De voorzitter steit vervolgens aan de orde het verlenen van eervol ontslag aan de heer de Vries onder dankzegging voor de bewezen diensten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemees ter en wethouders besloten. De voorzitter stelt daarna aan de orde het benoemen van twee leden van de Welzijnsraad. Het voorstel spreekt over de heren van de Corput en de Jong. Op dat moment was dat ook juist ware het niet dat de Welzijnsraad alleen vergadert op dinsdag. Dat is een afspraak die gemaakt is aan het begin van de werkzaamheden van de commissie. Andere dagen zijn verscheidene leden bezet vanwege andere vergaderingen, studie of anderszins. De heer van de Corput kan op deze vaste vergaderavond absoluut niet. In de vergadering van de Welzijnsraad op dinsdagavond j.l. is besproken of de commissie of de meerder heid van de commissie bereid zou zijn om dan een andere datum of een andere dag in de week te kiezen. Daar was men niet toe bereid. Nadat de heer van de Corput zich daarom terugtrok heeft het college de volgende kandidaten op de lijst benaderd. De heer A. Meeuwissen uit de Vaandelstraat had zich in september al niet bereid verklaard. De volgende kandidaat was de heer Drs. Roes, wonende in de Schutsestraat. Het is vervelend dat de portefeuille houder de raad niet heeft kunnen inlichten over de heer Roes. Hij meent dat de raad echter die gegevens destijds gehad heeft. In het openbaar allerlei informaties over de heer Roes verstrekken acht hij nu niet juist. Het college is verheugd dat de heer Roes zich beschikbaar heeft gesteld en is ervan over tuigd dat de Welzijnsraad in hem een hele goede deskundige kracht heeft. Omdat er geen tegenkandidaten zijn stelt hij voor de heren bij acclamatie te benoemen. De heer Jansen vraagt hoe de volgorde van de kandidaten op de lijst is. De heer Dirven zegt dat de volgorde door de raad op 26 mei 1983 is vastge steld. De eerste die voor de vrijkomende plaats achtereenvolgens in aanmerking komen zijn de heren F. van de Corput, M. de Jong, 'A.A. Meeuwissen, J.A. Roes en tenslotte de heer J.A.M. van Nunen. De heer van den Bliek vraagt zich af of die dinsdag als vergaderdatum niet bij reglement vastgesteld moet worden. Als er te zijner tijd een nieuwe kandi daat komt en de vergaderdatum wel wordt omgezet dan is dat erg onplezierig voor de eerste kandidaat die zich destijds beschikbaar heeft gesteld. Hij weet van de betrokken kandidaat dat deze niet anders kan in verband met werkzaam heden. Ook heeft hij begrepen dat andere leden van de Welzijnsraad om diverse redenen niet konden, maar het is de vraag of dat even zwaar gewogen heeft of mag wegen als de dinsdagavond waarop de eerste kandidaat niet kan. Als de heer Roes nu benoemd wordt betekent dat dan ook dat in het vervolg de Welzijnsraad alleen maar op dinsdag mag vergaderen? De voorzitter zegt dat het gebruikelijk is dat een bestuur onderling in goed overleg uitmaakt welke data geschikt zijn om te vergaderen. Het lijkt hem onlogisch en te ingrijpend als de gemeenteraad dit zou doen. De heer Dirven zegt dat er niet zo maar voor die dinsdag is gekozen. Juist om de openbaarheid van die vergaderingen zo ruim mogelijk te doen zijn is er na lang zoeken gekozen voor dezelfde datum als wanneer de commissie algemene zaken en financiën haar openbare commissievergadering heeft. Die commissie vergadert vrijwel altijd, terwijl bijvoorbeeld de commissie onderwijs, personeel en economische zaken of de commissie openbare werken wel eens een keer overgeslagen worden. Uit het oogpunt van kosten en het altijd bereik baar zijn in de kantine waar die vergaderingen plaatsvinden, is er gekozen voor die dinsdag. Dat blijkt heel goed te werken, want regelmatig komen er 10 tot 12 mensen naar die vergaderingen luisteren en meepraten. Het is de bedoeling van de Welzijnsraad om dat niet te verstoren. Bij het zoeken van een juiste dag waren er bovendien drie leden die absoluut niet anders konden -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 173