het college dan bij de raad terugkomt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
'12. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de verdere inrichting
en uitbreiding van de inventaris van de openbare bibliotheek.
Zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
13. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor het aanschaffen
van het restantgedeelte van de startcollectie boeken voor de openbare biblio
theek.
De heer Jansen zegt met het voorstel als zodanig geen moeite te hebben,
omdat het een uitvloeisel is van de voortzetting van het reeds destijds in
principe geaccepteerd beleid. Hij heeft alleen moeite met de uitspraak van
de portefeuillehouder in de vergadering van de raadscommissie welzijn. Daar
zei de portefeuillehouder dat dit krediet een voorloper is op de 24.000 boeken.
Dat is niet aan de orde. Toen is uitdrukkelijk gesteld dat er een voorlopige
startcollectie zou komen. In een later stadium zou dan nog eens gekeken
worden of er verder nog iets moest gebeuren. Hiermee wil hij voorkomen
dat deze mededeling een eigen leven gaat leiden en in het commissieverslag
een aantekening te maken dat het C.D.A. tegen is om op een dergelijke manier
vooruit te lopen op zaken waar later nog wel eens ten principale over gediscussieerd
kan worden. Het C.D.A. vraagt zich af of, gezien de ontwikkelingen van het
bibliotheekwezen in Nederland van dit ogenblik, de gemeente nog wel behoefte
heeft aan een geweldige uitbreiding van de collectie.
De heer Lodewijks vindt dat de opmerking in het verslag van de commissie
welzijn ook zodanig gelezen kan worden dat eerdere verplichtingen min of
meer zijn aangegaan en dat het in de verwachting ligt dat de raad deze ver
plichtingen in de toekomst ook zal nakomen. De mededeling van de heer
Jansen kan voor kennisgeving aangenomen worden en later misschien nog
wel eens ter discussie komen. In de commissie welzijn is door hem een opmer
king gemaakt over het beheer van het boekenbestand, de afschrijvingstermijn
en aan wie dan die boeken ter beschikking komen. Uit het feit dat het college
gezegd heeft dat men het daar niet mee eens is leidt hij af dat het college
het er wel mee eens is. Is dat een correcte conclusie?
De heer Dirven zegt dat de uitbreiding van de bibliotheek tot bijvoorbeeld
24.000 boeken slechts een mededeling is geweest in de commissievergadering
en staat ook goed in het verslag verwoord. De bedoeling van bestuur en Provin
ciale Bibliotheekcentrale is om in de komende jaren de collectie tot 24.000
boeken uit te breiden. Wanneer een dergelijk verzoek komt dan wordt dit
aan de raad voorgelegd. Dit laatste krediet, dus het derde krediet, maakt
de startcollectie kompleet. Vandaar het begrip "na kompletering". Deze start
collectie zal na deze kompletering bestaan uit: 25% romans, 25% informatief
en 50% jeugd(verhalen en informatief)tot een totaal van 17.000 boeken.
De heer Jansen concludeert dat de mededeling van de wethouder in de commis
sie een losse opmerking is geweest die nog gestaafd moet worden door dan
aangedragen motieven en vindt het niet juist dat dit in combinatie met de
startcollectie naar voren wordt gebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
-21-