-19-
12. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanschaf
van werkverlichting op een brandweervoertuig.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming wordt conform het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
13. Voorstel tot het uitbrengen van twee stemmen op een kandidaat-lid
van de algemene vergadering van het Hoogheemraadschap West-Brabant.
De heer van den Bliek heeft al in de commissie naar voren gebracht of
het niet zinniger is om met de heer van der Weijden door te gaan. De mo
tieven die hier aangedragen worden, zijn in feite afgeleid van de gemeente
Dongen en die zijn naar zijn mening wellicht onzuiver. Er wordt namelijk
gesteld dat het voorgedragen lid dient te staan voor de belangen welke
bewoners en gebruikers van gebouwde eigendommen hebben, namelijk
bij de taken van het Hoogheemraadschap. Als men dat zo stelt dan kun je
stellen in welke mate is er die sterke relatie voor de gemeente Dongen.
Hij heeft de brief van Dongen gezien, waarin een aantal zaken wordt
aangedragen. Onder meer dat deze gemeente 1/3 deel uitmaakt van het
inwonertal van de groep van gemeenten die daarvoor staat. Hij vindt dat
men zo niet mag spreken. Dit lid staat voor de groep van gemeenten onge
acht welk lid het is, of hij nou uit Dongen of uit Alphen komt. Verder geeft
de gemeente aan dat men uitzonderlijke belangen heeft in de gemeenten,
met betrekking tot de problematiek van industriële lozingen. Dat is eigen
lijk niet een taak waarvoor hij als lid wordt voorgedragen. Dat zijn namelijk
belangen van het bedrijfsleven die worden behartigd door de leden die door
de Kamer van Koophandel worden voorgedragen. Dan wordt er een beroep
gedaan op de loyaliteit in de zin van het rouleren. Hij heeft de correspon
dentie van de betreffende gemeente nagelopen en ziet dat alle gemeenten
stellen dat de heer van der Weijden tot volle tevredenheid functioneert.
Men moet ook in ogenschouw nemen dat het Hoogheemraadschap met het
uitvoeren van werken, waterstaatswerken en zuiveringen, in de laatste zit
tingsperiode een aanvang heeft gemaakt en de volgende zittingsperiode
een volledige sanering te zien zal geven. Deze persoon is bij de besluit
vorming al betrokken geweest, en heeft dus ook een zekere kennis opgedaan.
Wanneer men nu een nieuwe persoon aandraagt heeft hij de indruk dat
het problemen of onduidelijkheid kan scheppen. Hij denkt dat het nuttig
is, zeker in de volle aanzet die gegeven is en de beslissing die ervoor
genomen is, om deze persoon dan ook de komende zes jaar definitief uit
te laten zitten. Refererende aan het slotargument dat de gemeente er
voorstander van is om de samenstelling van groepen te gaan wijzigen, vraagt
hij zich af wat de motieven van de gemeente zijn om dat voor te dragen.
Als dat doorgezet kan worden dan denkt hij dat de gemeente Dongen eruit
zal liggen en is het hem temeer verdienstelijk om de heer van der Weijden
de komende raadsperiode uit te laten zitten en deze problematiek ten prin
cipale na de volgende raadsperiode, wanneer er ook duidelijkheid is over
de herindeling, aan de orde te stellen. Hij heeft de indruk dat de motieven
als zodanig niet helemaal zuiver zijn en dat het aan te bevelen is om eerder de
heer van der Weijden voor te dragen dan de heer Dosker.
De heer van der Kooij heeft al die correspondentie niet gelezen, maar
er zijn toch een aantal argumenten, die zijns inziens zeer pleiten voor de
neer Dosker. Hij vindt het juist dat een derde van de bevolking enig recht
heeft op vertegenwoordiging.
Komende bij de stromingsgebieden heeft hij een hele lijst doorgelezen van
allerlei gemeenten die samen een aantal kandidaten naar voren kunnen