De heer van der Kooij zegt dat in artikel 4 gesproken wordt over aanwijzing
door de burgemeester. Naar zijn mening moet dit burgemeester en wethouders
zijn.
De heer Lodewijks zegt dat in artikel 2, iid 2 leden van het college van burge
meester en wethouders wel worden uitgesloten. Bedoeld zijn daar zes leden
die omwille een specifieke deskundigheid zitting hebben in die commissie.
Hij stelt voor om in het eerste lid de leden van het college van burgemeester
en wethouders op te nemen en in het 2e lid niet burgemeester en wethouders
uit te zonderen maar leden van de gemeenteraad. Er zit één raadslid en zes
leden die geacht worden wel deskundig te zijn en niet raadsleden zijnde. Deze
raad heeft er veel ophef over gemaakt dat het college een commissie instelt,
er zelf in gaat zitten en zichzelf van advies dient. Hij vindt het te ver gaan
als deze raad het college een adviescommissie meegeeft, er dan zelf in gaat
zitten om de raad vervolgens te adviseren. Dus voorstellen doen aan de raad
waar ze dan zelf weer over moet besluiten. De huidige redactie kan inhouden
dat de zes leden, die allemaal deskundig zijn op enig terrein van het verkeer,
raadsleden zijn. Dat wil hij uitsluiten.
De heer Nagelkerke zegt dat in artikel 5, onder c, staat dat een lid kan worden
ontslagen als hij zes achtereenvolgende vergaderingen van de commissie zonder
opgaaf van reden niet heeft bijgewoond. Drie maal is naar zijn mening vol
doende gezien de vergaderfrequentie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten
met inachtneming van de volgende wijzigingen:
artikel 2, lid 1, wordt aangevuld met: "doch geen
lid is van het college van burgemeester en wethou
ders;
artikel 2, iid 2, na wethouders wordt tussengevoegd
"en lid van de gemeenteraad";
artikel 4, onder a, na burgemeester wordt tussen
gevoegd: "en wethouders";
artikel 5, onder c, "zes" wordt gewijzigd in "drie".
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
De heer van der Westen informeert of dit geen hinder betekent voor de bejaar
denwoningen aldaar.
Wethouder Houtepen zegt dat er geen overlast veroorzaakt zal worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
-9-
7. Nota inzake de vaststelling van het begrotingsmodel volgens de nieuwe
comptabiliteitsvoorschrif ten.
8. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot grondruil met TES-Europe-
Beheer B.V. te Prinsenbeek.
9. Voorstel tot verkoop van grond op het Bedrijventerrein Schutsestraat aan
de heer A. Aarts, Titulaerlaan 23 te Prinsenbeek.