als op dinsdag. Men was zeer zeker niet tegen de persoon van de heer van de Corput. Het zou heel iets anders zijn geweest als men nu aan het begin van de zittingstermijn stond. De heer Nagelkerke vraagt of de heer Roes weet dat er op dinsdagavond verga deringen zijn. De heer Dirven beaamt dit. Vervolgens worden bij acclamatie de heren M. de Jong en drs. J. Roes benoemd tot leden van de Welzijnsraad. 7. Voorstel tot verbouwing en uitbreiding gemeentehuis en het beschikbaar stellen van de benodigde kredieten. De voorzitter zegt dat in het verleden dit punt onderwerp van bespreking is geweest in de raad en onlangs een aantal keren in diverse commissies. Aange zien bovendien bij het voorstel in twee bijlagen een vrij uitgebreide toelichting wordt gegeven hoeft hij nu geen nadere toelichting te geven. Alvorens in 1982 het college begonnen is met deze zaak is er een vrijblijvend advies ge vraagd aan de V.N.G. Met name vrijblijvend, omdat als er aan deze vereniging een advies gevraagd wordt zij dan ook offertes uitbrengt, die niet mals zijn. Daaruit bleek dat de problemen waarmee het college zat: de toegankelijkheid, de bereikbaarheid, vergader- en werkruimte, waarin de medewerkenden het grootste gedeelte van hun leven doorbrengen ten behoeve van de plaatselijke gemeenschap volledig onderschreven en bevestigd werden door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Er zal aandacht besteed worden aan geluidsabsor- bering, een alarminstallatie en klimaatbeheersing. De suggesties van de commis sie onderwijs, personeel en economische zaken zullen in elk geval nog uitge werkt worden in het bestek. Daar hoeft de raad in de discussie niet op terug te komen. De heer Jansen vindt dat er voldoende inspraak is geweest van alle geledingen binnen het gemeentehuis. Wanneer hij het voorstel ziet van het college dan meent hij dat er wel met de bediening van de ingezetenen grotendeels rekening is gehouden, maar dat men zichzelf niet heeft vergeten. Daardoor bekruipt hem lichtelijk de angst of er straks niet een stadhuis staat waarin de ruimte- opbouw in verhouding tot het aantal tewerkgestelden dusdanig breed gemeten zal zijn dat iedereen die binnenkomt, zal zeggen dat het een prachtig stadhuis is geworden, doch dat men zich misschien wel afvraagt: wie zitten daar alle maal wel in? Dit is voor hem aanleiding geweest om datgene wat met veel moeite en met veel inspraak intern in volledige harmonie van de grond gekomen is niet eens getoetst moet worden door er eens een buitenstaander zijn licht over te laten schijnen. Die zou aan de hand van de bezetting van het gemeente huis en aan welke ruimte er gedacht wordt kunnen bezien wat die verbouw moet gaan kosten. Toen hij de genoemde kosten, die ook als interne schatting zijn opgebouwd, zag vielen hem die enorm mee. Dat betekent dus dat hij er niet in gelooft, en dat verwacht mag worden dat wanneer het op effectieve aanbesteding aankomt er wel eens een aanmerkelijke overschrijding van het krediet zou kunnen plaatsvinden. Dit is echter de bespiegeling van een leek en kan ook niet hard gemaakt worden. Daarom vraagt hij zich af of het niet verstandiger zou zijn om in de voorbouwfase en misschien ook tijdens de begelei ding bij de bouw iemand te hebben die het college op dit vlak assisteert en bekijkt of er niet te ver gesprongen wordt. En als er gesprongen moet worden of dan ook met de kosten technisch het beste omgesprongen wordt. Er zijn ruim 600 subsidiemogelijkheden zoals jeugdsubsidie, vaktechnische subsidies en objectsubsidies en voor de verbouwing van een gemeentehuis zal best ergens een subsidie te verkrijgen zijn. Ook daar zijn technici voor, die wel eens veel geld zouden kunnen opbrengen als ze met een dergelijk object bezig zijn. Met het voorstel is zijn fractie zeker niet ongelukkig. Het enige waar zijn fractie -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 174