-47- De voorzitter zegt dat hij alleen maar kan toezeggen dat dit gebeurt. Als hij het wel heeft, bezitten de leden van de commissie dit plan. Zo'n vijf maanden geleden zou dat toegestuurd zijn. De plankaart is misschien gewijzigd met één bladzijde. De heer Lodewijks meent dat dit een ander plan was. De voorzitter zegt dat dit wel het goede plan was. Na afloop van de commissie vergadering van 21 juni is die piankaart op één punt nog aangepast, die ook in de tekst is meegenomen. Hiermee wordt dan ook weer aangeduid dat het college fase na fase volledig gehandeld heeft; fase na fase overeenkomstig de toezegging. De heer Jansen zegt dat de voorzitter het woord volledig terug moet nemen. Er blijkt een wijziging te zijn op het plan van vijf maanden geleden. De voorzitter zegt dat voordat de administratieve stichting een medewerker aanneemt de stichting tot stand moet zijn gekomen wat gefiatteerd wordt door de besturen. De P.v.d.A. en het C.D.A. hebben wat gezegd over de F.N.V. Ook dit zal het college nader bespreken en ook ter sprake zal brengen in de commissie ruimtelijke ordening. Gesteld dat hiertoe zou worden overgegaan en dat de F.N.V.-Bouwcommissie ook zou meedoen, dan kan dat eerst geschieden voor het contingent 1986. Voor 1985 zijn er nog geen verwachtingen. Wel zijn er verwachtingen gewekt bij drie architecten uit eigen omgeving. De heer Lodewijks zegt dat hij en de heer Jansen het daar niet mee eens zijn. De voorzitter voert vanuit de notitie en vanuit de procedures die zijn afgesproken argumenten aan die inderdaad door de raad zijn geaccordeerd. Die gaven de weg aan waarlangs het Moleneind zou worden gerealiseerd. Zowel de heer Jansen die de argumenten irrelevant heeft genoemd en spreker die ze niet terzake heeft genoemd, hebben uitgedrukt dat die zinsneden geen betrekking hebben op dit verzoek. Alles kan volgens wens worden uitgevoerd, zelfs wanneer er aan het F.N.V. tegemoet wordt gekomen. De voorzitter zegt dat zowel de C.D.A.-woordvoerder als de heer Lodewijks gezegd hebben dat de argumentatie van burgemeester en wethouders niet terzake doende is. De heer Lodewijks zegt dat in de brief die het F.N.V. heeft ontvangen staat dat er twee argumenten zijn, te weten de zaak wil men in eigen hand houden en men wil van architect wisselen. De voorzitter zegt dat het gaat over de argumentatie die het college nu hier op tafel heeft gelegd en dat hij het niet meer heeft over de brief. De heer Jansen zegt dat hij met de toezegging van heroverweging genoegen heeft genomen. Is dat nu een definitief standpunt of wordt dat nog in het college van burgemeester en wethouders besproken? De voorzitter zegt toe dit in het college aan de orde te zullen stellen en uitdiepen en daarbij zonodig en zo mogelijk de commissie ruimtelijke ordening te betrekken. Als voorzitter van het college van burgemeester en wethouders heeft hij dit toegezegd en niet ais portefeuillehouder. Door het college wordt toegezegd dat er in december een notitie zal verschijnen inzake de consequenties van het ont houden van de goedkeuring door gedeputeerde staten aan fase drie van plan Molen eind. Dat zal met zich brengen dat met beiden zal worden gepraat zoals reeds besproken is na afloop van de hoorzitting over het bestemmingsplan Moleneind. Dan kan bekeken worden op welke wijze het opgelost kan worden zodat zo onge schonden mogelijk ook de derde fase van plan Moleneind gerealiseerd kan worden. De raad zal op de hoogte worden gehouden, maar op dit moment hoeft er niet teveel angst te zijn voor na 1988. De heer van der Kooij zegt dat hij geen angst heeft maar wel dat er iets onderno men wordt zodat die angst niet hoeft te ontstaan. De voorzitter zegt dat hij het met de heer van der Kooij eens zou zijn als men op dit moment met de rug tegen de muur zou staan. Als er nu met een nieuw plan wordt begonnen op de lokatie die eigenlijk al in de structuurschets is vastge legd, dan is het college er zonder meer van overtuigd dat gedeputeerde staten zeggen dat het te prematuur is. Er moeten investeringen worden gedaan en er moet ook grond aangekocht worden. Daaraan onthouden zij goedkeuring gelet op het feit dat er nog een x-aantal hectaren te besteden zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 240