ken van een adviescommissie aan datzelfde college. Daarbij heeft de raad, in tegenstelling tot wat in een latere vergadering werd bediscussieerd, geen artikelen vernoemd. Dat was ook niet nodig. Hij heeft gezegd dat het gaat om adviescommissies aan datzelfde college. Dat betekent dat daar in feite op dat moment onder vielen de artikelen 61, 62 en 63 van de Gemeentewet. Dat was ook bedoeld zijnerzijds toen hij dat voorstel destijds gelanceerd heeft. In de uitwerking nu heeft het college ten aanzien van de Beheerscommissie Eikebos en ten aanzien van de Welzijnsraad daar de consequenties uit getrokken en dat verwoord in een raadsvoorstel. Of nu precies de argumentatie van het college strookt met de uitspraak van 29 maart 1984 laat hij gaarne in het midden. Het gaat om de consequentie van de uitvoering van het collegevoor stel en als zodanig is er voor hem op dit moment geen reden om daar enig bezwaar tegen te hebben. Hij heeft echter wel enige moeite met de verkeers- commissie. Daarbij geeft het college aan dat dit een commissie is die ontstaan is op grond van artikel 62, lid 1 van de Gemeentewet. Belangrijker is echter wat er staat in artikel 62, lid 2. Artikel 62, lid 2 praat in tegenstelling tot lid 1 over de instelling van vaste commissies van advies en bijstand aan het college, waarbij de regeling van haar bevoegdheden en samenstelling dient te geschieden door de raad op voorstel van het college. Artikel 62, lid 1 praat over commissies van advies uitsluitend aan het college of aan de burgemeester die door het college onderscheidenlijk de burgemeester worden ingesteld. Nu is het zo dat bij navraag en ook bij adstruering destijds van de memorie van antwoord bij de totstandkoming van deze wet uitdrukkelijk verschil is gemaakt tussen commissies van advies op korte termijn op ad hoe basis en commissies ingesteld als vaste commissies van advies en bijstand. Als er nu één commissie vast is in deze gemeente dan is het wel de verkeerscommis- sies. Spreker is 26 jaar lid van deze raad en vanaf de eerste keer dat hij hier was, was er volgens hem al een verkeerscommissie. Misschien de ene keer met meer levendigheid als de andere keer. Wanneer er zaken waren op het gebied van verkeer dan werd dat altijd in de verkeerscommissie bespro ken. Hij is dan ook van mening dat men hier te doen heeft met een vaste commissie. Op hetzelfde moment dat het een vaste commissie is dient de regeling van haar bevoegdheden en de samenstelling door de raad te geschieden op voorstel van het college. Als zodanig gaat zijn fraktie niet akkoord met de gedachte van het college dat de verkeerscommissie moet stoelen op artikel 62, lid 1, waarbij het college een ad hoe commissie naar believen wat adviezen kan vragen. Al naar gelang het past en of het college in wisselende samenstel ling geadviseerd wenst te worden door externe personen. Maar zijn fraktie is van mening dat het gaat om een vaste commissie ex artikel 61, lid 2 en daarom is zijn fraktie van mening dat op deze vaste commissie de uitspraak van 29 maart 1984 onverkort van toepassing dient te zijn. Hij nodigt het college uit maatregelen te treffen om die zaak recht te trekken. De heer Oosthoek wil alvorens in te gaan op de voorstellen van het college nog even memoreren dat in de vergadering van 29 maart zijn fraktie tegen het verderstrekkende voorstel van het C.D.A. gestemd heeft. Wat het voorlig gend voorstel betreft is zijn fraktie met het college van mening, dat de ver keerscommissie juist is ingesteld door het college als adviescommissie aan het college. Zijn fraktie heeft er dan ook geen moeite mee om in plaats van lid 2, lid 1 van de Gemeentewet hiervoor in aanmerking te laten komen. Wat de Welzijnsraad betreft kan zijn fraktie niet anders dan schoorvoetend met het voorstel van het college meegaan omdat zijn fraktie de gedachte heeft dat er nog altijd een ontsnappingsclausule in zit. De Welzijnsraad kan zich bij laten staan door een adviseur. De Beheerscommissie Eikebos is een functionele bestuurscommissie, waarvan wei degelijk een lid van de raad deel uit moet maken. De heer van der Kooij heeft in dë raadscommissie al aangegeven dat zijn fraktie van mening is dat er gesproken dient te worden over een commissie m -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 116