een verhoging van f. 250,— per jaar gedurende zes jaar lang, als het voorgestel
de percentage wordt aangenomen. Het antwoord daarop was, dat als er een
gelijke berechtiging is, dan op alle mogelijke manieren geprobeerd zal worden
daaraan gevolg te geven. Men voelde dit niet als een shock-effect, een overval
of wat dan ook, maar men wil in de meeste verenigingen bewust meedenken.
Ook in het afgelopen weekend heeft hij daarover met penningmeesters
van verschillende verenigingen contact gehad. De consequenties kunnen natuur
lijk heel erg zwaar zijn. Een tweede vraag die gesteld is betreft de percentage
bepalingen. Het college stelt het percentage voor doch de raad zal het percenta
ge moeten vaststellen. Het college is uitgegaan van de hoogste percentages
van een bepaalde groep. Als voorbeeld kan men nemen de sociaal-culturele
aktiviteiten. De scouting die het meest betaalt (22,5%) heeft voor de andere
sociaal-culturele aktiviteiten grote consequenties. Er is ook tegen alle verenigin
gen gezegd dat noch het college, noch de raad van plan is het onmogeljke
te eisen. Voorop moet men stellen dat het voor iedere vereniging mogelijk
moet zijn om te kunnen blijven werken. Toch wil hij de raad nog enige voorbeel
den geven, zoals bijvoorbeeld de indoor-sport met een percentage van 45%.
In deze gemeente is ook een vereniging zoals de Tafeltennisvereniging, die
het volledig zelf financiert. Hier is een discrepantie. De ene vereniging kan
het wel en de andere vereniging niet. Hij roept ook eens in gedachten, de
handboogschutterij die een aantal jaren geleden, bij zaal Marktzicht, uiteraard
volgens afspraken met de eigenaar, een eigen home heeft gebouwd. Zo zijn
er toch wel wat verschillen, die om een gelijkberechtiging vragen. Hij geeft
direkt toe dat die gelijkberechtiging een zeer moeilijke zaak zal blijven.
Daarmee wil hij echter ook zeggen dat als de percentages nu vastgesteld zouden
worden het toch de plicht is van het college en de raad, om de ontwikkelingen
zeer nauwlettend te blijven volgen. Hij denkt dat het onmogelijk is om van
te voren alle effecten te kunnen overzien. Trouwens waar zou het college
van uit moeten gaan. Als de raad nu zou zeggen 22,5%, dan zijn er misschien
wel veel te hoge verwachtingen of te hoge verplichtingen. Er zijn immers
ook verenigingen die dan minder gaan betalen,- wat zou inhouden dat er geen
beleid kan worden gevoerd. Naar zijn mening zou het meer moeten liggen
in de sfeer van wat haalbaar is en wat niet. In het voorstel te zijner tijd,
omtrent de subsidies kan daarmee bijvoorbeeld rekening worden gehouden.
Het voorstel van de commissie welzijn betekent, dat de consequenties voor
de meeste verenigingen liggen in de orde van grootte van f. 200,—, voor Eikebos
en de Linde respectievelijk f. 4.000,— en f. 6.000,— per jaar. De raad kan
nu tenminste het voorstel in principe aannemen om toch tot een vaststelling
van bepaalde percentages te komen. Het college wil daarom aan de raad 2
voorstellen doen, namelijk a) te besluiten tot het invoeren van een nieuw bereke
ningssysteem voor de gemeentelijke accommodaties en b) het vaststellen van
de voorgestelde dekkingspercentages. Dat betekent dus een aanvaarding van
het systeem van dekkingspercentages en de eventuele consequenties, te bezien
in een volgende raadsvergadering. Het is en blijft een politieke beslissing,
welk percentage bepaald gaat worden. Men kan natuurlijk wel argumenten
aanhalen om het ene percentage te verdedigen en het andere aan te vallen,
maar in feite zou 100% het dekkingspercentage moeten zijn. Niet dat iemand
dat zou willen, want er blijft natuurlijk de plicht voor de gemeente om deze
zaken mogelijk te blijven maken. Als die dekkingspercentages in principe defini
tief zouden worden vastgesteld, dan betekent dat, dat voor de bestaande accom
modaties een termijn van 4, 6 of 8 jaar gesteld kan worden om die percentages
te behalen en dat voor de nieuw te bouwen accommodaties meteen het vereiste
dekkingspercentage ingevoerd kan worden teneinde een beleid te kunnen voeren.
Zou dat niet geschieden dan betekent dat, dat de raad de belangen moet gaan
afwegen om een bepaald dekkingspercentage in de kosten te gaan vaststellen.
De heer Jansen persisteert na heroverweging in zijn eerdere opmerking dat
hij er niet veel woorden aan vuil wil maken. De percentages van het college
-7-