-2-
g. 5 Besluiten d.d. 13, 20 en 27 augustus 1984 van burgemeester en wethouders
tot het verlenen van een garantie voor een geldlening voor de aankoop van
een woning;
h. Verzoek van het gemeentebestuur van Wormer om alsnog een besluit te nemen
tot het niet-piaatsen van kernwapens;
i. Verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten ten aanzien van het
raadsbesluit d.d. 29 maart 1984 tot vaststelling van de vergoedingsregeling
vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer;
j. Mededeling d.d. 22 augustus 1984 van gedeputeerde staten met betrekking
tot het gesloten verklaren van Overbroek voor vracht- en landbouwverkeer;
k. Besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 september
1984 inzake verkeersmaatregelen tijdens de najaarskermis;
1. Jaarrekening en exploitatierekening 1983 van de N.V. Casema;
m. Verslag van gesprek d.d. 14 mei 1984 tussen een delegatie van team west
van het instituut maatschappelijk Welzijn en de gemeente Prinsenbeek;
n. Jaarverslag 1983 Instituut voor Maatschappelijk Weizijn;
o. Verslagen over het le en 2e kwartaal 1984 van het Instituut Maatschappelijk
Welzijn;
p. Begroting 1985 Stichting Gertrudisoord.
De heer Oosthoek vraagt hoe het komt dat de brief van de Vredesgroep Prinsen
beek gericht aan het college van burgemeester en wethouders en aan de raads
leden voor de tweede keer niet als ingekomen stuk is opgenomen. Zodoende komt
het nageslacht nooit te weten dat er correspondentie is geweest tussen de Vredes
groep en de gemeente.
De heer Vissers vraagt naar aanleiding van ingekomen stuk j. of een dergelijke
maatregel ook getroffen kan worden voor het kleine stukje weg van de Meester
Bierensweg tot aan de spoorlijn. Dat gedeelte verkeert in een slechte staat van
onderhoud.
De voorzitter zegt dat de Vredesgroep zich inderdaad weer tot het college heeft
gewend. Het college heeft daarop medegedeeld dat deze zaak vanuit de raad aan
de orde is gesteld en dat de raad geen behoefte heeft aan een discussie over
deze problematiek. Als college heeft men bovendien gewezen op bepaalde onduide
lijkheden in de vraagstelling en in de verwerking van deze vraagstelling. De
ingekomen brief is in kopie ter kennis van de raadsleden gebracht. Het nageslacht
kan echter op grond van de Wet openbaarheid van bestuur te allen tijde kennis
nemen van de gedachten die binnen de raad leven.
Wethouder Houtepen zegt dat het gedeelte weg waar de heer Vissers op doelt
onderdeel zal gaan uitmaken van de totale aanpak voor het fietspad vanaf die
spoorlijn tot aan de andere spoorlijn richting Breda.
Voorsteilen daarover zullen de raad te zijner tijd bereiken.
De heer Oosthoek is blij dat het nageslacht kennis van deze correspondentie kan
nemen zoals de voorzitter dit heeft aangegeven. Hij had het echter wel correcter
gevonden als de brief toch bij de ingekomen stukken vermeld werd.
De voorzitter zegt dat de Vredesgroep dan wei moet weten tot wie ze zich moeten
wenden. De Vredesgroep heeft zich nu gewend tot het college en de leden van
de raad. Dat zijn individuele personen. De Vredesgroep moet toch geacht worden
te weten dat er drie organen zijn op lokaal niveau, te weten; de raad, het college
van burgemeester en wethouders en tenslotte de burgemeester. Als de heer Oosthoek
echter de brief behandeld wil hebben dan dient hij een initiatief-voorstel dat door
tenminste drie personen wordt gesteund te doen. Zo kan hij dan de visie van de
raad uitlokken.
Vervolgens worden de stukken a. tot en met p.
voor kennisgeving aangenomen.