Breda ten aanzien van diverse facetten betreffende de bedrijfsgezondheidszorg. Inhoudelijk kan hij hierover nu nog geen verdere mededeling doen. Voor wat betreft de afvalverwijdering maakt hij zich grote zorgen over de alsnog te maken kosten alvorens de stortplaats Zevenbergen beschikbaar is. Ais men de enorme bedragen ziet die gevoteerd werden om de stortplaats Bavel-Dorst geschikt te maken waarbij zelfs de voorzieningen en eisen nog aan de voorzich tige kant zijn gehouden, heeft hij grote angst dat, wil men de stortplaats Zevenbergen straks gaan gebruiken, men misschien wei weer die zware eisen zal moeten dragen en dan wederom enorm grote investeringen door de aange sloten gemeenten moeten worden gedaan. Pratende over bedragen die rond de 10 miljoen liggen, houdt hij zijn hart vast hoe hoog het bedrag uiteindelijk zal uitvallen wanneer een en ander zich definitief ten aanzien van de stort plaats Zevenbergen zal hebben afgewikkeld. Hij is van mening dat men in de gewestraad en de commissies niet moet nalaten onze stem te laten horen ten aanzien van dit punt. Straks zou dit wei eens een belasting voor deze gemeente kunnen zijn waarvan men schrikt op het moment dat de stortplaats voor gebruik beschikbaar komt. Afgezien daarvan, zijn er op het ogenblik nog grote problemen ten aanzien van het personeel op de stortplaatsen, dat moet toezien of alles volgens de voorschriften plaatsvindt. Provincie en stads gewest over en weer menen dat de ander daarvan de kosten moet betalen en waarvan hij persoonlijk de indruk heeft dat de provincie wel eens gelijk zou kunnen krijgen. Het stadsgewest komt dan nog eens voor extra lasten, die op het ogenblik niet in de begroting voorzien zijn. De heer van der Kooij geeft een compliment voor het beleid waardoor de kosten niet stijgen maar zelfs 10% zullen afnemen ten opzichte van vorig jaar. Het is alleen jammer dat de sterke stijging van de kosten van de brand weer met de factor 2,3 dit loffelijk streven geheel teniet doet. Het is toch aardig dat men, ondanks de sterke toename, toch nog onder de richtlijn blijft. Overigens is een stijging van 9% op de gezondheidszorg een normale stijging te noemen. Zijn fractie stemt daarom in met deze begroting. De heer van den Bliek geeft ook complimenten voor het beleid. Het aansluiting zoeken vanuit het stadsgewest bij de gemeente en de menselijke behoeften en de daarbij behorende beperking in de kosten spreekt zijn fractie bijzonder aan. Bij de algemene dienst wordt gewag gemaakt van de parlementaire discussie over de bestuurlijke reorganisatie en met name de financiële para graaf spreekt over een zeer waarschijnlijke afname. De opmerkinj, dat het met het provinciaal beleid voor gewesten de goede kant op gaat/ vergezeld ~t mits van de nodige financiën begrijpt hij niet helemaal, maar wellicht dat daar wat nadere informatie over is. Hij heeft in het verslag van het overleg tussen gedeputeerde staten en stadsgewest van 26 oktober jongstleden gelezen dat er vanuit de gewestraad vragen zijn gesteld over de mededeling van gedepu teerde staten dat het niet op de weg van de provincie ligt om structureel financiële verhoudingen met intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aan te gaan of om compenserende maatregelen te treffen bij het wegvallen van de rijksbijdrageregelingen. Dat zijn in ieder geval toch geluiden die er naar zijn mening toch op duiden dat het voor wat de financiële kant betreft niet de goede kant uit gaat, afgezien nog wat er van bovenaf te verwachten valt. Verder staat er vermeid dat men tijdig maatregelen zal treffen indien het einde van de rijksbijdrageregelingen onverhoopt een feit wordt. Zijn fractie zou gaarne vernemen hoe men dit denkt op te vangen. Er zijn klaarblijkelijk hierover al gedachten bij de gewestraad gevormd. De gewestraad heeft ook achtergrondinformatie verschaft aan de raadsleden en hij denkt dat dit een goed initiatief is geweest zodat de nieuwelingen meer inzicht kregen in de materie en zaken zoals die in het verleden zijn gegroeid. In de paragraaf "geluidshinder" wordt er over gesproken dat meer concrete stappen zuilen worden ondernomen tot samenwerking. Hij vraagt hierover nadere informatie voor wat betreft de afvalverwijdering wil hij zich gaarne aansluiten bij hetgeen de heer dansen heeft verwoord. Toch heeft hij een opmerking ten aanzien -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 8