-19-
de raad voldoende ingelicht zowel in de openbare vergadering van 23 februari
als op 21 maart in de notitie van de stedebouwkundige. De heer Verstraten
geeft aan dat bladzijde 84 van het C.I.M.K.-rapport de bebouwing op de markt
behandelt. Variant 4 gaf de meeste voordelen maar daartegenover staat het
nadeel. Dat het alleen te realiseren is bij een omvangrijke verplaatsing van
winkels van buiten het concentratiegebied. Als die verplaatsing niet gebeurt
dan vervalt dat gegeven.
De heer Verstraten is niet tevreden met hetgeen de voorzitter stelt. Hij
heeft gevraagd of het nieuwe voorbereidingsbesluit wat nu voorligt conse
quenties heeft voor het bouwplan in de Groenstraat en de daarop betrekking
hebbende bezwaren die ingebracht zijn.
De voorzitter antwoordt hierop dat er geen consequenties zijn voor dat plan
en de bezwaren.
De heer Verstraten vraagt waarom de verkeerscommissie niet ingeschakeld
wordt voor de Groenstraat. Hij wil ook nogmaals vragen of er een beleid
gevoerd kan worden samen met de Prinsenbeekse bevolking en het P.O.K.
Hij hoopt toch dat het college deze woorden eens een keer overneemt.
De voorzitter zegt voor de volle honderd procent overleg te willen voeren met het
P.O.K.-bestuur. Aan adviseurs heeft het college momenteel minder behoefte.
De heer Verstraten zegt dat niet alleen het P.O.K. gevraagd moet worden
maar de gehele Prinsenbeekse bevolking.
De voorzitter zegt dat door hem hierop in de vergadering van 23 februari
een antwoord is gegeven.
De heer Verstraten zegt dat de heer Dirven als collegelid te kennen heeft
gegeven dat het invullen van de markt niet alleen het P.O.K. raakt maar
in feite de .gehele Prinsenbeekse bevolking. Ais de heer Dirven het idee om
over de plannen algemene informatie en voorlichting te geven onderschrijft
dan moet dat beleid ook uitgevoerd worden.
Wethouder Dirven zegt dat het beleid ook zo uitgevoerd wordt. Gisterenavond
is nog overleg geweest met het P.O.K.-bestuur, aangevuld met de D.P.O.-
commissie en ook met de nieuwe organisatie die ongeveer evenveel onder
nemers telt: het S.O.B.E.P. Eind april, begin mei wil het college een voor
lichtingsavond geven aan de gehele Prinsenbeekse bevolking waarbij iedereen
van harte welkom is met zijn ideeën.
De voorzitter wil eerst een voorlichtings-informatieavond geven als het college
zich heeft kunnen bezinnen op het pré-advies van de stedebouwkundige. Dan
is dit voorgelegd geweest aan twee organisaties die daarin meedenken en
bovendien kan de mening van de commissie ruimtelijke ordening ingevoegd
worden. Pas daarna kan het college zeggen waar de bevolking aan toe is.
Op dit moment kan er nog niets gezegd worden, want tot op dit moment
is er nog geen beleid gevoerd. Uit de hearing van de politieke partijen kunnen
ook weer goede zaken naar voren komen. Daarom heeft het college tegen
de andere politieke partijen gezegd, dat als er door hen een hearing gehouden
wordt dit wel voor 15 april moet gebeuren zodat de daaruit komende wensen
door het gemeentebestuur meegenomen kunnen worden voordat het plan naar
het vooroverleg gaat.
De heer Verstraten zegt dat het college die hearing moet houden en niet
een politieke partij.
De voorzitter zegt dat de heer Verstraten geen politieke partij kan verbieden
een hearing te houden.
De heer Ver straten vindt dat het college moet voorlichten.
De heer Jansen zegt bij interruptie dat iedereen de vrijheid heeft om voor
elk doel of achtergrond hearingen te houden. Als zodanig gebeurt dat ook
door een van de politieke partijen en men kan er gerust op zijn dat het in
de bedoeling ligt om een evaluatie-overzicht te geven van de gedachten
die daar op tafel komen zonder daarbij politieke uitspraken te doen. Hij vraagt
het college op die markt geen artikel 19-procedures toe te passen. In de slot
conclusie van het definitief plan zou hij willen aangeven dat de effectieve