De heer van der Kooij dankt het college voor het uiterst duidelijk financieel overzicht. Het geeft aan dat er omtrent de gunstige bedrijfsvoering van de ophaaldienst weinig twijfels zijn. Toch heeft hij een vraag aangaande de opstel ling. Het college komt aan een totaal van f. 222.000,— f. 100.000,— (te weten f. 95.000,— f. 5.000,— voor de afbouw van de oude stortplaats en andere posten) f. 322.000,—wat een verschil van f. 1.000,— met de begroting oplevert. Dat is correct. In die berekening zitten geen overheadkosten. Het toeval wil dat de overheadkosten ongeveer gelijk zijn aan de kapitaalslasten. Aangezien er met een begroting gewerkt wordt met een tarief van f. 34,40, dan houdt dat in dat in de begroting wel de overheadslasten zitten. Het houdt ook in dat er iets anders moet ontbreken, want anders komt men niet op hetzelf de bedrag uit. Er ontbreken dus de kapitaalslasten. De bedragen komen min of meer overeen, maar een begroting is echter ook maar een benadering. Ih de opsomming in de begroting ziet hij dan ook niet de kapitaalslasten vermeid. Die horen toch ook te drukken op de huisvuilophaaldienst en hij zou graag willen weten, waar die nu wel te vinden zijn. Er is lang en grondig ingegaan op dit agendapunt in de commissievergaderingen. En dit mede door de inbreng van een aantal Prinsenbekenaren die veel tijd en energie aan deze materie hebben besteed en een zeer goed gefundeerd rapport hebben uitgebracht. Hij sluit zich daarom aan bij de uitspraak zowel van de heer Nagelkerke als van wethouder Houtepen, waarin zij grote waardering uitspreken voor het initiatief wat uit de burgerij naar voren komt. Hij heeft zich echter verwonderd over het kennelijk gebrek aan overleg tussen de gemeentelijke diensten. Want anders is het niet mogelijk dat in het commissieverslag openbare werken staat dat de opstelling voor privatisering, zoals die door de werkgroep uit de burgerij naar voren is gebracht, f. 118.186,— duurder zou zijn. Het eerder genoemd financieel overzicht komt echter f. 100.000,— lager uit. Hij vindt dat nogal een aardig verschil. Daar kan men niet zomaar over heen wandelen, temeer daar iedereen zich dan afvraagt of dat het allemaal wel klopt. Tevens distan- cieerden de beide ambtenaren, aanwezig in de commissie financiën, zich van de gehanteerde rekenmethodiek en bestempelden dit bedrag als rondweg fout. Enig overleg had dit kunnen voorkomen. De heer Oosthoek zegt dat zijn fraktie akkoord gaat met het voorstel zoals dit hier voor hem ligt. Maar in verband met de privatisering die door de V.V.D. is gesuggereerd, heeft hij toch nog enige opmerkingen. In eerste aanleg kwam het op hem over dat alleen maar meespeelde het feit dat er een besparing plaats zou vinden van f. 90.000,—. Hij heeft in de commissievergadering duide lijk en ondubbelzinnig gezegd dat met het financiële aspect ook mee zou moeten spelen het sociale aspect, want dat zou voor zijn fraktie zeer zwaar wegen. Daarnaast speelt in dat geheel ook zeker mee het dienstbetoon waarmee men het unaniem eens is, dat die in Prinsenbeek voortreffelijk is. De mensen van de vuilophaaldienst zouden eventueel over kunnen gaan in dienst van de firma Zegwaard. Dat heeft de heer Gadet zeer goed uitgediept en het was zelfs zo dat hun rechtspositie als ambtenaar werd gehandhaafd. Via een maandelijkse doorberekening van de gemeente aan de firma Zegwaard zou dat rechtgetrokken kunnen worden, maar dan praat men alleen maar over het financiële gedeelte van het sociale aspect. Want het is en blijft toch wel moeilijk dat de betrokken personen een aantal uren werken bij de huisvuilophaaldienst en zouden dan in dienst zijn van de firma Zegwaard, waarna ze weer terugvallen op de gemeen te. Dan moeten ze twee heren dienen en dat kan moeilijk zijn. Daarnaast is het zo, dat uit het nu beschikbare cijfermateriaal en de kostenvergelijking blijkt dat de firma Zegwaard niet goedkoper is. Bovendien is zijn fraktie van oordeel dat privatisering pas overwogen moet worden bij een onmiskenbaar royaal verschil ten gunste van de onderneming die het zou gaan doen, na het overwegen van de sociale aspecten en een vergelijking van het dienstbetoon. De heer Jansen acht het juist dat het college jaarlijks bekijkt of via privatise ring mogelijkerwijze tot een andere opstelling kan worden gekomen. -22-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 80