Bij de volgende begrotingsronde kan de raad dan met die adviezen rekening
houden.
De heer van den Bliek zegt dat het college er naar streeft om tot een meer
rechtvaardige en evenwichtiger tarifering te komen. Een van de vier uitgangspun
ten is naar zijn mening de grote onduidelijkheid omtrent de berekeningsgrondslag
van de tarieven zoals die in het verleden tot stand zijn gekomen. Daarnaast
de grote verschillen tussen de geldende gebruiksvergoedingen en de verscheidene
accommodaties. Ook de gebruiksvergoedingen die achter zijn gebleven bij
de kosten van de verschillende onderdelen. Bovendien geldt algemeen de bezuini
gingsdrift die zich aandient. De vraag is in hoeverre die tekorten in de welzijns
sector te beperken zijn. Het collegevoorstel komt concreet op het hanteren
van een dekkingspercentage neer. Deze zaak is in de commissie weizijn zeer
uitvoerig besproken alsmede in de commissie algemene zaken en financiën.
Na deze discussies had hij toch de indruk dat hij, hoewel ze indringend en
uitvoerig waren, toch niet het geheel kon overzien. Zijn fraktie komt tot de
conclusie dat de aangedragen argumenten uiteindelijk steeds het accent leggen
op de financiële benaderingswijze. Zijn fraktie is er beducht op dat deze
wijze van tarifering mogelijk straks een techniek wordt die als leidraad zou
moeten gelden en daar wil men in feite toch niet direkt naar toe. Aan de
sociale en recreatieve aspecten van welzijn wordt voorbij gegaan. Vragen blijven
er ook ten aanzien van de uiteindelijke consequenties, zoals het profijtbeginsel
en de contributieverhoging. Een ledenuittocht moet worden voorkomen. Omtrent
deze factoren zou hij graag wat nadere informatie willen hebben. Ook vindt
zijn fraktie het eigen initiatief en de zelfwerkzaamheid van verenigingen belang
rijk. Te denken valt aan onderhoud danwel verbeteringen van voorzieningen
die in eigen beheer door verenigingen kunnen worden uitgevoerd. Dat is onvol
doende belicht. In het licht van het dekkingspercentage zouden deze aspecten,
ten opzichte van andere accommodaties waar deze zaken zo niet direkt spelen,
moeten worden afgewogen. Waar het college het begrip dekkingspercentage
hanteert is hij van mening dat dan over gelijkbare grootheden moet worden
gesproken. In het voorstel worden door het college een aantal pogingen daartoe
gedaan in de zin van het gelijktrekken van loonkosten en van rentepercentages.
Bij de kapitaaislasten is dat anders in verband met het jaar waarin de accommo
daties zijn gerealiseerd. Als men de huidige vervangingswaarde bekijkt dan
is er een discrepantie die niet via het dekkingspercentage terug is te vinden.
Tot slot vindt zijn fraktie dat deze zaak op een aantal punten zo nauw samen
hangt met de subsidieregeling van verenigingen dat men de mening is toegedaan
dat deze zaak niet apart moet worden behandeld doch naast het regelen van
de tarifering. Bij het opzetten van een nieuw systeem van tarifering wil zijn
fraktie weten, in hoeverre een en ander voor de verenigingen en instellingen
haalbaar en betaalbaar is. Dat betekent toch dat er nader overleg met de
verenigingen moet komen en dat dan pas de vraag om de hoek komt in hoeverre
de raad de tarieven kan of dient aan te passen. In dit verband voelt hij voor
het standpunt van de C.D.A.-fraktie. Overleg met de welzijnsraad ziet hij
op dit moment nog niet zitten. In commissieverband is over een afbouw van
zes jaar gesproken. Hij heeft daarbij de indruk dat deze zaak nog nader moet
worden bekeken en dat die ruimte aan de welzijnsraad moet worden gegund.
De druk en de haast die nu achter deze zaak gezet wordt komt niet ten goede
van de zaak, zodat zijn fraktie verzoekt om volgend voorjaar met deze nota
terug te komen.
De heer van Trotsenburg heeft met de huren zoals die jaarlijks vastgesteld
worden door de raad 'niet veel moeite. De hoogte van de verschillende huren
zijn niet overdreven en zeker niet als ze worden gerealiseerd in zes jaar tijd.
Hij gelooft niet dat verenigingen daar moeite mee hebben, want dan is er
altijd wel wat aan te doen. Het doorberekenen van de kapitaaislasten etc.
kan onmogelijk worden los gezien van de subsidiëring. Het ligt volgens hem
voor de hand om zulks 100% door te berekenen en de subsidies daar op aan
te passen.
fl
-5-