-24-
Meerjarenramingen.
In de meerjarenramingen geven wij een drietal mogelijkheden aan ter vergroting
van de dekkingsmiddelen. Het C.D.A. voegt hier een vierde mogelijkheid aan
toe namelijk een strakkere toepassing van het profijtbeginsel. Wij moeten er
echter op wijzen, dat deze mogelijkheid reeds is begrepen in de door ons aangege
ven mogelijkheid van verhoging van de inkomsten anders dan door tariefsverhoging
van de belastingen en retributies.
Aanwending reserves.
Voor de fractie van het C.D.A. is de voorgestelde aanwending van reserves (als
dekkingsmiddel) inacceptabel. Kennelijk wordt gevreesd voor een potverteren.
Het college houdt echter vast aan de voorgestelde aanwending van de reserves,
omdat dit een verantwoorde aanwending is. Uit de geprognostiseerde ontwikkeling
van de reserves blijkt immers dat deze in totaliteit ook na de voorgestelde aan
wendingen niet afnemen. Dat het C.D.A. aan deze prognose nauwelijks waarde
toekent, betreurt het college ten zeerste daar het niet vermag in te zien op
welke punten deze prognose incorrect zou zijn.
Het C.D.A. is ook geen voorstander van de voorgestelde aanwending van de
reserves omdat daardoor indirect de jaarrekeningen zouden worden belast door
het wegvallen van de rente-opbrengsten. Deze zienswijze is echter ten enenmale
niet juist. Niet vergeten moet worden dat waar gesproken wordt over financiële
ruimte of over budgettaire ruimte het gaat om de gewone dienst. Welnu, de
rente van de reserves komt - met uitzondering van de rente over de saldi-reserve
en het eigen kapitaal, die overigens in onze voorstellen niet als dekkingsmiddel
worden aangewend - niet ten gunste van de gewone dienst. Deze rente wordt
op de reserves bijgeschreven. Aanwending van deze reserves heeft derhalve geen
nadelige invloed op de gewone dienst. In dit verband mag ook worden verwezen
naar onze nota over de gemeentelijke reserves van 14 februari 1983, aan de
orde geweest in de raadsvergadering van 3 maart 1983.
Rijksuitkeringen.
Het C.D.A. is van mening, dat alle ramingen aan de gunstige kant zijn beoordeeld
terwijl tegenvallers ten aanzien van diverse rijksuitkeringen zeker niet denkbeel
dig zijn. Het antwoord hierop kan eenvoudig zijn. Het college van burgemeester
en wethouders wijst zelf hierop in de nota van aanbieding. Tegenvallers zijn
natuurlijk altijd mogelijk; het omgekeerde ook. De ramingen zijn echter gebaseerd
op gegevens, die op het moment dat zij zijn opgesteld, bekend zijn.
Toekomstige rekeningsoverschotten.
Naar aanleiding van het door de fractie van het C.D.A. gestelde inzake de beleids
uitgangspunten genoemd op bladzijde 18 van de nota gevoegd bij de meerjaren
ramingen betreurt het ons college, dat er niet reeds nu richting wordt gegeven
aan bestemming van mogelijk toekomstige rekeningsoverschotten. Het college
had het op prijs gesteld op de hoogte te zijn van de door de raad. aan te geven
lijnen, zodat wij hiermede bij de voorbereiding van het toekomstig financieel
beleid rekening zouden kunnen houden.
Investeringsplan.
Met betrekking tot de aangegeven onttrekkingen aan de reserves blijft het college
- zoals reeds gesteld - staan achter de aangegeven uitgangspunten. In het investe
ringsplan zijn door ons college reeds verschuivingen aangebracht. Indien uw fractie
tot verdere verschuivingen c.q. afgelastingen wil geraken nodigen wij de raad
uit aan te geven welke projeqten uitgesteld c.q. geheel afgevoerd moeten worden.
Tarieven.
Omtrent de door de C.D.A.-fractie gemaakte opmerkingen inzake een onderzoek
of ook niet vormen van dienstverlening in de sportieve danwel culturele sector
voor eventuele kostendekkende tarieven in aanmerking komen merken wij op,
dat er reeds een onderzoek in deze heeft plaatsgevonden. Op 26 mei 1983 heeft
de raad de tarieven voor sport- en welzijnsaccommodaties voor de lopende raads
periode vastgesteld. Bij de aanvang van een voigende zittingsperiode zal een
en ander hernieuwd in overweging worden gegeven.
Ramingen.
Het is geenszins de bedoeling van ons college om kortzichtig te bezuinigen om
het bezuinigen op bestaande uitgavenposten. Dit is aldus ook in geen enkele