-45-
deputatie uit de raad en de betrokkenen bij Eikebos een bespreking arrangeert
waarbij men aiie ins en outs van Eikebos ruim de revue passeren.
Alle keuzepatronen die daartussen liggen variëren tussen de min f. 160.000,™
tot 4 a 5 ton voor de gemeente. Hij garandeert dat wanneer er niets gebeurt
het maximum van 5 ton binnen twee jaar er is. Als zodanig is er nu het mo
ment om te praten en eventueel te kijken of de minimum-positie van f. 160.000,--
attractiever is. De subsidieachtergrond van de lokale omroep is voor hem nu
niet bespreekbaar. Vóórdat er vergunning wordt verleend of er toezeggingen
worden gedaan, wenst hij te weten of de financiering als zodanig door de lokale
omroep gehaald kan worden. Hij gelooft niet in een wegingsmechanisme bij
subsidies. Dat is een heel mooi woord, maar men komt er nooit aan uit. Daar
kan men lang over filosoferen. De subsidieverstrekkingen zijn zo verschillend
van aard dat zij zich niet lenen voor een keurslijf. Op een gegeven moment
zal via gezond verstand en eerlijkheid tot besluiten moeten worden gekomen.
Ten aanzien van de huurverhogingen staat in het voorstel 5% plus 5% inhaal.
Hij heeft voorgesteld nu de huurverhoging 3% is, de inhouding ook te beperken
tot 3%. Hij heeft geen antwoord op dit voorstel gekregen. Voor hem is de S.A.D.
afgewerkt en heeft hij er geen enkele behoefte aan om dat opnieuw ter dis
cussie te brengen. Men zal moeten trachten op zo kort mogelijke termijn het
gebouw geheel beschikbaar te stellen voor de bibliotheek. Zijn fractie heeft
geen behoefte aan nieuwbouw. Wanneer men het muziekonderwijs wil gaat put
ten uit het potje wat in 1980 ter beschikking is gekomen, dan gaat men de
verkeerde weg op. Dat potje is zo klein dat het geen zoden aan de dijk zal
zetten en dan zal het volgend jaar ook een belasting worden voor de begroting.
Hij vindt dat onjuist. Het is geen oplossing. Dit is de zaak voor zich uitschui
ven met het risico dat het straks een keiharde begrotingspost wordt.
Hij heeft geen antwoord gekregen op zijn interventie aan het begin van de avond
wat er nu eigenlijk gebeurt met het voorzitterschap en het secretariaat van
de welzijnsraad. Wanneer men over de dagrecreatie praat bij het zwembad dan
hoopt hij niet dat daar vormen gekozen worden waarbij campings weggezet
kunnen worden. Dat past niet bij het object. Kleine verbeteringen zullen nog
noodzakelijk zijn. Hij kan zich indenken - na de interventie van de heer van
den Bliek - dat men wacht tot de voorschriften misschien iets gewijzigd worden
voordat misschien definitieve stappen worden ondernomen. Het is gevaarlijk
om kosten te maken en straks te merken dat het niets helpt. Overigens is
hij uitermate tevreden met de wijze waarop het college van burgemeester
en wethouders geantwoord heeft en hij dacht ook uit de gematigde manier
van reactie deze avond dat het college met een gerust hart verder kan
gaan.
De heer van der Kooij zegt dat bij het algemeen beheer gesproken wordt over
de V.V.D. die bepaalde suggesties aandraagt. Hij neemt aan dat men daar mee
bedoelt initiatieven vanuit de bevolking die via de raadscommissies tot leven
moeten komen. Hij vindt het erg prettig, dat het college deze suggesties mee
wil nemen. Als men praat over de Klepel die bij een enquête een belangstelling
van 97% scoorde dan vraagt hij het college - als men hieraan zoveel waarde
hecht - of het bereid is te onderzoeken of de bevolking aan een opname in
Modern Prinsenbeek,maar dan wei wekelijks, de voorkeur zou geven. Zijn fractie
blijft voorstander van deze wijze van informatieverstrekking om zowel finan
ciële ais publicatieredenen. Hij is voorstander, ondanks de gevoerde procedure
van inspraak, van een snelle afwikkeling van bestemmingsplan "Moleneind".
Wat de invulling van de markt aangaat ziet men op dit moment het inscha
kelen van een projectontwikkelaar niet zitten, althans niet voor de hand liggen.
Hij zou dit in het laatste stadium wei onderzocht willen hebben. Om de zaak
met de apotheker een tijdje op te schorten vindt hij erg prettig. Met de effectu
ering van bejaardenwoningen in de Beeksestraat is hij blij dat het college dit
toezegt. Ten aanzien van de bibliotheek op de markt zou een studie naar de
inpasbaarheid en consequenties een goede zaak zijn. Wanneer de kleuterschool
in latere jaren vrijkomt kan men die anders invullen. Op de deregularisering