c. codificatie-aanpak bestemmingsvoorschriften van alle kompiannen;
d. nieuw tarievensysteem voor de gemeentelijke accommodaties;
e. instelling welzijnsraad;
f. vaststelling nota volkshuisvestingsbeleid.
Het is mijn oprechte wens - en ik ben ervan overtuigd, dat zij ook de uwe
zal zijn - drt uw raad ook in 1984 wederom een aantal belangrijke beleidsbeslis
singen zal kunnen nemen en dat wederom vanuit uw verantwoordelijke functie
de nodige arbeid kan worden verzet en zulks in het belang van deze gemeente
en haar bevolking. Ik denk daarbij onder meer aan de navolgende zaken:
Ver- en aanbouw gemeentehuis, ai dan niet gepaard gaand met in een
of andere vorm van een reorganisatie van- het ambtelijk apparaat;
Start zowel bouwrijp maken als invulling bestemmingsplannen Moleneind
en Bedrijventerrein;
Verdere aanpak bestemmingsplan Centrum zowel in stedebouwkundig ais
in verkeerstechnisch opzicht;
Reconstructie en aanleg vrijliggende fietspaden Schutsestraat;
Vervanging riolering en reconstructie Kapelstraat;
Aanleg vrijliggende fietspaden langs Strijpenseweg;
Aanleg geluidswerende voorzieningen langs de Rijksweg;
Herziening subsidie-systeem;
Renovatie sporthal en uitbreiding sportcomplex Heikant;
Blijvende aandacht voor de S.K.W.-arbeid ten behoeve van de groep uitke
ringsgerechtigden;
Verdere uitbouw van de bibliotheek;
Aanpak leegstand klaslokalen, mede in het kader van de integratie kleuter-
lager onderwijs.
Mevrouw, mijne heren, ik maak mij ernstige zorgen voor de toekomstige ontwik
keling in en van deze gemeente voor wat betreft het nog kunnen realiseren
van het noodzakelijk c.q. wenselijk geachte jaarlijkse woningbouwprogramma.
En ik heb deze bezorgdheid op grond van twee elementen, te weten:
le. Het voornemen op provinciaal niveau om in het kader van de evaluatie
van het Streekplan voor West-Brabant ook het richtgetal voor de woning
bouw te gaan herzien (c.q. verlagen) voor ook onze gemeente
en
2e. De extra korting in de woningtoewijzing in de sociale en premie-sector
voor de gemeenten behorend tot het Stadsgewest Breda nu reeds voor
1984, teneinde de Stad Breda in de gelegenheid te stellen haar functie
als groeistad te kunnen realiseren.
Voor Prinsenbeek betekent zulks voor dit jaar een extra-korting van meer
dan 20%. Het ziet er dan ook naar uit, dat het bij consequent doorzetten
van dat beleid op rijks- en provinciaal niveau in de komende jaren zelfs niet
meer mogelijk zal blijken te zijn de eigen natuurlijke groei in deze gemeente
op te vangen. Een meer dan bijzondere aandacht voor en bezorgdheid over
een ontwikkeling in die richting is mijns inziens zeer wel op haar plaats.
Een tweede punt, dat mij - en ik weet ook uw raad - toch wel wat zorgen
baart, is de in sluipende mate toenemende zogenaamde kleine criminaliteit,
ook in Prinsenbeek. Het zijn van stadsrandgemeente is hieraan niet vreemd.
Hoewel hier geenszins van een panieksituatie mag en moet worden gesproken,
maakt de omvang van deze criminaliteit ons allen toch wel steeds meer onge
rust en versterkt het gevoel van onveiligheid. Het is weliswaar reeds een
geruststellend iets te weten, dat de rijkspolitie alhier - uiteindelijk inmiddels
weer op organieke sterkte hoewel zelden of nooit op voile sterkte in het
rayon aanwezig ook ten aanzien van deze zorg zeer gemotiveerd en alert
is; dat zij goed op de hoogte is van haar cliëntelen - c.q. potentieel ciiëntelen-
bestand; dat zij zeer vele inbraken weet op te lossen; dat zij goede contacten
onderhoudt met de gemeentepolitie van Breda. Dit alles neemt evenwel niet
weg dat insluipingen en vernielingen - vooral door nog jongeren - niet afnemen
-2-