-16- Ten aanzien van de aanwending ervan zijn een 3-tal zaken min of meer bekend: le uit dit bedrag wijst de provincie bedragen toe aan een 7-tal grote gemeenten; Is bekend hoe groot dit bedrag in totaal is en zo ja, om welk bedrag gaat het? 2e de provincie houdt 30% achter de hand; Is dit 30% van f. 21.600.000,— of 30% van f. 21.600.000,— minus het bedrag voor de zeven grote gemeenten? Bestaat er enig idee aan welke incidentele doelen dit geld besteed gaat worden? Wanneer bijvoorbeeld renovatie van rioleringen zou meedelen uit deze reser ve dan zal onze gemeente eerder aan de bak komen, dan wanneer de gelden worden besteed om de financiële positie van industrie en havenschappen op te poetsen. 3e. gemeente Prinsenbeek krijgt in 1985 f. 61.600,—. Is bij deze verdeling gebruik gemaakt van een verdeelsleutel en zo ja, welke? In de meerjarenraming wordt aangegeven dat in de jaren 1985 tot en met 1987 wegens investeringen voor ruim f. 4.500.000,— aan de bestemmingsreserves wordt onttrokken. Tevens wordt daarbij vermeid dat het te onttrekken bedrag hoger kan worden als de ingecalculeerde subsidies slechts voor een deel worden toe gewezen. Bij een toewijzing van 50% van de subsidies wordt de onttrekking f. 514.000,-hoger. Gezien de stand van de reserves heeft mijn fractie daar geen moeite mee. De reserves kunnen door de rentebijschrijving, ondanks de onttrekkingen wegens investeringen in de jaren 1985/1987 nog iets toenemen. Hetzelfde geldt voor het financieringsoverschot. Mijn fractie is van mening dat ook in het afgelopen jaar een verstandig gebruik gemaakt is van de bestemmingsreserves. De aanwending ervan heeft steeds het doel gediend, waarvoor ze gevormd waren, zonder dat we onze reserves uitputten. Mijn fractie kan zich op een enkel punt na geheel verenigen met de financiële beleidsuitgangspunten zoals voorgesteld in de nota meerjarenramingen 1985/1989. Wat betreft eventuele overschotten van jaarrekeningen vinden wij dat de aanwen ding ervan bespreekbaar moet worden gesteld op het moment dat zij geconsta teerd zijn. Wat dit betreft achten wij het nodig een voorbehoud te maken. Vervolgens vervolgt de heer Lodewijks het betoog van de P.v.d.A.: Het begrotingsjaar 1985 is een nationaal jubileumjaar omdat 40 jaar geleden het Koninkrijk der Nederlanden van de Duitse en Japanse bezetters werd bevrijd. Op 4 mei herdenken wij de doden die gevallen zijn tijdens de oorlogsjaren. En op 5 mei vieren we onze bevrijding. Het zijn bij uitstek data om ons te reali seren welke vrijheid we nog steeds genieten, verankerd in de fundamentele rech ten die de basis vormen van onze parlementaire democratie en haar rechtsstelsel. Het zijn tevens dagen om stil te staan bij de krachten die de duur verworven vrijheden trachten aan te tasten en om elkaar te motiveren ons tegen die krach ten te verweren. Het gaat dan om zowel de bescherming van collectieve, als individuele rechten en vrijheden. Gezien de ons inziens grote waarden, welke op 4 en 5 mei worden herdacht en gevierd voor iedereen in Nederland en de grote actualiteit daarvan is het van belang dat op plaatselijk niveau juist ook de gemeenteraad initiatieven neemt. Zo kan de gemeenteraad, zoals dat reeds in verscheidene andere gemeenten ook is gerealiseerd, het initiatief nemen tot oprichting van een Prinsenbeeks 4 en 5 mei comité. In zo'n comité kunnen vertegenwoordigers zitten van alle politieke partijen, naast vertegenwoordigers van belangrijke maatschappelijke sectoren als onderwijs, werkgevers/werknemers, kerken etc. Zo'n 4 en 5 mei comité zou een taak kunnen krijgen om een zinvolle herdenking van de 4e mei en een feestelijke inhoudvolle viering op 5 mei te organiseren voor de gehele plaatselijke bevolking. Het comité zou verder zorg dienen te dragen voor een goede voorlichting aan met name die generaties die de oorlogsjaren slechts van horen zeggen kennen. In dit verband kan bijvoorbeeld de Anne Frankstichting van advies dienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 209