in het buitengebied. Dit is door de provincie niet geaccepteerd. De laatste ge gevens blijken echter nu toch een andere kant uit te gaan. In het land van Heusden en Altena speelt dit nog veel sterker want daar is het buitengebied nog uitgestrekter. De afvalwarmte in de tuinbouw heeft de aandacht van het college. Waarschijnlijk kan dit beter schriftelijk worden bericht zodat men de gelegenheid krijgt om het uit te zoeken. De heer Oosthoek zegt dat de voorzitter dan niet geïmponeerd mag zijn van de 98% aangeslotenen in Oosterhout maar het is toch wel zo dat de helft van de gemeenten beneden de 90 zit en een enkeling beneden de 80%. Dat zijn toch harde feiten. Het feit dat er gesproken wordt over stadsverwarmings eilanden wordt er buiten gehouden. Hoe zou het zijn wanneer men in een andere gemeente butagasverwarmingseilanden zou hebben? In ieder geval ook groepen lieden die niet aangesloten zijn. Dit geeft hem het gevoel dat er met 2 maten gemeten wordt. Hij is het met de voorzitter eens dat in deze verhoudingen intergemeentelijk plussen en minnen bestaan. De stadsverwar mingseilanden voor Oosterhout zijn een minpunt. Oosterhout heeft daar tegen over e°n ?root aantal belaneriike pluspunten die worden even weggevaagd met de me dedeling dat de solidariteitsgecacnte wordt doorkruist. Hij kan het daar niet mee eens zijn al heeft hij er wel begrip voor. Hij vraagt zich af of het wel verstandig is om het zo ver te laten komen dat het voor een belangrijke part ner als Oosterhout in dit geheel zover komt dat er een civielrechtelijk proces aangespannen moet worden. De heer van den Bliek zegt dat via het aandeelhoudersschap van Intergas gedeeld wordt in de winstuitkering, die bepaald wordt door de gasprijspoli- tiek. Indirect wordt dat ook opgebracht door de inwoners van Prinsenbeek. In die context kan ook eens gedacht worden in hoeverre door het terugdelen van de winstuitkering bijgedragen kan worden tot een gasprijsverlaging. Op welke wijze wordt de winstuitkering van Intergas hier in Prinsenbeek opge pot. Wordt die voor het algemeen nut aangewend of specifiek aangewend voor lastenverlichting van de inwoners. De voorzitter zegt dat er een aantal gemeenten zijn waarbij het aansluitings percentage rond de 50 ligt. Dat zijn juist de gemeenten zoals bijvoorbeeld Heusden en Altena waar een groot buitengebied is. Als in die gebieden butagas wordt gebruikt dan zouden zij, wanneer daar aardgas zou komen, mede aan sluiten op het aardgas. Dan is het geen meten met twee maten. Het zou wel meten met twee maten zijn als in dat buitengebied op een goed moment de stadsverwarming op een of andere manier zou komen en men daar alsnog van zou meeprofiteren. Op het moment dat er in een butagasgemeente aard gas komt sluit iedereen aan. Als men zich dan tot een andere vorm van ver warming wendt, gaat men inderdaad op een eiland zitten en moet men de consequenties accepteren. Bij interruptie zegt de heer Oosthoek dat aangenomen wordt dat als een butagaseiland de kans krijgt om vervangen te worden door een stadsverwar mingseiland men dat zal doen. Hij is er van overtuigd dat dit niet altijd het geval is, zelfs al participeer je in belangrijke mate in de kosten van aanleg. De voorzitter zegt dat men er dan toch ook van profiteert en dan komt het ook tot uiting in het dividend. Maar gaat men over op stadsverwarming, dan wordt vrijwillig de mogelijkheid afgesloten om alsnog mee te doen met het dividend. De heer Oosthoek zegt dat ook in Prinsenbeek de mogelijkheid opengesteld wordt om aan te sluiten op Intergas en maar afgewacht moet worden of men het doet. Desondanks blijft het totale inwonersaantal, meetellen bij de bepa ling van de aandelen. De voorzitter zegt dat men zich nog niet aangesloten heeft bij een stads verwarmingsobject. Het niet op een eiland zitten is het criterium op dit moment. De heer Vissers zegt bij interruptie dat Prinsenbeek in het verleden ook een butaangasgemeente was en nu is iedereen hier practisch aangesloten. -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 101