voorstel van de heer Jansen is om een soort technisch adviesbureau van de sportadviesraad te maken. Dit is ook besproken in het college doch daar zit de volgende problematiek aan vast. Er is dan één permanent adviesbureau voor de wat meer technische zaken en het lijkt het college veel beter om als er zich situaties voordoen, waarin dat nodig is met advies van de wel- zijnsraad een ad hoe commissie in te stellen die dan de gemeenteraad en het college verder kan adviseren. Het is zeer zeker niet de bedoeling dat de welzijnsraad technische adviezen gaat uitbrengen. De suggestie om de secretarisbenaming te veranderen in "ambtelijk notulist" vindt hij een zeer goede suggestie. Een "notulist" met een aantal aanvullende werkzaamheden, is een betere voorstelling van zaken en geeft de welzijnsraad de mogelijkheid een secretaris te kiezen. Omtrent de opmerking bij artikel 4, lid 3 van de heer Jansen dat de welzijns raad zich door deskundigen kan doen bijstaan hoopt hij duidelijk genoeg te zijn als hij zegt dat men de welzijnsraad een bepaalde vrijheid daarin moet laten. Hij acht het meer een verplichting van het college van burgemeester en wethouders om de raad goed te adviseren dan dat de welzijnsraad dit zou doen. Het woord "technisch deskundig" is hier ook meer bedoeld in de geest van maatschappelijk werkers of artsen. Ook zuilen er niet altijd deskundigen bijgehaald moeten worden want hij hoopt dat in de welzijnsraad zelf voldoende deskundigheid zal zijn om dat soort zaken zelf te behandelen. Het college is het er mee eens dat een zekere gewenning aan de welzijnsraad moet plaatsvinden en de eisen om dit elk jaar te evalueren kan hij onderschrijven. Het betekent het inleven in een nieuwe situatie waarmee het welzijn van de hele gemeenschap gediend is en het dient door de gemeenteraad zin vol te worden bekeken zodat een zinvolle afwerking daarvan ook gestalte gaat krijgen. In de richting van de heer Lodewijks zou hij willen zeggen dat in het tempo een heel belangrijk facet zit. Enkele verenigingen hebben deze zaak nog niet doorgesproken. Wei zijn alle verenigingen schriftelijk bericht en alle grote verenigingen zijn al benaderd. De lijst loopt door tot augustus. Alsdan zou er gewacht moeten worden tot september. Er zijn twee redenen waarom toch zo snel mogelijk een welzijnsraad ingesteld zou moeten worden. Op de eerste plaats is er op het moment een ambtelijke werkgroep bezig met tarieven en subidies voor te bereiden naar aanleiding van een vraag van de raad. De behandeling zou moeten plaatsvinden in de april- of mei vergadering. De tarieven eventueel al in maart omdat met de samenstelling van de begroting 1984 al een aanvang gemaakt moet worden in het voorjaar 1983. Bovendien is het ook voor de verenigingen belangrijk om te weten welke kant de gemeenteraadopgaat met de tarieven en subsidies en dan moet er niet gewacht worden tot september of oktober. Het college denkt dat het juist de welzijnsraad is, die zinnige bemerkingen en opmerkingen zou kunnen maken inzake die subsidieregelingen. Die subsidieregeling moet zodanig samengesteld worden dat hij voor iedereen bruikbaar is maar ook de verdeling van de subidies rechtvaardig geschiedt. Vandaar dat het college wil voorstellen de welzijnsraad toch in de volgende gemeenteraadsvergadering samen te stellen. Óp een open oproep in Modern Prinsenbeek en in de Klepel, waarin uiteraard nogeens gesteld wordt wat de voorwaarden zijn om lid van de welzijnsraad te worden kunnen de mensen zich zowel schriftelijk als monde ling aanmelden of doen aanmelden. Wat dat betreft heeft iedereen dan nog de tijd. Hij denkt dat hij daarin meteen de laatste opmerking van de heer van den Bliek heeft meegenomen. De voorzitter geeft hierna gelegenheid tot discussie in tweede termijn. De heer Jansen betreurt het dat aan artikel 61, lid 1 niet verbonden wordt artikel 63. Hij is namelijk van mening dat de losvaste sfeer waarin deze raad gaat werken het risico inhoudt dat daar ook frustraties zullen ontstaan. Niettemin accepteert hij de uitleg. Wel wil hij benadrukken het belang van het jaarlijks evaluatieproces. Overigens prefereert hij wel een kleine wijziging bij artikel 4, lid 3. Hier staat dat de welzijnsraad zich door deskundigen kan doen bijstaan. Hij wil dit toch wat scherper stellen door dir te wijzigen -12-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 43