-w- Inzake de drie woningstichtingen wii hij ook eerst eens kijken waar het naar toe gaat met die samenwerking. Op de vraag over de urgentiecommissie is geen antwoord gegeven. Hij dringt er toch op aan om een antwoord te geven op de vraag of het college bereid is, rekening houdend met deskundige adviseringen van buiten, te zijner tijd een commissie in te stellen zodanig dat het een onafhankelijke deskundige commissie is die het college adviseert. De motie van het C.D.A. lijkt hem in eerste instantie overbodig op grond van het antwoord dat gegeven is. De brief die verstuurd is voorziet ongeveer in het zelfde. Toch kan het geen kwaad om deze motie aan te nemen, maar ook on der een mits. De motie wordt ten onrechte in een verband gelegd tussen een veronderstelde realiseringsdatum van een N.S.-station en de kosten die de gemeen te heeft gemaakt. De gemeente heeft die kosten gemaakt uit eigen vrije wil vooruitlopend op een definitieve realisering van zo'n N.S.-station. Het gaat nu een beetje ver om ten eerste een soort verwijt uit te doen gaan in de richting van de N.S. dat er kosten gemaakt zijn en dat te koppelen aan een toezegging die nooit zo heel precies is geweest. Dat betreft dan vooral het tweede gedachten- streepje van de motie en dan de laatste bijzin "alsmede grondaankopen heeft gepleegd om". Dat kan gewoon geschrapt worden door een punt te zetten waar nu de komma staat. Wat bij het vierde gedachtenstreepje staat "overwegende dat de door de gemeente tot dusverre gemaakte kosten en investering tot nader orde als ten onnutte gedaan worden te dienen aangemerkt en derhalve als onren dabel dienen te worden aangemerkt" is iets wat ook onszelf te verwijten is en niet de Nederlandse Spoorwegen. Die zin kan helemaal weggelaten worden omdat die niet aan de strekking van de motie iets toevoegt. En dan wordt geconcludeerd dat er gesprekken moeten plaatshebben op grond van onze verontrusting met de directie Nederlandse Spoorwegen. Dat gesprek dient zich te beperken tot de verwachting die er bestond dat er op enig termijn een station hier zou zijn en het belang van zo'n station in de Haagse Beemden. Uit dat gesprek moet ook worden gehouden de kostenfactor. Die laatste zin bij het derde gedachtenstreepje van onder en over de verrekening der kosten, impliceert namelijk dat de Nederlandse Spoorwegen de rekening gepresenteerd wordt voor de kosten die uit eigen vrije wil gemaakt zijn. Na dat punt kan het verder worden geschrapt. De nieuwe regeling inzake behandeling gemeentebegroting in één vergadering vindt hij niet voor herhaling vatbaar. Hij zou liever zien een begrotingsbehandeling in twee vergaderingen. Verder ondersteunt hij de opmerking van de heer van der Kooij om allerlei vragen en vraagjes aan het college schriftelijk in te dienen en daarop schriftelijk antwoord te krijgen zodat de raad zich kan beperken tot de hoofdzaken. Het college kan zich ook in het mondeling antwoord dan beperken tot de hoofdzaken en dan weet de publieke tribune ook nog precies waar het over gaat. De voorzitter schorst de vergadering voor een kwartier. De voorzitter heropent de vergadering voor beantwoording door het college in tweede termijn. De voorzitter wil' Gemeenschapsbelang toch toezeggen dat zodra de verbouwing heeft plaatsgevonden er echt nagegaan zal worden of het mogelijk is, al dan niet na een behoefte-onderzoek, hoe en op welke wijze aan de bevolking toch een handreiking kan worden gedaan inzake het geopend zijn van het gemeentehuis. Hierin speelt een centrale receptie ook een rol. Hij kent niet de woningbouwprogrammering in Nieuw-Ginneken, die heel anders kan zijn dan hier. De toegekende 60 woningwetwoningen zouden, ervan uitgaande dat het klopt, mogelijk een inhaaleffect kunnen zijn. De raad kan er echter van verzekerd zijn dat de gemeente Prinsenbeek er ieder jaar zeer op gebrand is om eruit te halen wat erin zit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 237