-Ij- Mijnheer de voorzitter, wij vertrouwen dat u serieuze aandacht wilt besteden aan onze vragen en deze planmatig te willen realiseren, opdat aan het eind van de rit van dit college gezegd kan worden dat er iets groots is verricht ten behoeve van de Prinsenbeekse bevolking. Dan bedoelen wij duidelijk de punten die wij uitputtend in het afgelopen jaar hebben behandeld zoals de sluiproute Velsgoed- Heikantsestraat-Schutsestraat, het verkeerscirculatieplan, het plan centrumgebied, de werkgelegenheid en de volkshuisvesting. Wij brengen volmondig dank aan het college van burgemeester en wethouders en de dames en heren ambtenaren voor al het werk dat reeds verricht is ten faveure van onze bevolking en wensen u veel sterkte toe bij het realiseren van uw verdere plannen. Gemeenschapsbelang zal deze welwillend doch kritisch beoordelen." De voorzitter dankt de heer de Hoon en geeft als tweede het woord aan C.D.A. De heer Jansen vangt zijn betoog ais volgt aan: "Mijnheer de voorzitter, het afgelopen jaar bekijkende mag ten aanzien van de verhouding binnen de raad worden vastgesteld dat deze correct geweest is en dat er onderling de bereidheid geweest is om op hoofdzaken overleg te plegen. Anderzijds verheel ik toch ook niet dat men de naderbij komende verkiezingen reeds begint te bespeuren. Het onnodig ter discussie stellen van zaken die als bovengemeentelijk aan te duiden zijn maar het ten opzichte van de kiezer wei aardig doen zijn er tekenen van, zoals ook het uitlokken en ter stemming bren gen van moties, ondanks het feit dat de daarin verwoorde wensen reeds door burgemeester en wethouders en portefeuillehouder ais opdracht zijn geaccepteerd en overgenomen. Laat ons toch als raad er voor waken, niet te willen optreden als de vermanende en alles beter wetende instantie, ook ai missen wij zowel de volledige informatie, laat staan de bevoegdheid om ons een eindoordeel aan te matigen. Op eigen verantwoordelijkheidsgebieden hebben wij reeds voldoende kardinale en cruciale punten die onze inzet, bestudering en einddecisie benodigen. In dit kader past het evenmin minderheidsstandpunten in te nemen in strijd met unaniem geaccepteerde programma-afspraken op motieven die het electoraal ook wel aardig doen. Wil men deze afspraken en evaluatie-onderwerpen - wat belet ons - ter discussie stellen die bij voorbaat door de fracties in diezelfde afspraken zo menselijk mogelijk zijn vastgelegd dan spreek ik namens mijn fractie de bereidheid daartoe nogmaals uitdrukkelijk uit. In het afgelopen jaar is ons de heer Verstraten ontvallen. Zo'n feit schokt ons en drukt ons op de werkelijkheid en de betrekkelijkheid van alle zaken; en terecht. Het geeft ons anderzijds grond tot overweging en bezinning. Een bezinning die ook op 4 november jongstleden plaatsvond bij de herdenking van de bevrijding van Prinsenbeek 40 jaar geleden. Ons respect voor het Oranjecomité voor de wijze waarop zij aan deze herdenking gestalte heeft weten te geven. Vooruit kijkende naar de begrotingsbehandeling 1985 wil ik namens mijn fractie nu reeds aangeven voor volgend jaar niet akkoord te kunnen gaan met hetzelfde draaiboek als wij heden voor de begrotingsbehandeling 1984 hebben af te werken. Het is pure dwaasheid om dit in een marathonzitting te willen afwerken. Na 6 a 7 uur vergaderen kan niet meer verwacht worden dat de stukken nog die aandacht zullen krijgen die ze verdienen. Gaarne tijdig van het college voor volgend jaar dan ook nieuwe aanzetten terzake. Ten aanzien van de begroting en nota van aanbieding een woord vooraf van dank aan burgemeester en wethouders, maar in het bijzonder ook aan het ambtelijk apparaat. Een volledig nieuwe opzet wat nogal wat overwerk en optimale inzet van allen heeft gevergd. Mijn respect daarvoor. De begrotingsstukken hebben daarnaast ook aan duidelijkheid en inzicht gewonnen. Wanneer ik over het beleid wat u aankondigt zou willen spreken dan kan mijn fractie zich aan de hand van de geproduceerde stukken niet aan de indruk onttrekken dat nieuw beleid of aanzetten van nieuw beleid in de beschouwingen noch in de meerjarenplanning aan de orde komen. Is deze zienswijze juist? Waaraan zou dat toe te schrijven zijn? Gebrek aan visie, respectievelijk inventie bij het college het ontbreken van enige financiële ruimte daartoe of hebben wij in onze gemeente een verzadi gingspunt bereikt waardoor voorzieningen die voor de gemeente noodzakelijk en haalbaar zijn niet meer ais extra wensenpakket moeten worden aangedragen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 198