-9-
De reactie van de Provinciale Planologische Dienst is dan ook alleszins begrijpelijk.
Ik citeer daaruit: "De aanpak is vreemd". Met de Provinciale Planologische Dienst
zijn wij van oordeel dat het moment is aangebroken om voor het centrumgebied
een inrichtingsplan te ontwerpen al dan niet met alternatieven. Mijn fractie staat
erop dat op korte termijn een opdracht daartoe gegeven dient te worden en daarbij
de aanioopstraten mede te betrekken zodat inzicht gegeven wordt in de totaal
compositie van het centrumgebied. In het plan is dus koppeling gewenst met
Kapelstraat, Beeksestraat, Groenstraat, Schoolstraat en Valdijk, zowel verkeers
technisch alsook qua inrichting. Naar onze mening behoeft de gemeente hiertoe
naast de stedebouwkundige een meer terzake kundige, die in staat is om de Markt
en omgeving gestalte te geven, met behoud van de elementen die in een vroeger
stadium door de commissie ruimtelijke ordening en de raad werden goedgekeurd.
Is de portefeuillehouder bereid dit voorstel over te nemen? Uiteraard blijft tussen
tijds overleg met de commissie ruimtelijke ordening en de raad -van het grootste
belang. Mijn fractie is onder zogenaamde tijdsdruk, niet bereid een onvoldragen
voorstel te accorderen. Mijn fractie is tevens van mening dat de commissie ruimte
lijke ordening en de raad vooraf kennis moeten kunnen nemen van de keuze van
de additionele deskundige alsmede van de exacte opdracht die hem zal worden
verstrekt.
Kan het college reeds informatie verstrekken over de ontwikkelingen met betrek
king tot de gronduitgifte bedrijventerrein? Lopen deze in de pas met de planning?
Wij vragen uw aandacht voor de kruising Schoolstraat-Markt-Groenstraat-Valdijk.
Is het door middel van het plaatsen van spiegels niet mogelijk om het verkeer
een beter overzicht te geven. Hoe denkt het college over de invoering van de
30 km snelheidsbeperking in het gebied Markt en directe omgeving? Is het college
bereid, gezien de vele ongelukken ter plaatse, de verkeersafwikkeling Groenstraat-
Westerkim door additionele maatregelen te beveiligen? Is het college met ons
van mening dat de openbare verlichting en onveiligheid met eikaar correlerende
vaten zijn? Zijn wij in de bezuinigingswoede terzake niet te ver doorgeschoten?
Welke herbezinning staat het college voor ogen en wat voor invloed kan dit heb
ben op het budget 1985? Zou de aanleg van een zebrapad bij de Griffioenschool
richting sporthal uit verkeerstechnisch oogpunt geen aanbeveling verdienen of
heeft het college andere oplossingen op het oog? Door verschillende trottoirs
plaatselijk te verbreden kan de verkeerssnelheid worden teruggedrongen en de
verkeerszekerheid worden verhoogd. Wij missen een beleid met betrekking tot
het punt van de herbeplanting van de stortplaats.
De investeringsplannen 1984 en volgende jaren zullen moeten worden getoetst
aan de amendementen die mijn fractie reeds heeft aangeduid.
Tot slot zou ik het college en alle ambtenaren willen danken voor hun inzet
in het afgelopen jaar. Vooral dit jaar was een uitermate moeilijk jaar, waarin
nieuwe zaken op ons afkwamen en waarmede wij met nieuwe methodieken moesten
werken. Ais zodanig hartelijk dank aan allen, in de hoop dat wij ook volgende
jaren op dezelfde manier op de medewerking van allen kunnen rekenen."
Hierna overhandigt de heer 3ansen de motie.
De voorzitter leest hierna de motie voor, die als volgt luidt:
De gemeenteraad van Prinsenbeek, in openbare vergadering bijeen op 15 novem
ber 1984:
- overwegende de consequenties van het besluit van de Directie van de Nederland
se Spoorwegen om ondanks vroegere toezeggingen de tot stand komirig van
de halte in de Haagse Beemden wederom tot 1988 uit te stellen;
- overwegende dat de gemeente in termen van ruimtelijke ordening datgene
heeft gedaan en uitgevoerd, wat op grond van toezeggingen van haar mocht
worden verwacht, alsmede grondaankopen heeft gepleegd om een en ander
tijdig tot uitvoering te kunnen brengen;
- overwegende, dat elk uitstel de infrastructuur van de gemeente aantast en
verzwakt;
- overwegende dat de door de gemeente tot dusverre gemaakte kosten en investe
ringen tot nader order als ten onnutte gedaan dienen te worden aangemerkt
en derhalve als onrendabel moeten worden aangemerkt;