19. Rondvraag.
De heer Lodewijks zegt op het gevaar af dat velen die hebben zitten wachten
en ernstig teleurgesteld zullen zijn op het voorstel te willen ingaan omdat het
hem dienstig lijkt dat gelet op aile consternatie die is ontstaan in deze gemeente,
om de zaak ten principale te bediscussiëren in een breed overleg. Hij stelt daarbij
voor dat het een informele raadsvergadering wordt en noch een aangelegenheid
van fractievoorzitters noch van de commissie ruimtelijke ordening.
Hij heeft een brief ontvangen van een eigenaresse van een snackbar in Prinsen
beek, die zich beklaagt - en naar zijn oordeel terecht - over het feit dat het
college een vergunning heeft afgegeven voor een snackbarvoorziening ten tijde
van de carnaval op de markt en dat die vergunning is uitgegeven aan iemand
van buiten het plaatselijk bestand van ondernemers, die snackbars exploiteren.
Toen dat verzoek bij het college op tafel kwam is toen overwogen wat daarvan
de consequenties zouden kunnen zijn voor de drie ondernemers in Prinsenbeek
die gedrieën en ieder afzonderlijk een snackbar exploiteren. Indien men een zulk
belang niet heeft afgewogen in het college ziet men dan op dit ogenblik mogelijk
heden om een eenmaal verleende vergunning nog in te trekken.
De heer Jansen zegt dat het waarschijnlijk moeilijk zal zijn deze vergunning
nu nog in te trekken zonder de rechtszekerheid te schaden. Niettemin heeft hij
toch de indruk dat men de volgende keren wat voorzichtiger zal moeten zijn
met het verlenen van dergelijke vergunningen. Hij heeft ook de indruk dat betrok
kenen die geschaad denken te worden niet gekend zijn. Hij gelooft dat men dat
in het vervolg wel moet doen. Alleen de B.A.K. is gevraagd om haar mening
en die heeft in dit geval geen enkele zeggenschap en zelfs geen enkele advies
kracht.
Er is door de bewoner van het pand Westrik 15 een bouwaanvrage ingediend die
om twee redenen werd afgewezen. De eerste was dat het perceel lag op de bestem
ming industriegebied en de tweede overweging was dat het aanzicht zou worden
geschaad. Hij vindt dit een onjuiste manier van redeneren. Hij is van mening
dat wanneer de betreffende eigenaresse dit stukje grond waarop zij wil bouwen
vandaag verkoopt aan de aangrenzende Fri-jado, er morgen aan Fri-jado een
vergunning zal moeten worden gegeven voor de bouw van een portiershuis. Een
bedoeling die blijkbaar leeft bij Fri-jado. Wanneer nu in dit geval het huis van
deze aanvrager zijn huis omtrekt dan dupeert men hem niet alleen doch ook
de industriegegadigde. Het andere huis komt dan beschikbaar voor doeleinden
die daar wel geschikt voor zouden zijn. Hij zou gaarne in overweging willen geven
of in dit geval niet wat genuanceerder kan worden bekeken zodat zowel de indus-
triebelangen als de burgerbelangen gediend kunnen worden door een vergunning
af te geven en de industriegei'nteresseerde in dat gesprek te betrekken.
De woorden die gesproken zijn tijdens de behandeling van de begroting en de
algemene beschouwingen zijn volledig doorgedrongen. Er is nu veel publiek en
dat blijft zelfs tot en met de rondvraag in de zaal. Hij zou een beroep willen
doen op ditzelfde publiek of ze meerdere malen hier aanwezig willen zijn want
het is ook weieens aangenaam toeven in deze zaal en goed om overal naar te
luisteren ook al is men het niet altijd met de strekking eens.
Hij steunt het voorstel van de voorzitter om de betreffende zaak in een informele
raadsvergadering te willen bespreken. De risico's die aan de besluitvorming vast
zitten wil hij als fractievoorzitter niet op zich nemen. Hij wenst deze te dragen
met anderen, die ook heel goed weten waar men over praat.
Een andere vraag van hem is veel belangrijker. Wat gebeurt er met het bestem
mingsplan "Binnengebied-Markt en directe omgeving". Er is destijds een voorberei-
dingsbesluit genomen. Dat is geaccepteerd voor een bepaald binnengebied doch
de conserverende werking daarvan vervalt per 30-06-1984.
Wanneer hij in een van de stukken die thuisgestuurd zijn de termijnen ziet waarbin
nen een en ander zal worden afgewikkeld dan zal deze datum worden overschreden.
Dat is niet voor verlenging vatbaar en moet dus in een meer definitieve vorm
verwoord worden of de hele zaak moet worden losgelaten en kan er wildgroei
geschieden. Hij wil namens zijn fractie verzoeken, en denkt de steun wel te zullen
krijgen van de hele raad, voor de vervaltermijn van 30-06-1984 een definitief
-20-