m
is belast en dus niet onder de strekking van het raadsoordeel van 29 maart
valt. Het is een functionele bestuurscommissie die behartiging van bepaalde
belangen op het oog heeft, namelijk met gedelegeerde bevoegdheid het besturen
van een gemeenschapshuis. In dat opzicht steunt zijn fraktie niet de visie
van het voorstel wat door de commissie Eikebos is gedaan. Ten aanzien van
de Welzijnsraad geldt, wanneer men het raadsbesluit uitvoert, wat hier gebeurd,
als correct. Als hij alle artikelen nu zo hoort dan vindt hij dat het wenselijk
is om de Welzijnsraad om te vormen tot een soort commissie, zoals de verkeers-
commissie, dus artikel 62, lid 1. Dus een door het college van burgemeester
en wethouders ingestelde commissie met de bevoegdheid om het college te
adviseren. Die bevoegdheid verandert daarmee niet, alleen is die commissie
dan ingesteld door het college. Dat zou betekenen dat het gehele college
van burgemeester en wethouders zitting zou kunnen hebben in diezelfde commis
sie. Dat lijkt hem niet verstandig, maar dat kan. Wat dat betreft wil hij
de suggestie doen dat het college met het voorstel komt om de Welzijnsraad
op te heffen op de titel waarop deze nu is ingesteld en er vervolgens een
soort verkeerscornmissie, maar dan voor het welzijn in de plaats te zetten.
Hij onderstreept overigens volledig wat de voorzitter over de verkeerscornmis
sie gezegd heeft. Ook hetgeen er over in het voorstel staat.
De heer van der Kooij lijkt de suggestie van de heer Lodewijks niet helemaal
mogelijk en niet zo gemakkelijk. Afgezien daarvan vindt hij het voorstel
om eens te overwegen om de verkeerscornmissie onder lid 2 te brengen een
uitstekende gedachte. Aan de suggestie van de heer Lodewijks wil hij zijn
steun niet geven.
De heer van den Bliek heeft zelf ook wat zaken nagetrokken. Met name bij
de V.N.G. heeft hij geïnformeerd. Het verwonderde hem wel dat de V.N.G.
zei dat feitelijk gezien artikel 62, lid 1 eigenlijk niet in de Gemeentewet
thuis hoort. Het college kan in feite doen en laten wat het college wil en
de raad heeft geen inbreng. Dat duidt ook aan waarom zijn fraktie eigenlijk
wel inbreng wil hebben. Hij vraagt zich af of er tussen advies en bijstand
werkelijk een gradueel verschil zit. Hij heeft begrepen van de V.N.G. dat
eigenlijk advies en bijstand een ouderwetse kreet is. Er zijn diverse verhandelin
gen waaruit blijkt dat de toevoeging "bijstand" geen duidelijke invloed of
waarde heeft en een advies of een advies van bijstand is in feite alleen maar
een woordhandeling die in deze terminologie wordt gepleegd. Hij heeft begre
pen dat het correct is wat de voorzitter zegt in zijn conclusie dat het een
intentieverklaring kan zijn van de raad. Daarom verheugt het zijn fraktie
ook dat het college die intentieverklaring ook in overweging wil nemen. Hij
denkt dat er zelfs nog een oplossing denkbaar is die niet direct in artikel
62 gezocht moet worden. Er is ook een combinatie mogelijk, waarbij zowel
aan de raad als aan het college advies gegeven kan worden. Voorlopig blijft
hij bij het standpunt dat verwoord is in eerste termijn.
De voorzitter vindt het laatste wat de heer van den Bliek voorstelt niet zo
verstandig, want dan komt men in strijd met de drie bestuursorganen en gaat
de een op de stoel zitten van de ander. Hij is blij dat het betoog vanuit het
college goed en gunstig is ontvangen. De heer Lodewijks heeft opgemerkt
dat de Eikeboscommissie een functionele bestuurscommissie is in tegenstelling
tot de Welzijnsraad, want dat is een functionele adviescommissie. Maar hij
meent dat in die verordening ook staat, dat de Eikeboscommissie adviseert
aan het college. Hij zegt de heer Jansen toe dat het college zal bekijken
of de verkeerscornmissie ook onder artikel 61 lid 1 gebracht zou kunnen wor
den. Dat hoeft geen probleem met zich te brengen, want het gaat over bepaal
de belangen waarin een inhoud wordt gegeven. Het desbetreffende lid van
het college zou ook zo'n commissie kunnen voorzitten, wellicht zelfs moeten
voorzitten. Dat zal het college uitzoeken.
De heer Lodewijks brengt het college in herinnering hoewel hij het niet meer
helemaal zeker weet, dat toen het voorstel Welzijnsraad in de raad kwam,
-10-