-3-
7. Voorstel inzake het inrichten van een werkplaats voor uitkeringsgerechtigden.
De voorzitter zegt dat het slechts de bedoeling van het voorstel is om instem
ming te betuigen met het opzetten van een werkplaats. Het college heeft daar
over gesproken naar aanleiding van de verslagen van de commissievergaderingen
welzijn en algemene zaken/financiën, maar de portefeuillehouder wil deze
zaak toch ter discussie stellen.
De heer Schreiner draagt het S.K.W. een warm hart toe. De commissie algemene
zaken/financiën heeft gevraagd het voorstel terug te nemen. Hij vindt het
jammer dat dit niet gebeurt en daarom wil hij de volgende kanttekeningen
plaatsen.
Waar baseert de wethouder het op dat het aantal deelnemers voor houtbewerking
van 8 a 10 op zal lopen tot 25 in het eerste jaar? Heeft er een behoefte-onder
zoek plaatsgevonden, en zo ja, waarom ligt het dan niet voor de raad ter inzage.
Wat is het advies van de toetsingscommissie waaraan dit voorstel is voorgelegd?
Naar zijn mening is het niet voldoende om toetsingscriteria ter inzage te leggen.
Belangrijker is het advies dat gegeven is of gegeven wordt om hierin een goed
en verantwoord beleid te voeren. Verder staat in het voorstel dat een rijksbij
drage is toegezegd van f. 10.000,— in 1984 en voor 1985 is een overeenkomstige
rijksbijdrage gevraagd aan de minister. Tevens staat in het voorstel dat de
minister nog geen reactie op het verzoek heeft gegeven. Toch zegt de wethouder
in de commissie welzijn dat de rijksoverheid in 1984 en 1985 stimulerende
gelden beschikbaar stelt. Hieruit wil hij dan de investeringen financieren. Is
het dan geen oneigenlijk gebruik van deze overheidsgelden als subsidies die
toegezegd worden voor de doelgroep jeugdige werklozen in de leeftijd van
18 tot 23 jaar, niet als zodanig worden gebruikt. Wat gebeurt er als deze subsi
dies moeten worden terugbetaald? Wat gebeurt er eigenlijk precies met de
f. 45.000,— die jaarlijks ter beschikking wordt gesteld voor het S.K.W.? Hij
verzoekt de wethouder het voorstel terug te nemen en eerst aan de wensen
te voldoen van de commissie algemene zaken/financiën zodat er een meer
voldragen voorstel ter tafel kan komen. Tot slot wil hij nog opmerken dat
Gemeenschapsbelang een voorstander is van het S.K.W.
De heer Jansen vraagt om een evaluatie van het gehele S.K.W. en onder de
aandacht van de raad te brengen. Naar zijn mening is er gezegd dat in de
december-vergadering de raad hierover meer zou horen. Als dit nu het horen
is, dan gebeurt er juist wat niet gevraagd is namelijk om de toekomstige ontwik
kelingen op het gebied van het S.K.W. in de totale context aan de raad voor
te leggen.
Het gaat hem niet om de werkplaats maar om het totale S.K.W. Is men bezig
om verschuivingen aan te brengen in gebouwen waar de gemeente over beschikt
om die voor het S.K.W. aan te wenden? Wat zijn de consequenties wat de finan
ciële verhoudingen betreft op langere termijn? Dit kan bij een totale evaluatie
ook aan de orde komen.
Op grond daarvan is de commissie algemene zaken/financiën dan ook terecht
van mening dat de portefeuillehouder nog enige toelichting moet geven.
De heer Oosthoek wil erop attenderen dat een behoefte-peiling altijd een
moment-opname is. Als met dit werk begonnen wordt dan moet het aantrekke
lijk gemaakt worden en dan moet er het nodige aan gedaan worden. Het valt
hem op dat er herhaaldelijk gesproken wordt over het feit dat het primair
om jeugdigen gaat van 18 tot 21 jaar. Namens zijn fractie wil hij het accent
op de groep mensen in de leeftijd van 35 tot 55 jaar leggen. Aan deze groep
mensen wordt te weinig aandacht besteed. Het risico dat de animo bij het
begin niet zo groot is zal maar voor lief moeten worden genomen. Er zal nog
wel bekeken moeten worden wat dit project zal gaan kosten. Ondanks het
enthousiasme kan niet zonder meer een blanco cheque uitgegeven worden.
De heer van Trotsenburg zegt dat zijn fractie zich wel kan vinden in het voorstel
zoals dat besproken is in de commissie welzijn. Hij kan zich voorstellen dat
er wat problemen zijn met de financiële onderbouw, toch wil hij het college
adviseren alles in het werk te stellen om deze werkplaats tot stand te brengen.