lijkt hem een goede zaak aangezien er nogal wat op het programma staat
in de toekomst, alhoewel hij niet bij voorbaat zegt dat men het met al
deze voorstellen eens zou zijn.
Met het bijschrijven van de rente van 5,8% op de reserves zoals verwoord,
is zijn fraktie het eens. Dat de reinigingsrechten in vier jaar kosten
dekkend zuilen worden, afgezien van de kosten van de stortplaats in Zeven
bergen, acht zijn fraktie een goed voorstel. Daarbii hoopt hij dat de
kosten van de stortplaats in Zevenbergen niet zo exhorbitant hoog worden
dat die op latere termijn een flinke verhoging met zich mee zouden brengen.
Overigens ziet zijn fraktie de voorstellen, zoals die verwoord worden
ten aanzien van het investeringsschema, als uitgangspunten en noodzakelijk
voor het uitstippelen van het beleid voor de komende jaren. Overigens
is het zo dat de beslissing daarover uiteraard bij de raadsvoorstellen zelf
kan komen.
De voorzitter vindt dat de lof die het college is toegezwaaid, met het
volste recht overgebracht kan worden naar de ambtenaren die dat voor
bereid hebben. Als waarnemend portefeuillehouder heeft hij daaraan niet
zo'n groot aandeel gehad.
Met de opmerking van de heer Jansen ten aanzien van de f. 750.000,—
kan het college akkoord gaan. Temeer daar er de opmerking gemaakt
is dat er bij de slotregularisatie van 1982 precies bekeken zal worden
waar een en ander aan besteed wordt en dan krijgt die post toch de aan
dacht die het op dat moment nodig heeft. Het college vindt het fijn dat
men met de rente-bijschrijvingen akkoord gaat.
Met de reinigingsrechten is de raad akkoord met de vier jaar op de zaak
Zevenbergen na. Hij denkt dat dit een erg normale zaak is, omdat er
alleen nog maar een globaal inzicht is wat de kosten betreft. Er is ook
nog geen rekening meegehouden in de meerjarenbegroting. Wat dat betreft
is het alleen maar juist dat er later op teruggekomen wordt.
Het investeringsschema is een beleidsnota waar in aangegeven is wat
er in de komende tijd uitgevoerd gaat worden waarbij te zijner tijd een
en ander wordt bekeken.
De heer Oosthoek is teruggekomen op de programma-afspraken die er
gemaakt zijn, zeker wat betreft het aanpassen van de inflatie en de rente
bijschrijvingen. Er zijn harde afspraken gemaakt, doch onder bijzondere
omstandigheden zijn afwijkingen mogelijk. Het college heeft gemeend
dat er op dit moment bijzondere omstandigheden aanwezig zijn om, wat
betreft het rente-percentage en de inflatie-bijschrijving, zo te handelen
en dat het een betere gang van van zaken is om op de ontstane situatie
in te springen. Op dit moment zou 9% toegevoegd kunnen worden. Wat
het precies wordt weet men straks bij de slotregularisatie. Van de andere
kant kwam de suggestie en daarmee wordt wel aangegeven waar het
gevaar zit wanneer men op de inflatie-correctie blijft zitten, om bij de
gewone dienst wat extra af te schrijven om zodoende die te ontlasten.
Hij wil daarom ook verzoeken met het voorstel van het college akkoord
te gaan onder die voorwaarde dat straks bij de slotregularisatie nog eens
wordt overwogen of hetgeen het college nu voorstelt wel juist is. Dat
geldt ook ten aanzien van die f. 750.000,— overboeking.
De heer van der Westen vraagt of de akkoord-verklaring toch niet inhoudt
dat er te zijner tijd niet meer gesproken kan worden over het punt om
restitutie te verlenen aan bejaarden in verband met de heffing reinigings
rechten.
De voorzitter zegt dat dit een zaak apart is.
De heer Oosthoek is het helemaal eens met de voorzitter dat in het
afgelopen jaar, met name de tweede helft van 1982, het nodige veranderd
is op de geld- en de kapitaalmarkt wat betreft de rente-vergoedingen.
Waar zijn fraktie echter op aanstuurt, is het inflatie-percentage en dat