vindt. De uitzonderingsregeling voor de plaatsen waar de mogelijkheid niet aan wezig is omtotgebruik van mini-containers over te gaan, heeft ook zijn instemming. De heer van der Kooij zegt dat dit voorstel een oplossing is en naar het oordeel van zijn fractie niet de slechtste. Het standpunt van zijn fractie is steeds geweest dat de vervuiler moest betalen en dat vindt hij terug in dit voorstel. Op deze manier vindt er, aangezien het bedrijfsvuil uit het geheel is weggenomen, er een wat zuiverder verdeling plaats. Overigens had hij graag een vrije keus gezien tussen het gebruik van een vuilniszak en een container maar hij heeft begrepen dat dit met dit vuilophaalsysteem vrijwel onmogelijk is, aangezien niets in de wagen kan worden gegooid. Het voorstel om de container te kunnen aankopentegen de genoemde prijs in voorstel 6a ondersteunt hij. Overigens wil hij de suggestie van de heer van den Bliek ook ondersteunen om op het aanslagbiljet het bedrag te specificeren. Wethouder Houtepen zegt lang bezig geweest te zijn met deze problematiek. Diverse keren is het onderwerp van bespreking geweest in de commissie financiën en de commissie openbare werken. Het was ook niet eenvoudig om zoiets uit te werken, daar men geheel op eigen toer is moeten gaan. In geen gemeente in de omgeving is differentiatie aangebracht, zodat Prinsenbeek wat dat betreft, in deze omgeving een witte raaf is. De mogelijkheid tot het kopen van een container heeft de instemming van het college. Hij vindt de term van de heer Oosthoek aangaande een "perceelsgebonden tarief" een hele goede uitdrukking. Het college is een grote tegenstander van de reductie van f. 48,—. De kosten moeten dekkend zijn, dat is een uitgangspunt. Daarom is het ook niet eenvoudig geweest om iets te bedenken wat naar alle kanten reëel is en ook nog uitvoerbaar. De heer van der Westen zegt dat er in het voorstel staat dat er een aantal men sen zijn die van de mini-container geen gebruik maken. Daar zal getracht worden dit op te lossen door daar enkele containers te plaatsen, zodat meerderen er gebruik van kunnen maken. Kunnen er helemaal geen containers geplaatst worden dan kan men gebruik maken van vuilniszakken. Er wordt echter wei een reductie toegepast op het bedrag wat geheven wordt voor het gebruik van een container. De heer Jansen zegt dat de P.v.d.A.-fractie over perceelsgebonden tarieven praat en dit in de toekomst wenst toe te passen en dan verder gaat het alleen over de bejaardenwoningen. Met de gevonden oplossing, dus zonder tuin of erf, is bekend wie daar een dienst mee wordt bewezen. Wanneer men dan daarnaast praat over bejaardenwoningen dan kan men die argumentatie wel vergeten. De heer Oosthoek zegt bij interruptie dat daarbij ook de H.V.A.T.-woningen be trokken zijn. De heer Jansen zegt dat de heer Oosthoek die nu pas noemt. De heer Oosthoek zegt in zijn betoog te hebben gezegd dat het meer de woningen betreft zonder tuin en zonder erf. Gezien de omstandigheden en de stemverhoudingen wil hij de heer Verstraten bedanken dat die met zijn standpunt mee wilde gaan. Daarbij heeft de fractie voorzitter van het C.D.A. enkele namen genoemd die tegen het voorstel waren. Hij neemt aan dat er ook enkele waren die er voor waren. Wat hem betreft mag een stemming achterwege blijven. De heer Jansen zegt dat twee leden van zijn fractie in principe tegen differen tiatie zijn, maar die hebben gezien de stemming in deze raad zich volledig akkoord verklaard met het voorstel. De heer Oosthoek zegt dan een verkeerde conclusie getrokken te hebben. De heer Verstraten zegt dat hij gezien de grootte van de C.D.A.-fractie meege gaan is om iets in stemming te brengen. In dit geval is hij het echter niet met het standpunt van de P.v.d.A.-fractie eens. De heer Lodewijks zegt duidelijk te willen stellen dat, toen zij als partij dit indertijd bepleit hebben, zij zowel bij het C.D.A. als bij Gemeenschapsbelang en in een iets mindere mate bij de V.V.D. de bereidheid vonden om te streven naar differentiatie in de reinigingsrechten. Daarbij zijn destijds namen genoemd of personen zijn aangeduid bij de programma-onderhandelingen. Er is hem toen niet gebleken dat de toenmalige portefeuillehouder ook maar in enig opzicht -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 33