-47- een besluitenlijst ten aanzien van de raad maar dat effect is niet wat het zou moeten zijn. Hij zegt niettemin gaarne toe dat hij deze zaak in het college brengt. Bemerkt men niets, dan blijft het college bij zijn standpunt en anders ziet men op een goed moment bij de agenda voor de volgende vergadering een besluitenlijst van het besprokene in de voorafgaande openbare raadsvergadering. De invulling van de markt dient mede in overleg met het P.O.K. en ae bevolking te geschieden. Niet starten vanuit de straten. Hij wil ten aanzien van deze kwestie tegelijkertijd mede de andere woordvoerders beantwoorden. Het college vult niet in. Wat het college doet, is een aanzet geven en voorwaar denscheppend werken en die legt het dan voor aan de commissie ruimtelijke ordening, aan de verkeerscommissie en aan het P.O.K. Dat is een program van eisen waarvan de invulling later dient te gebeuren. Vanuit de straten zelf wordt niet expliciet gestart. Het zal zo zijn dat in de aanlopende straten naar de Markt toe geen nieuwe winkelvestigingen komen waar in deze nu nog niets is. Hij gaat er namelijk op dit moment vanuit dat bij het bestemmingsplan zoals het was - de raad weet dat er op dit moment een voorbereidingsbesiuit is - dat daar waar nu woningen zijn, in principe geen nieuwe winkelvestigingen komen. Wat daar nu zit kan naar de Markt toe maar kan ook blijven zitten en daar uitbreiden. Men gaat als het ware niet van de omliggende straten uit nieuwe winkel vestigingen waar dae.r nog geen bestemming van winkel vestiging of ander nerigdoend bedrijf op rust, stimuleren. Dat zou in strijd zijn met de doelstelling van de Structuurschets. Deze schets doet in deze namelijk bepaalde beleidsaan bevelingen ter stimulering én ter beperking. Het overleg met het P.O.K., hij herhaalt het nog eens, betreft het distributie-planologisch aspect. Er zijn een aantal aspecten waar het P.O.k. geen zicht op heeft. Bijvoorbeeld als het gaat over de verkeerskundige aspecten, de milieu-aspecten, over het hele stede- bouwkundige aspect waarbij ook een sociaal-culturele sfeer te pas komt en de parkeeraspecten. Er zijn een x-aantal aspecten die betrokken moeten worden bij dit alles, welke niet alleen des P.O.K.'s zijn. Hij heeft ai gezegd dat het college in januari overleg heeft met het P.O.K. Het college wil toch voet bij stuk houden wat betreft de koopavonden. Gemeenschapsbelang heeft dat reeds drie of vier jaar op een rij naar voor gebracht. Dat is via de Klepel iedere keer naar buiten gebracht. De bevolking heeft kunnen lezen dat er vanuit een bepaalde groepering van da raad die wens naar voren is gebracht en tot op dit moment is er noch bij het college noch bij het ambtelijk apparaat ook maar één keer een reactie gekomen dat de bevolking dit graag zou willen. Zijn er problemen dat iemand overdag niet kan dan wordt het altijd zo geregeld dat men wordt geholpen. Door het C.D.A. is gezegd dat alle mensen aan tafel moeten worden gebracht die hebben meegewerkt aan het rapport "Kiezen voor de toe komst". Hij is daarmes akkoord. Inmiddels is er bij het college vanmorgen nog een brief binnengekomen van 25 winkeliers in de Groenstraat. In totaal heeft het P.O.K. ongeveer 57 ondernemers. Dat is dus bijna de helft die aangeeft dat zij zich bezorgd maken over de markt. Zij vragen overigens ook een onderhoud en zeggen dat men niet alles naar de markt moet zuigen want de Groenstraat is een winkelstraat en dat moet zo blijven. Hij wil hiermee maar aangeven dat het probleem niet zo gemakkelijk ligt. Als het college met het P.O.K.-be stuur aan tafel gaat zitten dan zal dat P.O.K. zich presenteren namens het overgrote deel van de ondernemers. Hij zou niet graag hebben dat er met het P.O.K.-bestuur wordt gesproken als men weet dat daar afspraken kunnen worden gemaakt terwijl er het een hele straat met 25 ondernemers niet mee eens zou zijn. Een en ander moet dus zeer alert en voorzichtig worden benaderd. Het college heeft zich welbewust heel voorzichtig uitgedrukt toen de project-ontwikkelaar aan de orde was en ïeeft gesteld: "gelet op de in het verleden opgedane erva ringen". Er zijn namslijk, jaren geleden, een aantal project-ontwikkelaars ge weest die zich voor de ontwikkeling van de markt heben ingezet en er niet zijn uitgekomen, omdat er geen zicht op was wat het gemeentebestuur nu exact wilde. Het gaat er dus om dat het gemeentebestuur exact aangeeft wat men wil en dan kan men zeggen of het zinvol is om een project-ontwikkelaar in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 308