-34- Werkgelegenheid. Jeugdwerkplan opzetten. De gemeente zou een initiërende taak kunnen vervullen, om te komen tot een informeel overleg van vertegenwoordigers van gemeente, onderwijs en plaatselijk bedrijfsleven. Dit met de bedoeling om stagiaires te plaatsen bij bedrijven en instellingen. Echter bij een aantal gebeurt dit al (denk aan gemeente zelf: sta giaire sociale academie 3e leerjaar voor S.K.W., stage 3 maanden Verkeersaca- demie-student; regelmatige korte stages van studenten M.E.A.O.). In de S.K.W.-werkplaats, zo die in het voornemen ligt, kunnen jeugdigen terecht om vervangend werk te verrichten. Maatschappelijk werk. 1. Het onderzoek dat het aantal formatieplaatsen voor het maatschappelijk werk in Prinsenbeek tot 1 1/4 tot 1 1/2 beperkt zou kunnen worden, is ge baseerd op: a. een enquête onder 10 Brabantse gemeenten van ongeveer 10.000 inwoners; b. informatie van de Landelijke organisatie voor maatschappelijke dienst verlening te 's-Hertogenbosch (de overkoepelende organisatie van het maatschappelijk werk). 2. Het aanpassen van de informatie voor 1985 vergt overleg met de Stichting I.M.W. te Breda. Vermindering van het aantal plaatsen heeft consequenties in de personele sfeer van deze instelling. Gevolg zal zijn dat er verplichtingen tot betaling van wachtgelden kunnen ontstaan. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten blijken er nogal wat misverstanden te bestaan over de wachtgeldproblematiek. In essentie komt het er echter op neer dat betaling van wachtgelden een verantwoordelijkheid van de instelling is en dat de C.A.O. voor de welzijns sector niet de verhouding tussen instelling en subsidiërende overheid regelt. Dat gemeentebesturen zonder meer en in alle omstandigheden verplicht zijn tot betaling van wachtgelduitkeringen is niet juist. 3. De instelling schrijft ons dat het wijzigen van de formatie in de overgangs fase naar nieuwe wetgeving op dit terrein zal leiden tot het in gevaar brengen van de rijksbijdrage. Ons college zal dit bij het Ministerie natrek ken, alvorens hierop een definitief antwoord te geven. Een circulaire van 29 februari 1984 van de Minister van W.V.C. is op dit punt niet geheel duidelijk: "Gelet op mijn voornemens met betrekking tot de vormgeving van een samenhangend eerstelijnszorgbeleid alsmede met betrekking tot de nieuwe wetgeving op terrein van de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienst verlening, acht ik het ongewenst dat in deze fase initiatieven worden geno men die de bestaande instellingen voor algemeen maatschappelijk werk naar positie en taakstelling wijzigen. Dergelijke wijzigingen zouden belem merd kunnen uitwerken op de beoogde integratie en samenwerking in de eerstelijnszorg." 4. Onder welke condities voor 1985 subsidie wordt verleend, is de bevoegdheid van de gemeenteraad. Subsidieverlening komt aan de orde bij de subsidie nota in de vergadering van december aanstaande. 5. Bedacht dient te worden dat bij wijziging van de formatie voorafgaand overleg nodig is met bestuur en directie. De zorgvuldigheid vereist nu eenmaal dat bij inkrimpingsnoodzaak de instelling gelegenheid en kans krijgt om hierop tijdig in te spelen, bijvoorbeeld ook door natuurlijk verloop onder het personeel. Lokaal overlegplatform. Eerst gisteravond is in de raadzaal het overlegplatform Prinsenbeek bijeen ge weest. Het college is bijzonder verheugd dat Gemeenschapsbelang er zo positief tegenover staat. Als de fractievoorzitter van net C.D.A. vindt dat het hier een hobby betreft, dan leg ik dat naast me neer. Het is bekend dat de heer Jansen nogal eens gemakkelijk met bepaalde uitlatingen komt die bepaalde gradaties of kwalificaties aanduiden maar het gaat hier niet om mijn interesse of die van het college maar het gaat hier om de interesse van een hele grote groep mensen die daarbij betrokken zijn. En als ik dan even mag stellen dat er meer dan 40 mensen waren van alle mogelijke instantieser.dat niemand van de uitgenodigden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 227