-15- herberekenen. Daarbij zal waarschijnlijk ontdekt worden dat te hoge bedragen worden ingevoerd en kan het misschien leiden tot een reële aanpassing van de werkelijke bedragen. Waarschijnlijk zuilen dan ook de bezwaren van derden volledig wegvallen. De voorzitter zegt inderdaad de heer Kraakman alleen uitgenodigd te hebben om een aantal zaken door te nemen. Tijdens dat gesprek heeft de heer Kraakman zich genoemd als mede-belanghebbende en is er niet gesproken over bedragen. Wethouder Houtepen zegt dat het bij het college bekend is dat de heer Kraakman belanghebbende is, doch echter niet voor dat er onderhandelingen en berekeningen hadden plaatsgevonden met het betrokken bedrijf. Het bedrag, waar het om ging, was natuurlijk bij de gemeente bekend. Het andere bedrag is en was echter niet bekend. Het voorstel om de beslissing aan te houden kan het college niet delen. Voor wat betreft de eventuele verwisseling in de nummers 825, 1171 en 1172 kan duidelijkheid worden geschapen. Het college is er zich niet van bewust, dat er daaromtrent vormfouten zijn gemaakt. De suggestie dat de exploitatiebereke ningen niet helemaal juist zouden zijn en de argumenten daarvoor kunnen misschien door het college via een gesprek met betrokken partijen worden rechtgezet. Als er niet correct is gehandeld dan behoort de zaak aangepast te worden. De heer Ver straten heeft in zijn vorig betoog niet gezegd dat er bedragen genoemd zijn, alleen dat de heer Kraakman een onderhoud met de voorzitter heeft gehad. Op 06-01-1984 is medegedeeld hoe de situatie er voor stond. Op zijn vraag in de commissie ruimtelijke ordening naar de stand van zaken werd hem medegedeeld dat er juridisch weinig aan te doen was en dat er niets bekend was. Hem is door het college wel een aanzienlijk bedrag genoemd. Als het niet van die omvang was geweest had hij er geen problemen mee gehad. Als het echter een inwoner van Prinsenbeek betreft die dit bedrag moet opbrengen, dan vindt hij dat de partijen nog maar eens moeten praten. Hij vraagt nu stemming over dit punt. De heer Lodewijks zegt niet te kunnen beoordelen en er ook niet vanuit te gaan dat er vormfouten zijn gemaakt. Ook niet naar aanleiding van hetgeen er in de commissie ruimtelijke ordening is opgemerkt. Aangezien het particuliere belang ernstig in het geding is, is het waarschijnlijk toch wel verstandig om het voorstel van de heer Jansen in die zin te volgen dat voordat het nu te nemen besluit definitief wordt, er nog overleg plaats heeft tussen de twee partijen: de gemeente en de betreffende onderneming. Hij stelt dus voor om het besluit aan te nemen met de clausule dat als zou blijken dat er vormfouten zijn gemaakt, het college met een ander voorstel komt. Wethouder Houtepen zegt dat het college zich daar volledig in kan vinden. De heer Verstraten zegt bij interruptie dat hij van het college de toezegging wil hebben dat ook met de heer Kraakman wordt gesproken. Wethouder Houtepen zegt dat niemand buitengesloten zal worden. De heer Verstraten zegt dat dit wel gebeurd is. Er is iemand buitengesloten, want daar ging zijn betoog over. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens - met inachtneming van de toezeggingen gedaan door het college - conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11. Voorstel tot aanvaarding om niet van grond gelegen in het bestemmingsplan "Moleneind" en in eigendom toebehorende aan het Waterschap "De Haagsche Beemden". Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 38