onvoldoende recht is gedaan aan de centrumfunctie van die stad. De stad Breda
geeft de voorkeur aan een intergemeentelijke samenwerking alleen met betrekking
tot de uitoefening van concrete taken zoals de gezondheidsdienst, brandweer
en de afvalaangelegenheid. Burgemeester en wethouders van Breda verlangen
meer zeggingsmacht. Onder andere op het gebied van ruimtelijke ordening, volks
huisvesting en bedrijventerreinen en zij willen dit onder meer bereiken door een
gekwalificeerde stemverhouding. Zodanig dat één lid van de gemeente Breda een
zwaardere stem heeft dan de andere en door een wijziging van het veto-recht.
Op het ogenblik is het veto-recht van de deelnemende gemeenten gelijk.
De reacties vanuit de stadsgewestelijke raad vrijdag op hoofdpunten samenvattend
blijkt dat zeer sterk de nadruk wordt gelegd op de noodzaak van samenwerking;
ook met betrekking tot de coördinerende taken. Dat komt in Breda niet zo veel
voor. Coördinerende taken zoals ruimtelijke ordening en volkshuisvesting want
daar zit geen uitvoeringsaspect aan. Ook werd zeer sterk de nadruk gelegd op
de samenwerking en solidariteit. Vervolgens wenst men in de Gemeenschappelijke
Regeling de filosofie van het verlengd lokaal bestuur te handhaven. Hierin past
nauwelijks het werken met gekwalificeerde stemverhouding.
De stadsgewestelijke raad wil en kan ook begrip opbrengen voor de problemen
waarmee de stad Breda worstelt. Breda moet inderdaad een centrumfunctie hebben,
doch ook niet meer dan dat. Dat is heel duidelijk uitgesproken. Het gaat hier
niet om een optelsom van de individuele belangen der gemeenten. Het dagelijks
bestuur is in het overleg met het college van burgemeester en wethouders van Breda
in sommige opzichten reeds vrij ver gegaan. Er werd gesteld dat de problematiek
nu maar eens concreet op tafel moet komen. Er is voldoende gepraat en gecorre -
spondeerd en nu moet men maar eens met de problematiek op tafel komen. Ge
vraagd werd aan het dagelijks bestuur om met de aangereikte op- en aanmerkingen
de onderhandelingen voort te zetten en zo mogelijk op 1 maart met concrete
voorstellen te komen. Het dagelijks bestuur heeft daarop bij monde van zijn voor
zitter medegedeeld dat goed geluisterd is en dat er bepaalde geluiden beschouwd
worden als getrokken gele kaarten en sommige als rode kaarten. De raad heeft
een begrenzing aangegeven waarbinnen nader overleg tussen Stadsgewest en Stad
Breda zal mogen worden voortgezet. Het dagelijks bestuur zal zich daarbij voorzich
tig opstellen. De voorzitter acht het systeem van het afwegen van nut en offer
bij elke werksoort niet juist. Uitgangspunt moet ook blijven samenwerking op
basis van verlengd lokaal bestuur. Het dagelijks bestuur streeft ernaar in de verga
dering van de Stadsgewestelijke Raad op 1 maart met een concreet voorstel te
komen. Vooraf zal dat voorstel besproken en behandeld worden in de commissie
algemene zaken van het Stadsgewest, welke commissie voor dit doel, wordt aange
vuld met de regionale fractie-voorzitters. Spreker heeft inmiddels de plaatselijke
leden en plaatsvervangende leden van de stadsgewestelijke raad alle tussen Breda
en het Stadsgewest gevoerde correspondentie in copie toegezonden zodat zij van
het geheel kennis kunnen nemen. Het is de bedoeling dat op 9 januari al een be
spreking zal plaatsvinden van de Breda-P.T.T.-fractie
Bij de gezondheidsdienst werden de schijnwerpers gericht op het epidemiologisch
onderzoek en het baarmoederhalskanker-onderzoek. Bij het epidemiologisch onder
zoek - een van de wezenlijke pijlers van de basisgezondheidszorg - is een verschui
ving aangaande het beleid. Een verschuiving van het curatieve naar de preventieve
en de beleidsadvisering. Die twee moeten nu ook binnen het Stadsgewest Breda
van de grond komen. Daarvoor worden twee krachten aangetrokken, voorlopig
in tijdelijke dienst, vooruitlopende op de komende rijksbijdrage. Daarvoor is een
bedrag beschikbaar gesteld van f. 25.000,— plus de gedéblokkeerde twee bedragen
van f. 50.000,— die al in de begroting voor 1984 stonden. In totaal is dus een
bedrag gevoteerd van f. 125.000,—. Wat betreft het baarmoederhalskanker-onder
zoek werd door de raad de vrees uitgesproken dat verhoging van het bedrag per
onderzoek met f. 12,50 naar f. 30,— wegens het wegvallen van de rijksbijdrage,
een drempel zou betekenen voor vele vrouwen. Daardoor zal dat onderzoek niet
dat effect hebben wat het beoogt. Het gevolg daarvan is het teruglopen van de
deelname. Zodoende zouden de bijdragen van de gezamenlijke gemeenten verhoogd
-3-