dit verzoek ook erg moeilijk komt te liggen. Wat hem
bijzonder trof is, dat in het antwoord stond "medezeggenschapsraad bestuurs
vorm en het gebouw openbare school". Hij leidt daaruit af dat hij alle drie de
antwoorden zou krijgen. Hij krijgt echter alleen antwoord voor wat betreft
de medezeggenschapsraad. Hij is in principe daarover volledig geïnformeerd.
Zijn er naar aanleiding van het subsidie aan de medezeggenschapsraad nog be
paalde verplichtingen opgelegd voor de bestemming van die gelden. Geen ant
woord heeft hij gekregen op de vraag wat nu het verband is met een ouder
commissie. Hij hoopt dit in tweede termijn te vernemen. Hij heeft vragen ge
steld over de bestuursvorm openbaar onderwijs. Niet om nu al een standpunt
in deze kwestie in te nemen maar wel of men een discussie die al begonnen
is voort wil zetten.
Hij heeft gevraagd om enige voortvarendheid te betrachten met het gebouw
openbare school. Gezien het feit dat het college hem daar niet in heeft gecor
rigeerd neemt hij aan dat het college hieraan wil voldoen. Men heeft vanavond
nog gezien dat het wegingsmechanisme subsidies verenigingen een zeer belang
rijk thema wordt wanneer het gaat om subsidies van enige omvang. Ook hem
heeft de plotselinge ommezwaai van het C.D.A. inzake verdergaande samenwer
king tussen gemeentelijk woningbedrijf, Woningstichting Prinsenbeek en de Stich
ting Gertrudisoord aangenaam verrast. Hij wil tenslotte nog even ingaan op
de vragen waarop hij geen antwoord heeft gekregen en die hij toch wel van
enig belang acht. Het punt van de bibliotheek. Het voorstel wat het college
deed in deze zaak was ad hoe. Hij geeft toe dat het op zichzelf wel een aardig
voorstel was maar men zit toch met het bibiiotheekprobleem. De bibliotheek
zit in een gebouw waarvan de verdere oplevering ten behoeve van de bibliotheek
min of meer gegarandeerd was via een brief van de Stichting Katholiek Onder
wijs. Die toezegging kan niet gestand worden gedaan. Hij neemt aan dat - de
ontwikkelingen in de wijk enigszins volgende - het zo zal zijn dat aan die
toezegging binnen nu en korte tijd geen gevolg gegeven zal kunnen worden.
Hij verzoekt het college toch om - zij het niet met een definitief standpunt
maar toch wel een reactie te geven op de vraag of; "denkt u dat het verstan
dig is dat wij de bibliotheek moeten laten waar hij is en daar houden of zou
het toch niet verstandig zijn om echt te overwegen, met alle bijkomende kosten,
de bibliotheek te verplaatsen naar, als het een schoolgebouw zou moeten zijn,
een vorm van openbaar onderwijs waar de gemeente toch wat meer zeggenschap
over heeft".
Tot slot heeft hij in het antwoord gemist het punt schooladviesdienst. Hij heeft
daar in tweeërlei opzicht aandacht aan besteed. Hij heeft enerzijds gezegd
dat het schoolbegeleidingswerk wat zijn fractie betreft éen basisvoorziening
is. Dat is het inhoudelijke standpunt. Anderzijds heeft hij zich scherp afgezet
tegen de manier waarop die zaak in de commissies is behandeld en met name
tot een einde is gebracht. Hij heeft in de wandelgangen weliswaar vernomen
dat het college die mening ten dele deelt. Hij zou dat ook graag in het open
baar van het college vernemen - als men die mening al deelt - of men zijn
verzoek om over die kwestie nog eens te praten, of men dat meent te kunnen
honoreren. Hij vindt dat de behandeling van de begroting zoals dit jaar erg
lang duurt. Hij heeft daar geen antwoord op. Eventueel kan raadsleden gevraagd
worden zich tot hoofdzaken te beperken. Hij zou in overweging willen geven
om met deze raad, in een ander verband dan nu, eens te gaan overleggen hoe
de begrotingsbehandeling misschien op een andere manier en misschien ook
iets spiritueler kan worden ingericht.