bevolking, los van het feit dat de bestuursleden iedere keer aan de gemeente worden doorgegeven. Zij wenst de lokale omroep in de periode van 27 april tot en met 20 mei veel succes toe. De heer van Trotsenburg zegt dat, gezien de lijst van instellingen die hun mede werking zullen gaan verlenen aan de plaatselijke omroep, van representativiteit kan worden gesproken. Daarom is zijn fractie ook beslist niet tegen het voorstel en wenst de plaatselijke omroep veel succes bij hun streven. Hij kan zich aanslui ten bij de woorden van de heer Lodewijks wat betreft de reclame, maar hij denkt dat dit op langere termijn ter sprake zal komen. De heer van den Bliek zegt dat alle procedurele belemmeringen weggenomen zijn. Representativiteitsstelling willen zij regelmatig getoetst zien, doch met welke frequentie laat men aan het college over. Er zitten wel drie mensen in de stichtingsraad die niet in Prinsenbeek woonachtig zijn en volgens de statuten kan zulks niet. Voor de zuiverheid van de statuten dient dit wel aangepast te worden. Wethouder Dirven zegt dat het wel de geboorte lijkt van een nieuwe omroep. Iedereen uit gelukwensen en felicitaties in die richting. Wat betreft de aanstel ling van nieuwe leden en het uittreden van oude leden zal het college verzoeken hiervan mededeling te laten doen. Wat betreft een driejaarlijkse toetsing is er al in de commissie welzijn gezegd dat men hiervan op de hoogte moet worden gehouden. Het is nog veel te opportuun om op reclame in te gaan en pas als het geval zich echt voordoet zal hierop in de raad terug worden gekomen. De vereniging zal verzocht worden om de statuten aan te passen. De heer Jansen zegt dat hij het woord meenemen graag vertaald wil zien in die zin dat het ook elke drie jaar gebeurt. Meenemen kan namelijk ook overwegen zijn. Wethouder Dirven zegt dit toe. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8a. Voorstel tot het vaststellen van een verklaring als bedoeld in artikel 74, lid 2, onder a, van de Wet Geluidhinder. De heer Verstraten zegt dat men tijdens de behandeling van dit punt in de commis sie ruimtelijke ordening unaniem van mening was dat er in de toekomst op de Vianendreef een grotere verkeersintensiteit zal zijn dan de 2.450 motorvoertuigen welke thans als maximumwaarde gelden in de Wet Geluidhinder. Hij benadrukt nogmaals de wenselijkheid van een zuidelijke ontsluiting van het plan "Moleneind" en vraagt de gesprekken hierover met de gemeente Breda te intensiveren. De heer Vissers zegt dat naar de mening van zijn fractie de Vianendreef een twijfelgeval is. Via een verbetering van de spoorwegovergang^föiï^feeH^betere ontsluiting van "Moleneind" mogelijk zijn. Wanneer dit gebeurt lijkt het hem dat de Vianendreef zodanig ontlast wordt dat het aanvaardbaar is. Wethouder Houtepen zegt dat de ontsluiting via de Groenstraat en de spoorweg overgang de volledige aandacht hebben. Voor de ontsluiting verderop naar Breda zijn onderhandelingen gaande. Van het resultaat van een en ander zal hij de com missie openbare werken op de hoogte houden. Hij weet niet of het mogelijk is om de onderhandelingen te intensiveren, doch hij zegt toe dat met elkaar gepro beerd zal worden daar een zuidelijke ontsluiting te krijgen die zowel voor Prinsen beek als voor Breda acceptabel is. De heer Verstraten zegt bij interruptie dat de wethouder al twee gesprekken over de zuidelijke ontsluiting van het plan "Moleneind" met de gemeente Breda heeft gehad en vraagt of deze op dit moment concreet kan zeggen wat de tendens van deze gesprekken is. Is er een kans van slagen dat de ontsluiting er komt of niet? Wethouder Houtepen zegt dat er een keuze gemaakt is zodanig dat de zuidelijke ontsluiting van het plan "Moleneind" moet geschieden via de Groenstraat en via verbreding van onder andere de spoorwegovergang richting Breda. -12-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 35