wordt er bij andere gemeenten informaties ingewonnen. Over de S.A.D. is indertijd uitdrukkelijk gesproken bij het voorstel om de S.A.D. te subsidiëren. Omtrent de verdere gang van zaken is men inderdaad niet verder gekomen dan de commis sie. De heer Lodewijks zegt bij interruptie dat er in de raad toch geen enkele uit spraak gedaan is over de subsidie noch over de motieven om wel of niet mee te werken aan dienstverlening door de S.A.D. De voorzitter zegt dat hij dit punt bij de algemene beschouwingen heeft afgeslo ten. De heer Lodewijks zegt gevraagd te hebben om dit nog nader te bekijken. De voorzitter zegt heel duidelijk geweest te zijn hoe het college hierover dacht en daarmee is de zaak gesloten. Wethouder Dirven zegt dat de zaak betreffende de R.I.B.O. vrij eenvoudig is omdat deze man in vast dienstverband komt met een bepaalde proeftijd. Als er geen werk meer is voor deze tweede man dan is het belangrijk dat er een wachtgeldregeling komt die door de drie gemeenten samen wordt geregeld. De heer Lodewijks wil duidelijk stellen dat het hem er niet om gaat of deze man in vast dienstverband komt maar als de raad niets heeft vastgesteld, dan moet er nu een nieuw raadsbesluit komen. De heer van den Bliek zegt in de vorige vergadering gevraagd te hebben of, als er straks voor het bijzonder onderzoek te weinig werk is betrokkene vooraf te kennen is gegeven dat hij in vast dienstverband kon blijven en wellicht de aard van de werkzaamheden zou veranderen. Er is vorige keer door een van de raadsleden gesteld dat er ruim voldoende voorzieningen getroffen zouden worden, zodat de kosten dan verrekend zouden worden per gemeente. Geldt dit echter ook in de door hem geschetste situatie. De heer Oosthoek vraagt of de kosten van de. structuurschets ten laste van de algemene reserve komen. De heer Jansen zegt dat het niet een structuurschets voor "Moleneind" is. Het gaat er namelijk om dat in de kostenopbouw van "Moleneind" de structuurschets- kosten uit de algemene middelen betaald worden. Hij denkt dat dit het verschil van mening is Wethouder Dirven zegt dat de ambtenaar bijzonder onderzoek een dienstverband heeft met de drie samenwerkende gemeenten. Wordt alle samenwerking opgeheven of is er minder werk dan vervalt het dienstverband en daardoor ook zijn aanstel ling bij de gemeente Prinsenbeek. Tot zo lang is hij in dienst van de gemeente Prinsenbeek. Bij opheffing of vermindering van werk wordt zoals de zaken er nu voor staan hem geen ander werk aangeboden. Daarom is er een wachtgeldrege ling getroffen door de drie gemeenten samen. De heer van den Bliek vraagt of het college, als hem wel ander werk wordt aangeboden, een aanvullend raadsbesluit komt. Wethouder Dirven antwoordt hier bevestigend op. fr. Mededelingen over de Gewestraad Breda. Vervolgens worden de stukken a tot en met m voor kennisgeving aangenomen en stuk n voor nader advies in handen van het college van burgemeester en wethouders gesteld. De voorzitter constateert dat er noch schriftelijke noch mondelinge mededelingen zijn. 5. Voorstel tot vaststelling van een gemeentelijk rampenplan. De heer Jansen vraagt zich bij het zien van dit plan en het hieruit volgende rampenbestrijdingsplan, dat overigens geheim is, wie in deze gemeente straks de persoon is die zonder deze plannen na te lezen als een ramp zich voordoet ogenblikkelijk weet wat er in staat. Deze persoon zal eerst naarstig drie dagen -n-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 27