-50- Wethouder Houtepen zegt dat de bezuinigingen die doorgevoerd zijn ten aanzien van het licht betrekking hebben op langer en meer licht. Deze bezuiniging was indertijd het enige wat overbleef van een reeks van voorstellen tot bezuiniging die aan de raad gedaan zijn. Er moet rekening gehouden worden met een kostenpatroon van f. 16.000,--. De verkeerscomputer zal nog dit jaar in gebruik worden genomen hoopt het college en hij benadrukt 'hopen' maar hij wenst niet de volgende keer bij de algemene be schouwingen te horen dat hij dit toegezegd heeft. Over privatisering is al eens de degens gekruist. De bezetting van de huisvuil ophaaldienst is op dit moment zo dat te verwachten valt dat wanneer Moleneind afgebouwd is de capaciteit die er nu is net voldoende zal zijn. Mocht dit niet zo zijn dan kan zonodig een wagen ingezet worden van een particulier bedrijf of bij een buurgemeente een wagen lenen. Op dit moment valt niet precies in te schatten hoe een en ander gaat verlopen. Het heeft wel de aandacht gehad en ook zijn er al toezeggingen van de buurgemeenten. Ook wanneer er reparaties zijn kan daar op worden teruggevallen. De P.v.d.A. heeft bij de overschotten van de jaarrekening erover gesproken de beslissing te nemen wanneer de bedragen bekend zijn en ook de voorzitter van het C.D.A. vroeg daar ook naar, omdat dan pas ook meer exact aangegeven kan worden waar ze voor bestemd zouden kunnen zijn. Dus wachten tot de slot- regularisatie. Naar de mening van het college is dat geen bevordering van het beleid op langere termijn. De heer Oosthoek zegt dat dit het beleid op langere termijn helemaal niet in de weg hoeft te staan. Wethouder Houtepen zegt dat aangaande het fonds voor kwijtschelding het begrijpe lijk is dat het college zich voorlopig bij zijn standpunt houdt en daar geen fonds voor gaat vormen. Hij is het niet met de heer Oosthoek eens dat het college niet voldoende aandacht zou besteden aan de individuele moeilijke gevallen die er in Prinsenbeek zijn. Hij dacht dat het getuigde van een goed en overzichtelijk beleid dat bij dergelijke zaken het publiek niet op de hoogte gebracht wordt in het kader van de privacy die dergelijke mensen toch zeer zeker nodig hebben. Individuele aanvragen worden ook individueel bekeken en de mogelijkheden worden van toepassing verklaard wanneer betrokkenen echt in de problemen zitten. De twijfel omtrent de inventiviteit is niet terecht omdat de mensen naar behoren behandeld worden. Voor wat betreft de ambtelijke nota wil hij de heer Oosthoek verwijzen naar de nota die al gepubliceerd is in de Klepel in mei 1984. Wanneer de heer Oosthoek meent het college van dienst te kunnen zijn met wat nadere gegevens dan staat het college hier altijd voor open. Het gaat tenslotte om de mensen die in de problemen zitten en hoe die op de beste manier geholpen kunnen worden. - De heer Oosthoek zegt dat hij de laatste opmerking van wethouder Houtepen zeer op prijs stelt. Zij zullen zeker ideëen aandragen om de inhoud van artikel 17 van de Invorderingswet volkomen uit te diepen en die expliciet en goed kenbaar te maken aan mensen die daar behoefte aan hebben met alle mogelijkheden die dat inhoudt. Hem is ter ore gekomen dat er zelfs de mogelijkheid in zit dat via de gemeente voor die mensen een beroep kan worden gedaan op de leveranciers van gas, water en electriciteit om ten laste van de \reserves van die bedrijven de mensen ook een tegemoetkoming te geven. In dagblad De Stem stond een dezer dagen bijvoor beeld dat ook het Hoogheemraadschap West-Brabant bezig is om voor de minder- draagkrachtigen een vermindering of kwijtschelding te krijgen van de waterzuive- ringslasten. De heer Lodewijks zegt dat als een gemeente met enige inventiviteit een actief kwijtscheldingsbeleid zou voeren, zou dat voor de gemeente minder opbrengsten voor een aantal zaken betekenen die men normaal voor het volle pond in rekening brengt. Uit dat fonds zouden als een soort vereveningsfonds de minder-opbrengsten kunnen worden gedekt. Dat fonds kan gevormd worden uit de meeropbrengsten van andere bronnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 243