terughoudend was tegen dat idee. Wel later, toen bleek dat het onmogelijk was om een persoonsgebonden tarief vast te stellen. Hij keek dan ook verwonderd op toen de heer 3ansen twee namen noemde van leden van zijn fractie en met name die van de portefeuillehouder. De heer van den Bliek zegt begrepen te hebben dat het bedrag voorlopig vast is en niet geïndexeerd wordt. Op het moment dat Prinsenbeek met het huisvuil naar Zevenbergen moet, zullen de stortingstarieven drastisch omhoog gaan. Als basis is hier gekozen voor 2 m3 x f. 12,-- stortingsrechten. Op dat moment wil hij graag dit bedrag weer ter discussie brengen en zodoende een hogere aftrekpost claimen. Op die manier blijft de z$^k zuiver. Hij wil best naar een hoger bedrag maar .als het niet te verdedigeix isindt hij dat Keen correcte o zaak. Er is al eerder gepraat over een analogie met de W.V.O. Hij werkt zelf aan de uit werking daarvan en het escaleert nu zelfs al zo dat men het waterspoor wil volgen omdat men de indruk heeft dat het nog zuiverder kan. Nu blijkt uit lande lijke onderzoeken dat daar de verhouding 1:3 niet terugkomt, zodat men weer op dit soort maatstaven terugkomt. Wethouder Houtepen zegt ten aanzien van de differentiatie dat dit wel gebaseerd is op het aanbod en niet op de containers. Er is vanuit gegaan dat die inwoners 2 m3 minder afval aanbieden. Gezien de stortingskosten per m3 is men tot dit bedrag gekomen. Hij is gelukkig dat alles tot een goede afronding is gekomen en dat het college op een verantwoorde wijze zowel wat het inzamelen als de differentiatie betreft hier een voorstel aan de raad heeft kunnen doen wat de instemming van de raad heeft. Als straks naar een andere stortplaats wordt gegaan dan moet de zaak opnieuw bekeken worden en zal het college met een nieuw voorstel bij de raad komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met daarin opgenomen dat de koop van de containers één maal per jaar is toegestaan en dan voor maximaal één per wooneenheid. De heer Lodewijks zegt dat het hier een heel belangrijk raadsbesluit betreft. Hoewel zijn fractie er geen moeite mee heeft willen zij toch één ding duidelijk stellen. Er dient goede nota van te worden genomen waartoe dit voorstel strekt: het verklaren van de representativiteit van de Stichting Lokale Omroep. Daaruit mag men niet afleiden dat hieruit onmiddellijk financiële consequenties en verbinte nissen voor de gemeente voortvloeien. Er is hem en waarschijnlijk alle raadsleden een brief toegestuurd door de betreffende stichting met informatie. Daarin was een zinssnede waar hij het niet mee eens is en wat niets met representativiteit heeft te maken. Zijn fractie is van mening dat wanneer er een plaatselijke voorzie ning voor het uitzenden is niet alleen de representativiteit van het beheersorgaan gegarandeerd moet zijn maar dat ook een zekere onafhankelijkheid van de uitzen dingen binnen bepaalde grenzen te garanderen moet zijn. Zijn fractie acht het enigszins een bedreiging dat bij het vinden van fondsen om uitzendingen mogelijk te maken niet alleen de plaatselijke ondernemers in aanmerking komen als straks de lokale omroep daar door 2e kamer-besluiten in staat gesteld zou worden. Als Prinsenbeek een lokale omroep wil hebben dan heeft hij er toch graag een zonder reclame. Mevrouw van Esch-Kuppens zegt dat men wat de reclame betreft toch af moet wachten wat de kamer zegt en daarna pas een besluit kan worden genomen. De C.D.A.-fractie stemt in met het voorstel en juicht het initiatief van de op richting hiervan toe. Wel had men graag dat er na drie jaar bekeken wordt of de genoemde stichting nog voldoende representatief is voor de Prinsenbeekse -11- 7. Voorstel tot het uitbrengen van een advies in verband met de aanwijzing van een representatieve culturele instelling voor het doen overbrengen van plaatselijke radio- en televisieprogramma's.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 34