-19-
quenties die er al waren. Dat in het achterhoofd hebbende heeft de raad na
veel wrijven en switchen "ja" gezegd tegen het voorstel. Het zou een periode
worden waarin bekeken zou worden of het allemaal wel waar zal zijn. Dus
doelmatiger en goedkoper. Het college is druk doende om een eigen dienst
op te zetten, zoals dat de strekking van dat voorstel was en die vooralsnog
uit te breiden met de gemeente Zundert. Maar het college overweegt zelfs
al om Nieuw-Ginneken erbij te halen. Hij ziet de bui al hangen als vervolgens
bijvoorbeeld Etten-Leur ook aan wil sluiten. Dan heeft de gemeente Prinsenbeek
een soort Ogem-konstruktie bedacht, door de hele boel van andere gemeenten
over te nemen en dat is natuurlijk nooit de bedoeling geweest. Zijn fraktie
zou het college toch willen manen tot enige terughoudendheid wat betreft
de uitbreidingsperspectieven. Een andere zorg is, dat door het college is gezegd
dat er voor de werkzaamheden vooralsnog twee ambtenaren nodig zullen zijn.
Hij denkt dat één ambtenaar het werk wei aan zal kunnen. Maar als er twee
ambtenaren nodig zijn dan drukken die kosten op de gemeentebegroting van
deze gemeente, want die ambtenaren zijn in dienst van deze gemeente. Dat
kan betekenen, en dat is dan zijn zorg, dat ais op een kwaad moment Zundert
zou besluiten om uit te treden, de gemeente Prinsenbeek met de afvloeiingsrege
ling en alle problemen zit. Dat moet toch een waarschuwing zijn om op korte
termijn al tot een uitbreiding van het ambtenarenbestand te komen. Dat we
vooralsnog moeten proberen om, conform de afspraken die reeds eerder zijn
gemaakt, met het huidige personeelsbestand het werk te doen.
De heer Jansen zag graag in de afspraak een uitdrukkelijke opzegtermijn opgeno
men, zodat ten aanzien van die ene persoon een niet overmatig risico gelopen
wordt door de gemeente Prinsenbeek. Voor de rest onderschrijft hij het verhaal
van de heer Lodewijks volledig.
De heer van der Westen meent dat Prinsenbeek een ambtenaar zou leveren
en de gemeente Zundert zodat bij ziekte vervanging mogelijk zou zijn.
De heer Houtepen zegt dat dit voorstel al ruim aan de orde is geweest toen
men uit het RIBO stapte. Daaraan waren ook wat voorwaarden verbonden
die inmiddels ingewilligd zijn. Een van de vragen was toen of tweemaal het
bedrag moest worden betaald van dit jaar of éénmaal het verhoogde bedrag.
Dit laatste is het geval en de verdere financiële consequenties staan in het
verstrekte overzicht. Hij stelt de raad gerust met de mededeling dat het college
ervan uit gaat dat alleen met de gemeente Zundert deze dienst wordt voortge
zet. Dan hoeft er ook geen tweede ambtenaar bij te komen en begint men
met de ambtenaar die nu al in dienst is. Mocht dat zoveel werk geven dat
het te veel wordt, dan kan worden overwogen om een deeltijdkracht in te
zetten. De opzegtermijn is in het voorstel verwerkt. Zelfs een ruimere opzegter
mijn dan er bij het RIBO was, namelijk 3 jaar. Overigens is er toch een regiona
le samenwerking via het Regionaal Overleg Bijzonder Onderzoek, waarin alle
mensen van de verschillende RIBO's vertegenwoordigd zijn, met elkaar gegevens
uitwisselen en elkaar ondersteunen waar het .nodig is; dus ook in ziektegevallen.
De heer van der Westen gelooft toch dat het onderschat wordt. Er wordt door
de wethouder wel gezegd dat het met één ambtenaar en eventueel een deeltijd
baan te doen is, maar men heeft toch wel begrepen dat het niet alleen Zundert
is. Want Zundert is Wernhout, Achtmaal en Schijf, totaal vier plaatsen die
toch een behoorlijk aantal van deze mensen hebben die voor controle in aanmer
king kunnen komen.
De heer Houtepen zegt dat het goed is bekeken. Er wordt begonnen met één
ambtenaar en is er werkelijk te veel werk dan zal de raad daarover geïnfor
meerd worden en dan denkt het college aan een deeltijdkracht.
De heer Lodewijks vraagt of hij goed heeft begrepen dat de wethouder heeft
bedoeld dat er ten hoogste twee ambtenaren zullen zijn in geval men naar
een dienst uitgroeit met Nieuw-Ginneken erbij en dat niet met nog meer ge
meenten wordt verdergegaan.
De heer Houtepen zegt dat dit juist is.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt vervolgens conform het
voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.