-14- Met alle respect voor de belangeloosheid waarmee de leden dat doen, dan is dat op zichzelf nog geen enkele garantie dat het goed gaat. Met de voorstei len die het college aan de raad voorlegt heeft hij geen problemen. Het jaarlijks vaststellen van een subsidieplafond mag van hem als ook gedacht wordt aan een soort becijfering van een gewenst minimum. De wens wordt ook geuit om sectorsgewijze plafondbepaling. Over de indeling in categorieën kan altijd gestoeid worden. Of het een of het ander daar wel in thuis hoort. Volksfeesten bijvoorbeeld horen thuis bij recreatie maar kunnen ook tot de economische belangen van dit dorp gerekend worden. Hij vraagt zich ook af of bibliotheek en massamedia enige samenhang hebben als bij die massamedia ook de lokale omroep wordt ondergebracht. Dat zijn zo van die dingen die nog verfijning behoeven. Hij denkt dat ieder weldenkend mens in staat is om de verschillende instellingen in categorieën onder te brengen. Wat betreft punt c van het voorstel van het college heeft hij geen problemen. De heer van der Kooij zegt dat de hoeveelheid werk hieraan verricht inderdaad immens is. Hij is eigenlijk een beetje bang dat degenen die dit enorme voorstel voorbereid hebben zich op termijn een nog veel grotere maaltijd bezorgen en zich dreigen te overeten. Het verhaal is redelijk ingewikkeld. Hij heeft snel geturfd en aj is het niet zo exact maar er zijn 50 instellingen en verenigin gen die het college wil waarderen op totaal ongeveer 40 criteria en nog wel weloverwogen ook. Het college zal waarschijnlijk twee jaar bezig zijn om al die verenigingen te wegen, want de Welzijnsraad is ook geen dagelijkse instelling. Iemand die er iedere dag mee bezig is is wellicht de ambtenaar. Dat is toch wel een erg grote last al is die weliswaar heeJ erg hoogstrevend doch iets te vergaand. Hij wil ervoor pleiten om het iets eenvoudiger te maken en dan niet zozeer omdat het niet tot niets zou leiden, maar omdat het zo moeilijk is dat het resultaat lang op zich zal laten wachten. Als het resultaat snel komt dan zou het niet grondig gedaan zijn. Het is wel noodzake lijk om de gehele zaak te beheersen. Hij neemt aan dat A. B. C. en D. de sectoren zijn en de rest categorieën. De vraag is of als er al wegingsmechanis me in zit of het dan ook belangrijk is in welke categorie men zit, want dan zouden alleen maar de sectoren belangrijk zijn. Uiteindelijk is het toch de weging of het aantal punten wat uit gaat maken wie wei iets krijgt. De eerste aanzet tot vereenvoudiging zou bijvoorbeeld kunnen zijn door gewoon maar te kijken naar de vier sectoren en dan een simpele weging toe te passen. Overigens is de term volksfeesten wat ongelukkig gekozen, aangezien de volks feesten helemaal geen deel uitmaken van de instellingen of verenigingen die beoordeeld worden. Daarmee worden de carnavalsverenigingen en dergelijke zaken mee bedoeld en helemaal niet datgene wat toevallig de naam volksfees ten draagt. Het sectorsgewijze plafond zoals dat door de heer Lodewijks naar voren werd gehaald lijkt hem geen onredelijke instelling omdat men daardoor toch wat meer beheersing in het totaal kan aanbrengen en ongewenste verschui vingen voorkomen kunnen worden. De subjectiviteit zal voor elke commissie problemen opleveren. Als beoordeeld wordt op de presentatie van het program ma dan zou dat in kunnen houden dat degene die toevallig zeer bedreven is in het naar voren brengen van mooie programma's een betere beoordeling krijgt dan iemand die alle goede voornemens heeft maar niet zo'n erg mooi papiertje kan maken. Dat zou erg jammer zijn. De heer van den Bliek zegt dat in de voorliggende nota een beeld wordt gege ven hoe in de toekomst de subsidie-aanvragen inhoudelijk kunnen worden gewo gen en op die wijze tot een afweging en tot een prioriteitstelling zou kunnen worden gekomen bij het toewijzen van subsidies. Deze nota subsidiebeleid is er gekomen omdat de raad de mening is toegedaan dat de manier van verde ling van subsidies in het verleden niet altijd meer evenwichtig en doelmatig was. Menige subsidie is historisch gegroeid en zodoende is een heroverweging op zijn plaats. Anderzijds wordt de gemeente ook gedwongen om tot een soort integraal mogelijke afweging te komen vanwege het feit dat van rijkswe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 124