-23-
Dat wat nu aangedragen is, en de daartegenover staande cijfers zijn geen
aanleiding om aan privatisering te denken. Op onderdelen is men wel geneigd
om je af te vragen of nou precies wei die cijfers verwoord zijn die erin thuis
horen, is het voldoende opgevoerd of zitten er nog andere zaken verscholen
in de totaalbegroting. Hij is van mening dat bij privatisering altijd een oplossing
gevonden moet worden waarbij in ieder geval de rechtspositie van de ambtena
ren zeker gesteld wordt.
De heer van der Westen mist in het totaaikrediet de inruilprijs van de oude
wagen.
De heer Houtepen zegt dat de gemeenteraad in het verleden een besluit geno
men heeft dat het ophalen van het huisvuil door de eigen dienst moet worden
gedaan en moet blijven gebeuren. Het is juist om in deze tijd ook privatisering
te bekijken. Dat is een taak van het gemeentebestuur in verband met de juiste
besteding van de centen. De heer van der Kooij heeft onderstreept dat er
veel werk gedaan is vanuit de publieke tribune om voor wat betreft die privati
sering iets aan te dragen. Het is inderdaad ook zo, dat er nogal wat verschillen
de getallen voor de dag gekomen zijn. Dat is heel goed mogelijk als men in
een tijdsbestek van een paar dagen iets op tafel krijgt waarin de gegevens
soms ook nog verschillen. Het ontbreekt dan gewoon aan de juiste tijd om
het precies te doen. De door de afdeling financiën aangedragen cijfers geven
een zo goed mogelijke vergelijking en verwerking. Bij privatisering is natuurlijk
de financiële kant in het geding, maar ook het dienstenbetoon, alsmede de
sociale kant van de zaak voor wat betreft de eigen werknemers. Intern worden
alle mogelijkheden voor privatisering reeds bekeken. Mededelingen daarover
wil hij graag in de betrokken commissievergadering doen. Het is natuurlijk
terecht dat daar nog scherper op wordt gelet. Natuurlijk staat voorop de rechts
positie van de eigen ambtenaren, die altijd gewaarborgd moet zijn. In antwoord
op de vraag van de heer van der Westen zegt hij dat het bruto-bedrag gevoteerd
moet worden.
De heer Lodewijks zegt dat het een misverstand is om te denken dat zijn
fraktie zo staat te dringen om privatisering om alle fronten door te voeren.
Het standpunt van zijn fraktie is, dat er een aanzienlijk verschil moet zijn
in kosten. Overigens is hij het natuurlijk eens met de complimenten die zijn
uitgedeeld in de richting van een particuliere werkgroep in dit verband. Hij
begrijpt de wethouder volledig wanneer hij zegt dat hij op het laatste moment
daarmede geconfronteerd werd en de discussie over de privatisering nu mis
schien is ingezet. Ais dit echter eerder en toch wat beter was voorbereid,
dan had de raad zich er beter over kunnen buigen. Dergelijke voorsteilen hadden
niet in een raadscommissie overhandigd, maar eerder naar het college van
burgemeester en wethouders gestuurd moeten worden. Het idee dat er een
nieuwe huisvuilwagen nodig is, is al lang bekend, want dat staat in het investe
ringsschema. Maar op het moment dat men daar mee bezig is kan men zich
bij de gemeente vervoegen en lijkt het hem verstandiger om advies aan burge
meester en wethouders uit te brengen.
De heer van der Kooij zegt dat hij op zijn vraag geen antwoord heeft gehad
voor wat betreft de kapitaalskosten van die vuilniswagen. Het kan zijn dat
hij niet goed kan zoeken of dat ze verscholen zitten in de algemene kosten.
In dat laatste geval had dat wel naar voren moeten worden gehaald, aangezien
het duidelijk aantoonbare kosten zijn en dat blijkt ook wel uit de opstelling
zoals die door de afdeling financiën is gemaakt. Als het in de kostenbegroting
bovenaan staat, dan dient dat ook in de begroting ergens te vinden te zijn.
Het is een belangrijke zaak dat alle kosten zichtbaar zijn. Een ander aspect
wat naar voren kwam uit de discussies in de commissie was, dat Prinsenbeek
blijkbaar bijna tweemaal zoveel vuil per inwoner inlevert op de stortplaats
dan landelijk bekend is. Hij vraagt zich af hoe dat kan. De kosten die de ge
meente betaald voor het storten van huisvuil zijn immers gebaseerd op een
bepaalde meting of op een bepaalde opgave. Hij vertrouwt er op, dat er een