knapt kan worden en dat bepaalde wensen van de oudercommissie geëffectu
eerd kunnen worden. Het college heeft toch nog goede hoop om een werkbaar
wegingsmechanisme te kunnen ontwikkelen en te kunnen gaan gebruiken. Bijna
alle gemeenten worstelen hiermee. Hij vindt het een goede zaak dat het college
besloten heeft de welzijnsraad en de andere werkgroepen te vragen om daarover
van gedachten te wisselen. Het gaat erom dat er een eerlijk en rechtvaardig
systeem gevonden wordt, waarin iedereen zich kan vinden in normen, om af
te wegen waarop en op welke wijze die subsidies toegekend gaan worden. Hij
zegt niet dat de welzijnsraad er uit zal komen maar wei dat ze er hard aan
zullen werken. De bibliotheek is een heel moeilijke zaak. Als het aantal leer
lingen per 1 september aanstaande aantoont dat de school niet terug hoeft
naar één lokaal dan moet het S.K.O.P. besluiten allebei de klaslokalen eruit
te halen en onder te brengen in de Griffioen-school.
De heer Lodewijks denkt dat dit niet juist is. De inspecteur heeft toch ook
nog een belangrijke stem.
De heer Dirven zegt dat de heer Lodewijks hem niet goed begrijpt. Het S.K.O.P.
heeft de medewerking gegeven. De raad heeft besloten dat er twee kleuterklassen
van de Speelwei overgeplaatst kunnen worden naar de Griffioen. Als er in de
Griffioen niet genoeg lege lokalen zijn dan kunnen de kleuters niet overgebracht
worden. Dan blijven ze in de Speelwei zitten. Het S.K.O.P. heeft natuurlijk
ook nog andere lokalen en als men besluit ze daar onder te brengen, dan is
dat hun zaak. De gemeente kan niet met dreigementen komen, tenzij ze medewer
king zouden willen geven. Maar dat is natuurlijk geen argument om te zeggen
"en nu moeten jullie eruit". Want dan komt de inspectie van het onderwijs.
De heer Lodewijks zegt dat de voorziening in de Griffioen toch al aan het
S.K.O.P. aangeboden wordt.
De heer Dirven zegt dat, wanneer er niet voldoende lege lokalen zijn om de
kleuters te huisvesten een en ander niet doorgaat.
De heer Verstraten zegt bij interruptie dat hij duidelijk heeft gevraagd wat
de wethouder gaat doen wanneer vóór 1 april 1984 nog geen definitieve afspraak
is gemaakt met het S.K.O.P.
De heer Dirven zegt dat er voor die tijd een antwoord komt. Dit heeft hij
het bestuur van de bibliotheek ook verteld. De laatste tellingen van de kleuters
worden nog afgewacht. Hij kan nu al zeggen dat deze hoger liggen dan 32 leer
lingen. Dat betekent dat er twee lokalen beschikbaar moeten blijven voor het
kleuteronderwijs van de Speelwei of ondergebracht in de Griffioen. In de com
missie onderwijs is zeer diep op de S.A.D. ingegaan. De afhandeling was alleen
nog maar financieel en men weet exact hoe het verlopen is.
De heer Lodewijks tekent hiertegen toch bezwaar aan. Hij heeft in eerste en
tweede termijn niet gezegd dat er niet in de commissie omstandig gesproken
zou zijn over die zaak maar dat in de commissie een procedure was afgesproken.
Zowel inhoudelijk ais wat betreft de bewaking van de financiële zaken die
daarbij betrokken waren. Toen de laatste conclusies getrokken moesten worden
is dit heel erg rommelig afgewerkt. Hij vraagt het college terug te schakelen
naar fase 5 om zodoende fase 6 alsnog gedegen af te maken in die zin dat het
dan niet een advies is wat gebaseerd is op meningen die niet gecorrigeerd zijn
maar wel onjuist waren.
De heer Dirven zegt dat er eik jaar een terugloop is van de kwaliteit van het
zwemwater van de Kuil. Het is best mogelijk dat er in de toekomst maatregelen
te verwachten zijn maar hij denkt dat niet zomaar openbare zwembaden gesloten
zullen gaan worden. De Kuil is in het kader van de openluchtzwembaden in
Brabant een van de best gekwalificeerde wat de waterkwaliteit betreft. On
langs heeft hij met de twee gymverenigingen een gesprek gehad over de ver
sleten vloer van de sporthal. Deze verenigingen zijn daar uitermate over te -
vreden. De ontheffing betreft niet de kwaliteit van de vloer maar de hoedanig
heid van de vloer. De vloer van de sporthal is niet optimaal geschikt voor het
spelen van volleybalwedstrijden. Dit heeft niet te maken met de slijtage maar
met de hard- of zachtheid van de rubberlaag van de vloer.