12. Voorstel inzake een aanvrage ex artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920
voor de aanschaf van een stencilschrijver ten behoeve van de H. Hartschool
Kapelstraat 44.
Zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming wordt conform het
voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
13. Mededelingen.
Er zijn mededelingen te doen.
14. Rondvraag.
De heer van der Westen zegt dat in de notulen van de vergadering van het
college van burgemeester en wethouders van 28 maart op bladzijde 1 onder
2. staat:
"Advies inzake de vraag of de gemeente al dan niet gebonden is aan schriftelijke
of mondelinge toezeggingen door burgemeester en wethouders aan derden, in
casu aannemers en andere toekenningen van zogenaamde bouwclaims". Noch
door hem, noch door de heer Jansen is ooit gevraagd of men hiertoe wettelijk
verplicht is. Er is enkel gevraagd om na te gaan hoe een en ander tot stand
is gekomen en wie het beloofd heeft.
Wethouder Houtepen antwoordt dat in de komende week of bij de volgende
raadsvergadering het advies van de juridische adviseur ter kennis van de raad
zal worden gebracht. De vraagstelling als zodanig is wellicht te lezen in de
notulen van de Algemene Beschouwingen. Een en ander zal goed nagezocht
worden.
De heer Verstraten vraagt hoe de stand van zaken is omtrent het geluid van
rijksweg 16.
Wethouder Dirven zegt dat er zeer regelmatig contact is met het Ministerie
van Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieuhygiëne. De heer Jansen
van dit Ministerie heeft contact met de Rijkswaterstaat. De heer van de Kuil
behartigt de financiële zaken. Het is jammer dat hij moet mededelen dat er
op dit moment een pas op de plaats is. Er bestaat een soort verplichtingenstop.
Dit houdt in, dat de verplichtingen die men op zich heeft genomen om binnen
zes maanden definitief de berichten omtrent het krediet van 1,6 miljoen, voor
lopig even vooruitgeschoven zijn. Dat wil niet zeggen dat het krediet ingetrokken
is, maar dat men nog even na wil gaan hoe dat de zaken op elkaar afgestemd
kunnen worden. Vorige week is er weer contact geweest met de heer van de
Kuil. Prinsenbeek heeft een hoge prioriteit. Desondanks kan de termijn van
zes maanden toch wel uitlopen tot een jaar. Dat zou dus inhouden dat er in
het najaar van 1983 wel bericht zal zijn. Dat belet de gemeente niet om door
te gaan. Men heeft op het ogenblik contact met de heer Wilderon, districts
hoofd Rijkswaterstaat Provincie Noord-Brabant-West. Met hem zijn er reeds
vergaande afspraken ter voorbereiding van deze zaak. De procedure gaat wei
vrij lang duren zodanig dat, ook al is er in oktober de toezegging, dat men
dan ook nog geconfronteerd wordt met een procedure met de bewoners uit
de omgeving, aangezien iedere Prinsenbekenaar er zich mee kan bemoeien.
Het is immers auditief goed dat er een afscherming komt, maar visueel wordt
zo'n wal minder aantrekkelijk. Hij merkt nog op dat twee raadsvergaderingen
geleden de raad op de hoogte is gesteld van de aspecten van de geluidsoverlast
en de nota daarover heeft bij de ingekomen stukken ter inzage gelegen.
De heer Verstraten zegt dat de portefeuillehouder met hem weet dat een en
ander binnen een jaar gerealiseerd zou kunnen zijn, vanaf het opstarten van
de procedure tot aan de realisatie. Het verwondert hem dat alles nu weer opge
schoven wordt en hij dringt er op aan zo snel mogelijk stappen bij het Ministerie
te ondernemen.
-7-