een goed en duidelijk inzicht geven in de daarin behandelde zaken. Alvorens
op de inhoud van de stukken in te gaan, wil hij herinneren aan de program-
ma-afspraken. In het kort komt dat hierop neer: de reserves/fondsen aan
passen op basis van het inflatie-percentage. Afwijken van afspraken kan
niet anders dan na overleg tussen de vier frakties. Ook bij de algemene
beschouwingen zijn deze onderwerpen door zijn fraktiegenoot ter sprake
gebracht en door het college werd daarop toegezegd te komen met
een nota in het voorjaar 1983 voor de slotregularisatie van het dienstjaar
1982. Tegen deze achtergrond wil hij opmerken dat zijn fraktie niet akkoord
kan gaan met het aanpassen van de reserves 1982 zoals door het college
wordt voorgesteld. In de nota spreekt men van het op peil houden van
de intrinsieke waarde van de reserves en het aanpassen van de reserves
aan de koopkrachtontwikkeling. Dat is precies wat zijn fraktie voor
staat en het beste middel daartoe is zijns inziens het aanpassen van de
reserves met het inflatie-percentage. Andere zaken worden ook aangepast
aan dat inflatie-percentage, zoals bijvoorbeeld de salarissen die in de
regel op basis van de gestegen kosten van het levensonderhoud worden
aangepast met een inflatiecorrectie en niet met een rentepercentage
op de geld- of de kapitaalmarkt. Het merendeel van de gemeentelijke
reserves zal te zijner tijd gebruikt worden in de bouwsector. De globale
indexcijfers voor de bouw bedroegen in juni 1981, juni 1982 respectievelijk
295 en 291. Dat betekent een daling van de bouwkosten met 1%. Bij een
veronderstelde rente-opbrengst VC£°T deze gemeente gemiddeld over het
jaar 1982 van 8%, zou er dan 9% alm de reserves en fondsen worden toege
voegd. Dit lijkt hem beter dan een zijns inziens onnodige toevoeging aan de
bestaande reserves, voor net aanleggen van een reserve voor vervanging
van de rioolleidingen, en dat op basis van de nu waarschijnlijk wel te
taxeren kosten, die voortvloeien uit het onderzoek dat recentelijk heeft
plaatsgevonden.
Ook kan tegemoet gekomen worden aan de verkrappende budgetruimte
in de komende jaren, door nu vervroegd af te schrijven op onrendabele
investeringen met het doel de gewone dienst in de komende jaren wat
te ontlasten. Ten aanzien van het voorstel om f. 750.000,— over te boeken
van de reserve sport en recreatie naar de reserve wegen en fietspaden,
stelt zijn fraktie voor om in een later stadium, wanneer door de slotregu
larisatie van 1982 wat meer bekend is omtrent een eventueel overschot
op de jaarrekening 1982, deze zaak opnieuw te bezien en dan ook te bezien
of en voor welk bedrag een reserve wegen en fietspaden moet worden aange
legd. Overigens ziet zijn fraktie niet de reden in waarom de reserve sport
en recreatie en niet andere reserves voor zo'n overboeking zouden moeten
opdraaien.
Tenslotte kan zijn fraktie er mee akkoord gaan om de reinigingsrechten
in vier jaar kostendekkend te naaien, maar tekent daarbij wel aan dat
de woordvoerder van het C.D.A. kennelijk teruggekomen is op zijn uitspraak
gedaan in de raadsvergadering van 28 oktober 1982. Dan citeert hij: "het
enigste begrip dat in de toekomst in deze zaak zal worden gehanteerd,
is een begrip van redelijke geleidelijkheid".
De heer Jansen merkt op dat deze redelijke geleidelijkheid voor hem inder
daad acceptabel is in vier jaar, zeker gezien de uitkomst wat dat per
jaar betekent.
De heer van der Kooij vindt het een uitstekend stuk en een initiatief
wat zeker in de volgende jaren doorgezet moet worden omdat het een
goed beeld geeft van wat er in de toekomst verwacht kan worden, althans
bij ongewijzigd beleid.
Zijn fraktie had in de commissievergadering begrepen dat die overboe
king van f. 750.000,— teruggenomen zou worden, doch daarmee gaat zijn
fraktie wel akkoord. Dat er bij de slotregularisatie wellicht een hoeveelheid
fondsen overgemaakt kunnen worden naar de reserve wegen en fietspaden,