-19- 17. Voorstel tot vaststelling van de frle begrotingswijziging 1983 van de algemene dienst betreffende raming van de achterstallige inkomsten en uitgaven. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con form het voorstel van burgemees ter en wethouder besloten. 18. Mededelingen. De voorzitter deelt het volgende mede: "a. Kwestie advertentie burgemeester en wethouders in Klepel over bouw winkels en woningen in Groenstraat. 1. Een desbetreffende bouwaanvrage in deze is door het college getoetst aan het door uw raad vastgesteld en door Gedeputeerde Staten goedge keurd bestemmingsplan Kern 1981. Hoewel met betrekking tot dit plan nog een kroonberoep loopt - zij het niet op dit onderdeel - mag deze toetsing hieraan niettemin plaatsvinden. Het bouwplan zonder de woningen zou dan zonder meer reeds in overeen stemming zijn geweest met de desbetreffende bestemmingsbepalingen van dat plan. En het is de vraag of in het kader van die bepalingen ook al niet het totale bouwplan daaraan zou voldoen. Het betreft namelijk als bestem ming: winkels, kantoren en woningen. 2. Het ingediende bouwplan is voorts getoetst aan de uitgangspunten zoals neergelegd in de door uw raad vastgestelde structuurschets waaraan het eveneens voldeed. 3. Het plan is vervolgens eveneens getoetst aan de visie, zoals omschreven in het concept-ontwerp-bestemmingsplan Binnengebied-Centrum, waarmede het ook in overeenstemming was. Gelet op vorenstaande hebben burgemeester en wethouders te dezer zake bij uitsluiting het bevoegde orgaan - zich gebonden geacht een artikel 19- procedure in gang te zetten. Naar het gevoelen van burgemeester en wethouders is deze aangelegen heid procedureel correct verlopen. Degenen, die tegen het bouwplan bezwaar hebben, kunnen via de daartoe wettelijk bestaande kanalen bezwaar maken bij het college. Deze bezwa ren worden dan door dat college gewogen waarna dat plan met de ingediende bezwaren worden voorgelegd aan Gedeputeerde Staten voor het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar. De op deze zaak betrekking hebbende advertentie heeft reeds geleid tot een aantal reacties, zowel naar ons college alswel - naar ik vernam - naar fracties en leden uit uw raad. Ik mag verwachten, dat vanuit uw raad bij de rondvraag op deze aange legenheid zal worden ingegaan. Nog afgezien van het feit, dat noch de agenda noch de rondvraag mogelijk heid biedt tot een discussie hieromtrent, acht ik het als uw raadsvoorzit ter niet zinvol en heb ik er ook geen behoefte aan een discussie op dit moment hierover te doen losweken. Een discussie binnen uw raad over deze zaak an sich acht ik - gelet mede op de reeds ingekomen en nog te verwachten reacties - evenwel uitermate nuttig en zinvol. Als raadsvoorzitter stel ik uw raad dan ook voor dat deze aangelegenheid met de ingekomen reacties in een open overleg wordt besproken en uw raad zijn visie geeft waarbij ik het uiteraard aan u overlaat zulks te willen doen in een overleg met de fractievoorzitters danwel met de commissie ruimtelijke ordening danwel in een informeel overleg van uw raad zelf. Overgaand nu naar punt 19, de rondvraag verneem ik gaarne van u, waaraan uw raad de voorkeur geeft."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 42